Tamara is getrouwd met een vrouw en christen
‘Het belangrijkst is hoe je relatie tot God is’
Tamara (38) is christen, lesbisch en getrouwd met een vrouw, Patricia. Dat stuitte op weerstand in de omgeving. Gelukkig heeft ze ook ervaren dat er christenen zijn die haar accepteren zoals ze is.
Dat ze op vrouwen viel, was haar al op jonge leeftijd duidelijk. “Ik was stapelverliefd op een juf. Ik mijn pubertijd vond ik mevrouw Jonker helemaal geweldig.” Tamara was in die tijd nog geen christen.
De eerste elf jaar van haar leven is ze bij haar opa en oma opgegroeid. “Mijn moeder is verongelukt in Duitsland toen ik een baby van negen maanden oud was. Mijn moeder was een gepassioneerd christen. Mijn oma, bij wie ik opgroeide, was gereformeerd en de andere familieleden, zowel van vaders als moeders kant, zijn actief in de pinkster/evangelie gemeente. Toen mijn opa in 1993 overleed, ben ik bij mijn vader en stiefmoeder gaan wonen. Beiden hadden niks met de kerk of geloof.”
Geloof
Op haar vijftiende is ze heel bewust tot geloof gekomen, vertelt ze. Ik logeerde bij mijn tante. Dit was in de jaren 90, en ik was een gabber die in de hardcore wereld rondhing, mijn vrienden waren net zo. In die tijd ging het niet zo goed met mij en met school. Van mijn tante moest ik dat weekend mee naar de kerk. Tijdens de dienst werd ik zo geraakt door God, dat ik echt tot geloof kwam. Dat heeft mijn hele leven veranderd. Sindsdien ben ik christen. Het was alsof er iets in mijn hart aangeraakt was, wat ik echt had gemist, een lege plek die opgevuld werd.”
Ze koos voor een wat ongebruikelijk carrièrepad als vrouw. “Ik ging op mijn zeventiende het leger in. Daar werd ik voor het eerst verliefd op een lesbische vrouw. Je weet dat het niet mag, je durft er niet aan toe te geven. Ik had wel degelijk gevoelens, maar wilde dat niet inzien.”
Getrouwd
“Op mijn achttiende kreeg ik een relatie met Roland, hij zat bij ons in de kerk. Op een avond zijn we te ver gegaan qua seks. Ik was zoekende naar wie ik ben. Wetende dat je geen seks voor het huwelijk mag hebben, hebben we ons toen verloofd. De omgeving spreekt je daar namelijk op aan. Dan voel je toch wel: ik moet dit doen..” Maar diep van binnen, voelde Tamara heel veel twijfels en weerstand. “Twee weken van tevoren, wilde ik het huwelijk afzeggen. Ik heb dat in mijn omgeving gedeeld, maar na een gesprek heb ik het toch doorgezet. Het was op zich best een goed huwelijk, het was geen slechte jongen. We zijn tot de dag van vandaag elkaars beste vrienden. Maar een man wil ook intimiteit en dat was een ding. Ik voelde mij er niet comfortabel bij en ik bedacht smoesjes op dat vlak. Ik kon er niet van genieten.”
Ik had steeds meer strijd
Toch raakte het stel in verwachting, in 2005. “Ik kreeg een tweeling. Precies in die tijd begon ik te struggelen met mijn geaardheid. Maar ik kon het niet maken. ‘Je moet er maar mee leven, vooral als je twee jonge kinderen hebt’, waren de gedachten die door mijn hoofd gingen. Na twee jaar ging het echt niet meer. Ik leidde de zangdiensten en had steeds meer strijd. Ik voelde veroordeling, alsof ik een soort dubbelleven leidde. Ik ben niet degene die ze denken dat ik ben.”
Worsteling
Tamara kreeg een nieuwe baan, als begeleider bij een daklozenopvang. “Toen leerde ik een collega kennen die biseksueel was. Bij haar kon ik mijn verhaal kwijt en toen kwam het hoge woord eruit. Maar de worsteling werd daarna alleen maar erger. Op een gegeven moment had ik een nachtdienst gehad, het was een koude winterochtend”, vertelt ze. “Ik fietste langs het kanaal en dacht: ik spring erin. Maar vervolgens dacht ik: het kan toch niet Gods bedoeling zijn. Ik heb ook kinderen. Toen heb ik het voor het eerst aan mijn ex-man verteld. ‘Het gaat stoppen tussen ons’, zei ik.”
