Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Leve de buitenbeentjes’: Jezus draait alles om

Een essay van Reinier Sonneveld

Het was voor mijzelf een belangrijke ontdekking: Jezus draait alles om. In zijn koninkrijk gelden omgekeerde regels dan in de rest van de wereld. Na een tijdje begon ik mijn enthousiasme hierover te wantrouwen…

Deel:

Maar eerst waarom het me zo aansprak. Iedere gelovige vraagt zich weleens af hoeveel dat geloof nu echt uitmaakt. Wat verschil je nu van je buren? Is je overtuiging wel relevant? Er zijn in een seculiere cultuur allerlei bronnen om goed te leven en de diepere werkelijkheden te onderzoeken. De een leest een paar filosofen, de volgende maakt een reis naar India, een derde gebruikt een keertje paddo’s. Kun je eigenlijk niet prima zonder je geloof? Zijn er niet goede alternatieven?

Op dat soort momenten helpt het mij om te zien waarin Jezus uniek is. Het christendom houdt de waarde van het leven hoog – van elk leven –, het viert dat niets zinloos of verloren is, en geeft zo een heldere richting voor hoe te handelen. Er zijn meer plekken waar zoiets beweerd wordt, meer overtuigingen en religies, maar het christendom is voor de meeste westerse mensen de enige serieuze optie. Dit is bijvoorbeeld de reden dat Ayaan Hirsi Ali onlangs christen werd: de islam was voor haar allang geen optie meer, het atheïsme bleek uiteindelijk te leeg, en in deze wisselvallige wereld voelde het christendom als de enige veilige haven.

Er bestaat geen verhaal dat hoopgevender is

Met Jezus begon deze beweging. Een gewone rabbi die beweerde dat Hij God zelf was, die uiteindelijk zelfs werd doodgemarteld, maar daarvan herstelde. Dat betekent dat de hoogste werkelijkheid zich nergens van afkeert, dat God zich nota bene het lot van de doodgemartelden aantrekt, en zelfs zulke verschrikkingen nog kan genezen. Er bestaat geen verhaal dat hoopgevender is, dit is het meest hoopgevende verhaal dat er logischerwijs kan zijn. De hoogste werkelijkheid die zich met de diepste afgrond verbindt. Dat is Jezus en dat zal altijd blijven inspireren.

Coole buitenbeentjes

Maar wat doe je daarmee? Wat betekent dat in de praktijk? Daar ben ik dus onrustig geworden. Want Jezus draait veel om. Iedereen kent wel de voorbeelden: “Wie is als de kinderen, die is in het koninkrijk juist de grootste.” De zoon die alles verbraste, krijgt het feestmaal. “De eersten, díé zijn de laatsten.” Daarbij haalde ik trouwens als kind al een trucje uit, dat onze zoon onlangs opnieuw heeft uitgevonden. Ik speelde met hem een potje voetbal op straat, ik scoorde, en hij riep: “De eersten zullen de laatsten zijn!” Hoppa, hij had eigenlijk gewonnen, vond hij. Volgens Jezus nog wel. Maar toen hij daarna zelf scoorde, en ik vervolgens klierig riep dat de eersten de laatsten zijn, toen werd zijn repliek, precies zoals ikzelf dat als kind deed: “Maar dan ben ík de laatste en die zijn weer de eersten, dus dan heb ik nog steeds gewonnen…”

Wie zijn de eersten, wie de laatsten? Wat draait Jezus precies om? Toen ik het geloof herontdekte, vertelde ik dat telkens weer gretig: Jezus draait alles om, de regels van het koninkrijk zijn anders, het heet goed nieuws omdat het nieuw is. En dat vind ik nog steeds. Maar ik begon na een tijdje wel te vermoeden dat ik dezelfde truc uithaalde als ons zoontje bij het voetballen. Pasten mijn ontdekkingen niet wat al te goed bij wat ik sowieso al dacht? Waren de omdraaiingen die ik Jezus zag doen, niet verdacht veel in mijn eigen voordeel?

