Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Jong meisje scrolt op smartphone.
© Shutterstock

‘Als je je kind in de puberteit een telefoon geeft, ben je te laat’

2 september 2024 · 15:08

Update: 20 september 2024 · 09:24

Als ze een jaar of zeven, acht oud zijn. Als het aan Johanne van Kempen ligt, krijgen haar kinderen dan al hun eigen telefoon. Ondanks gedoe in de WhatsApp-groep van haar dochter.

“Waarvoor mijn jongste dochter van 9 haar mobiel gebruikt?” Johanne glimlacht: “Ze speelt er spelletjes op, appt met haar tantes en oefent dansjes via YouTube Kids. Ze oefent net zo lang tot ze de dansjes helemaal onder de knie heeft, en dan filmt ze zichzelf.” Ze is even stil, en schudt dan haar hoofd: “Ze heeft ook een keer een dansfilmpje in de groepsapp van haar klas gedeeld. Na twintig keer oefenen was het dansje eindelijk gelukt. Apetrots was ze op zichzelf. Totdat de reacties van haar klasgenoten binnendruppelden: ‘Jij kan echt niet dansen.’ ‘Wat heb je stomme kleren aan.’ En nu ben ik nog netjes – ze werd uitgescholden en er stonden ronduit lelijke opmerkingen bij.”

Het beste van Opgroeien & Gezin tweewekelijks in je mail?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief.

Lees onze privacyverklaring.

Ruimte om fouten te maken

Het onbevangen zelfvertrouwen van Johanne’s dochter liep een knauw op. Een tijd lang droeg ze alleen nog lange truien. Toch staat Johanne volledig achter het besluit van haar en haar man om hun kinderen op jonge leeftijd een eigen telefoon te geven. Haar oudste kreeg er een toen hij 10 werd, haar jongste op 8-jarige leeftijd. “Net zoals mijn kinderen hebben leren lezen, lopen, fietsen en schrijven, moeten ze ook leren omgaan met een mobieltje”, legt ze uit. “Op de middelbare school heb je steeds minder invloed op je kind, en worden vrienden steeds belangrijker. Juist de basisschooltijd is daarom een mooie periode om ze te laten oefenen met hun mobiel. Ik geef mijn kinderen de ruimte om fouten te maken – of grof gezegd: om op hun bek te gaan. Want daar leren ze van.”

Net zoals mijn kinderen hebben leren lopen en lezen, moeten ze ook leren omgaan met een mobieltje

Groepsdruk

Toen ze haar oudste zoon een telefoon gaf, speelde ook groepsdruk vanuit de klas mee, geeft Johanne toe. “Zijn vriendjes hadden al een mobiel en hij dreigde buiten de boot te vallen.” Ze haalt haar schouders op: “Ja, soms dwingt de maatschappij je tot een keuze. Dan kun je je hakken in het zand zetten, maar uiteindelijk doe je wat in die situatie het beste is voor je kind. En je wilt niet dat je kind buiten de groep komt te liggen.

We hadden wel beperkingen op zijn mobiel gezet, en de app Family Link. Via die app kan ik niet inhoudelijk meekijken, maar kan ik wel globaal zien hoe lang hij bijvoorbeeld op YouTube of andere apps zit. Daarnaast kan ik apps blokkeren – ik wil bijvoorbeeld niet dat mijn kinderen voor hun 16eTikTok gebruiken – en moet ik altijd eerst toestemming geven voor een nieuwe app.”

‘Online pestgedrag of schelden zijn een no go'

Maar de belangrijkste afspraak die Johanne met haar kinderen heeft gemaakt, is dat ze een keer in de twee weken samen hun telefoon doorneemt. “We scrollen simpelweg door hun mobiel en kijken wat we tegenkomen”, legt ze uit. “‘Ik zie dat je die app veel speelt, wat vind je er zo leuk aan?’ vraag ik dan. Ik heb ook met ze afgesproken dat ik op die momenten hun WhatsApp-gesprekken doorlees. Dat vinden ze goed, want ze weten ook dat ik nooit zónder hen op hun mobiel zal kijken. Ik probeer die gesprekken zo open mogelijk aan te gaan, want ik wil vooral weten wat er bij ze speelt."

Ze weten dat ik nooit zónder hen op hun mobiel zal kijken

Toch heeft Johanne een aantal no go’s: "Op online pestgedrag of schelden volgen consequenties. Dan zijn ze hun mobiel bijvoorbeeld een dag of een paar uur kwijt. Maar ze hebben wel de mogelijkheid om het te zeggen vóórdat ik hun mobiel open. Zo vertelde mijn zoon laatst dat hij had gescholden. Hij gaf meteen toe dat het niet handig was, en dat de ruzie alleen nog maar verder escaleerde. Toen hebben we samen bedacht hoe hij zoiets de volgende keer kan oplossen – en hoefde hij dus niet zijn mobiel in te leveren.”

De hele dag gamen

Toen de kinderen jonger waren, had Johanne een vast schermmoment vlak voor het avondeten. Maar sinds haar oudste zoons graag gamen, is ze daarvan afgestapt. “Als ik tegen mijn zoon zou zeggen dat hij een half uurtje mag gamen, zou hij me raar aankijken”, lacht ze. “Meestal gamet hij online samen met zijn vrienden. Voordat iedereen virtueel verzameld is en iedereen in de game zit, ben je al tien minuten verder. Dan zou je dus nog maar twintig minuten hebben voor het spel. Bovendien duren sommige wedstrijden in het online spel Fortnite al minstens drie kwartier. Je kunt toch niet midden in de game afhaken en je vrienden in de steek laten? Dat werkt niet.