Haar bekentenis trok een beerput aan ellende open. “Met de familie is het wel andere koek geweest. In de gemeente, de charismatische pinkstergemeente, werd het niet geaccepteerd. Niemand had het zien aankomen. Mijn oma’s reactie was: ‘Ik wil niet dat je daar naar de hel gaat’, de reactie van mijn tante evenzo. Ze accepteert mij als persoon uiteraard wel en we hebben goed contact, maar ze zal mijn geaardheid nooit accepteren.”
Ik voel geen wrok, maar wel pijn
Na haar coming out stopte Tamara met het worship team en verliet ze de gemeente. “De voorganger is wel langs geweest en heeft geprobeerd om ons huwelijk nog te redden, maar ik kon niet meer verder. Jaren ben ik het contact uit de weg gegaan. Ik voelde geen wrok, maar wel pijn. Dat zit hem vooral in dat je je nooit helemaal geaccepteerd voelt, dat je altijd in angst leeft. Het zal nooit geaccepteerd worden. In de pinksterbeweging is er nu eenmaal heel veel weerstand richting homoseksualiteit. De Vrije Evangelische Gemeentes en baptisten worden steeds toegankelijker. Het vinden van een kerk doe je ook als beleving. In mijn zoektocht naar een gemeente kreeg ik bij veel gemeentes vaak te horen dat ik met mijn relatie moet stoppen.”
“Maar ik heb een hele lieve vrouw, die ook christen is en samen met onze tweeling vormen we een mooi gezin. Tegelijk leef ik continu in een strijd. Mijn vrouw en ik hebben echt wel moeilijke periodes gehad, waarin ik twijfelde of we wel verder konden. Deze verwarring komt gewoon doordat je telkens te horen krijgt dat je niet mag zijn wie je bent”, vindt Tamara.
Acceptatie
“Toen ik mijn vrouw leerde kennen op een forum voor christelijke lesbiennes nodigde ze mij uit om mee te gaan naar haar kerk, het Leger des Heils in Amsterdam Oost. Toen zag ik hoe het ook kon. Haar oma had er heel veel moeite mee, maar heeft het ook geaccepteerd. In de kerk van mijn vrouw was de dochter van de Majoor ook lesbisch. Zij werd gewoon geaccepteerd en mocht ook muziek maken in de kerk. Het verbaasde en ontroerde mij tegelijk. Ik kan wel stellen dat ik dankzij deze kerk mijn geloof in God niet ben verloren. Ik werd daar als een gelijke behandeld. Alleen de echte aansluiting kon ik daar niet vinden, ik miste de beleving van de pinkstergemeente. Maar ik heb geleerd dat God anders kijkt dan wij als mens denken.”
Ze weet niet of ze ooit een punt kan zetten achter dit onderwerp. “De totale rust ervaar ik niet, ook door de reacties van de buitenwereld. Het is het belangrijkst hoe je relatie tot God is. Ik ben monogaam, ik ben trouw aan mijn vrouw en ga niet allerlei feesten af. Ik vind dat de normen en waarden die gelden in het leven, ook gelden voor een homoseksuele relatie.”
Het is onderdeel van jezelf, daar moet je iets mee
Door reacties van medechristenen op internet, met wie ze haar verhaal deelde, is ze er anders over na gaan denken. “Denk na over mensen die je benadert en bejegent. Ik vind het belangrijk dat mensen zich veilig voelen. Volg je eigen gevoel, ga niet met allerlei mensen praten, dat zorgt alleen maar voor verwarring. Kies een of twee mensen uit bij die je helemaal vertrouwt. Je hebt ook bepaalde christelijke organisaties, daar kun je ook mee in gesprek. Je kunt ervoor wegrennen, maar uiteindelijk kom je het toch wel tegen. Het is onderdeel van jezelf, daar moet je iets mee doen.”
Geschreven door
Hendriëlle de Groot