De reacties die toen kwamen, vond ik verbijsterend

Om een voorbeeld te geven: ik heb jarenlang als vrijwilliger met daklozen gewerkt. Als ik daarover vertelde, merkte ik dat dit respect opriep. Mensen bewonderen het als je zoiets doet. En complimenten zijn geen probleem. Iets hoeft niet verdacht te worden als je je er goed over voelt. Mijn punt is alleen dat daklozen onder christenen een ‘aantrekkelijke’ groep outcasts is. Dat speelt ook bijvoorbeeld met vluchtelingen. Het gros van de vrijwilligers die met vluchtelingen werken, doet dat vanuit het geloof. Dat maakt natuurlijk echt verschil en is prachtig. Maar er is ook een andere kant.

Dat merkte ik toen ik mensen sprak uit heel andere groepen, die ook serieuze problemen hebben, waar ik zelden over hoor. Ik sprak bijvoorbeeld een oudere man die door zijn vrouw geslagen werd en niet eens wist dat zoiets mishandeling heet: want mishandeling is in de krant toch iets wat mánnen doen? Ik sprak een vrouw die een paar keer nare dingen met Marokkanen had meegemaakt, daar helemaal klaar mee was en nu op Wilders stemde. Ik sprak een jongeman die diep gefrustreerd was: hij was klein van stuk en kon maar geen vriendin krijgen. En soms vertelde ik die verhalen aan anderen. En de reacties die toen kwamen vond ik, eerlijk gezegd, verbijsterend.

Heb je vijanden lief

Opeens werd er gesuggereerd dat die mishandelde man toch vast zelf ook wel wat gedaan zou hebben. En die vrouw was natuurlijk een racist. En die kleine man was gewoon een ‘incel’. Reacties die ondenkbaar waren als ik sprak over ‘favoriete’ slachtoffers zoals daklozen of vluchtelingen. Niemand in mijn wellevende omgeving zou ooit suggereren dat die hun problemen eigenlijk aan zichzelf te danken hebben of hen wegzetten als een foute groep. En na tientallen van dit soort gesprekken drong het tot mij door: blijkbaar zijn er ‘favoriete’ outcasts, mensen die we graag helpen, maar er zijn ook minder aantrekkelijke losers, die wel degelijk serieuze problemen hebben, maar waar toch net dat smetje aan zit dat we er liever niet zoveel mee te maken hebben.

Laat ik het bij mezelf houden. Ik vond allang dat daklozen en vluchtelingen buitenbeentjes zijn die mijn steun verdienen. Toen ik Jezus herontdekte, werd dat aanvankelijk slechts bevestigd. Ik claimde wel dat Jezus alles omdraaide, maar voor mij draaide Hij niet zoveel om. Ik vond vooral dat Hij voor ánderen veel omdraaide. Pas later leerde ik mensen kennen die mij werkelijk uitdaagden. Bij die mishandelde man moest ik echt vooroordelen opzijzetten. Net als bij die vrouw met haar racistische taal. Of bij de kleingebouwde man. Ik had allerlei oordelen over ze en pas toen ik hun verhaal beter leerde kennen, kon ik met hen meeleven.

Wat als we onze eigen vijanden moeten liefhebben?

Misschien is de spannendste uitspraak van Jezus wel: “Heb je vijanden lief.” Dat is pas een omdraaiing! Want het is preken tegen jezelf. Ik heb zo vaak tegen anderen gepreekt. Ik vond dat Jezus uitstekende adviezen had voor bijvoorbeeld rechtse mensen. Voor mijzelf zouden die adviezen weinig veranderen en Jezus bevestigde vooral mijn eigen ideeën. Ook medechristenen hoor ik veel roepen over wat anderen moeten doen. Zelf zitten we aan de goede kant. Wij weten het al. Maar als we nou eens allemaal onze eigen vijanden moeten liefhebben? Dus de mensen voor wie jijzelf níét al empathie voelt, die je vervelend vindt, irritant, slecht misschien wel?

We hebben allemaal onze favoriete losers en minder favoriete losers. We komen op voor specifieke groepen, vaak groepen van wie onze vrienden het ook cool vinden dat we daarvoor opkomen. Andere groepen laten we links liggen. Soms maken we grappen over hen, we maken ons zorgen over hun invloed, of we kennen ze niet eens. Maar als Jezus vraagt je vijanden lief te hebben, betekent dat: er zijn mensen op wie jij neerkijkt, die jij belachelijk en vervelend vindt, en juist voor hen moet je milder en genadiger worden.

Geschreven door

Reinier Sonneveld

--:--