Zonder telefoon had mijn zoon geïsoleerd geleefd

De kinderen mogen daarom de hele dag gamen, maar wisselen elkaar wel af. De oudste mag bijvoorbeeld op maandag, onze tweede zoon op dinsdag, en onze jongste op woensdag. Ze mogen wel met elkaar meedoen, al speelt onze jongste héle andere spelletjes dan de oudste, haha! Dus op de dagen dat ze niet aan de beurt zijn, doen ze vaak andere dingen. Dan gaan ze tekenen, of spreken ze met vrienden af.”

Sociale contacten

Johanne ziet ook veel voordelen van de telefoon bij haar kinderen. “Sowieso zijn ze wijzer geworden”, vertelt ze. “Ik kan ze niet meer alles wijsmaken. Zeker mijn tweede zoon doet regelmatig aan factchecking: ‘Google zegt iets anders, mam’, zegt hij dan. ‘Wie heeft er nu gelijk: jij of Google?’” Ze gniffelt: “Soms moet ik toch Google gelijk geven. Sowieso komt hij soms met informatie, dat ik denk: jongen, hoe wéét jij dit? De keerzijde is dat hij ook veel op het internet tegenkomt wat niet waar is. Daarom vind ik het zo belangrijk om met mijn kinderen in gesprek te blijven: ‘Denk eens logisch na, klopt het wel?’”

Mediacoach

Nadat Johanne van Kempen 17 jaar in de kinderopvang heeft gewerkt, maakt ze via een aantal omwegen in 2020 een carrièreswitch naar mediacoach. Ze geeft medialessen op basisscholen – zoals een les in het onderscheiden van nepnieuws, of een speurtocht met Google Maps – en geeft media-advies aan ouders, kinderopvangcentra en scholen. Johanne: “Je kunt de mediaopvoeding niet alleen bij de ouders neerleggen. Het kost een dorp om een kind op te voeden – en daar hoort dat hele netwerk rondom het kind bij. Kinderopvang, scholen, sportverenigingen: zolang wij als opvoeders niet goed samenwerken, zullen er ook op mediagebied dingen fout blijven gaan.”

Een ander voordeel is dat het gamen Johanne’s tweede zoon sociale contacten heeft opgeleverd. “Hij heeft autisme en vindt het lastig om buiten contact te maken met andere kinderen”, legt ze uit. “Maar in het creatieve online spel Roblox heeft hij wél een sociaal netwerk opgebouwd. Inmiddels heeft hij dat netwerk zo opgebouwd met onder andere vriendjes uit de klas, dat hij nu soms ook gewoon buiten met ze speelt – terwijl dat voorheen niet lukte. In het spel heeft hij gaandeweg geleerd hoe hij met anderen kan omgaan, waardoor het nu ook buiten zijn telefoon lukt. Zonder telefoon had hij geïsoleerd geleefd.”

‘Lieve ouders, let alsjeblieft op je kinderen’

Terug naar de pijnlijke opmerkingen in de appgroep van haar dochter: hoe heeft Johanne dit uiteindelijk opgelost? “Natuurlijk komt dan de leeuwin in je naar boven. Eerst heb ik mijn dochter een peptalk gegeven. En daarna heb ik de ouders geappt, met wie we ook een groepsapp hebben: ‘Lieve ouders, let alsjeblieft op je kinderen, want in de groepsapp gebeurt meer dan wij doorhebben.’ Een paar dagen later werd ik op het schoolplein aangesproken door een aantal moeders. Ze waren geschokt. ‘Ik had helemaal niet door wat er in de groepsapp gebeurde, ik kijk er nooit in’, gaven ze toe. Ik adviseerde ze om daar toch maar mee te beginnen.”

“Soms denk ik: wat hebben mijn ouders het makkelijk gehad met opvoeden”, vervolgt ze. “Nu voeden we onze kinderen dubbel op: in de offline wereld – zoals wij vroeger zijn opgevoed – maar ook in de online wereld. Laten we realistisch zijn: de telefoon en sociale media zijn een blijvertje. Daar kun je je kinderen wel zo lang mogelijk voor beschermen, maar vroeg of laat krijgen ze hun eigen mobiel. Als je je kind pas in de puberteit een telefoon geeft – en je dan nog wil meegeven hoe hij zich online moet gedragen – ben je simpelweg te laat.”

'Dit is de kwestie' over smartphone en opvoeding

Overmatig gebruik van smartphones heeft negatieve invloed op de fysieke en mentale gezondheid van kinderen, zeggen wetenschappers. Is een smartphoneverbod tot de brugklas verstandig of is een smartphone onmisbaar in deze tijd? Het EO-programma Dit is de Kwestie maakte een uitzending over dit onderwerp hoe je hier als gezin mee om kan gaan. Johanne: “Toen presentator Joram Kaat mijn dochter interviewde, zei ze: ‘Nou, van mij had die telefoon eigenlijk nog niet zo gehoeven.’” Ze lacht: “Dat was voor ons als ouders een verrassende openbaring! ‘Zullen we je telefoon dan maar weer innemen?’ vroeg ik haar. Maar dat zat er helaas niet meer in, haha!”
Dit is de kwestie, dinsdag 3 september om 21.00 uur op NPO2. Of kijk later terug via NPO Start.

Lees hier een interview met Maaike, die zo lang mogelijk wacht met het geven van een smartphone aan haar kinderen: "We hebben onze oudste direct een contract laten tekenen, toen hij er een kreeg."

Dit is de kwestie
Dit is de kwestie

Dit artikel hoort bij het programma

Dit is de kwestie