Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Sanne en Joël verloren twee kinderen: ‘Waarom moest ons dit nog een keer gebeuren?’

Hoe overleef je het verlies van je kind? Het is een vraag die Sanne en Joël niet één, maar zelfs twee keer moeten zien te beantwoorden. Tussen de pijn en het verdriet door zoeken ze naar een antwoord. “Ik hoopte dat er een briefje uit de hemel zou komen, maar dat gebeurde niet.”

Deel:

“Als je me vraagt hoeveel kinderen ik heb, zeg ik: vijf”, vertelt Sanne (31). “Mensen schrikken dan meestal, ze zijn verbaasd. Vijf vinden ze heel veel. Maar ik moet dan altijd even uitleggen dat twee daarvan in de hemel zijn, het zijn er drie om voor te zorgen.” Ze lacht naar haar man Joël (32), die naast haar aan tafel zit. “Dan zijn mensen wel weer gerustgesteld.”

Nog voor het gesprek goed en wel begonnen is, vertellen Sanne en Joël hoe ze elkaar hebben ontmoet. Ze zijn 14 jaar als ze elkaar tegenkomen op een camping in Woudenberg, beiden met hun ouders mee op vakantie. “Toen we elkaar ontmoetten, ging Joël eigenlijk al naar huis. Maar hij is speciaal voor mij nog een dag teruggekomen.”

De twee lachen bij de herinnering. De ontmoeting vormt het begin van een prille verkering. Na zo’n acht jaar besluit het stel hun liefde officieel te bezegelen: ze gaan trouwen. Over een gedeelde kinderwens bestaat geen twijfel. Na twee jaar is Sanne zwanger.

Maar dan gaat het helemaal mis.

Eindelijk genieten

“Ik was heel erg misselijk, maar dacht: dat hoort in de eerste fase van een zwangerschap.” Pas rond week 19 neemt de misselijkheid af en volgt een goede 20-wekenecho. “Toen dacht ik: nu kan ik eindelijk een beetje gaan genieten.”

Maar wanneer ze op een zondagochtend in de kerk zit, voelt Sanne zich niet lekker worden. Ze is dan 23 weken en een aantal dagen zwanger. De dominee zou diezelfde avond het vervolg op de preek geven. “Ik dacht: als ik tussen de middag even ga liggen, gaat het wel weer. Maar van die avonddienst heb ik niets meegekregen. Ik heb denk ik nog nooit zo stilgezeten.”

Sanne licht haar man in. Beide hebben geen idee wat er aan de hand is en gaan in eerste instantie niet van iets ergs uit. Terwijl Sanne onder de douche stapt om de pijn te verzachten, belt Joël toch de verloskundige. Ze raadt hen aan om even langs te komen in het ziekenhuis.

Overbezorgde ouders

“We stapten in de auto en dachten: straks zijn we weer op weg naar huis en zegt het ziekenhuispersoneel: daar had je ze weer, van die typisch overbezorgde ouders.”

Voordat ze vertrekken, besluiten ze toch samen te bidden. “Ik zat in het bad van de douche en Joël zat op zijn knieën naast me. We wisten niet hoe het zou lopen, maar wilden God sowieso vragen of Hij met ons wilde meegaan en voor ons en ons kind wilde zorgen.”

Druppel bloed

De eerste onderzoeken in het ziekenhuis geven geen reden tot zorg. Voor de zekerheid wil de verloskundige toch ook een inwendig onderzoek bij Sanne doen. “Op het moment dat ik mijn broek uittrok, voelde ik een druppel vloed langs mijn been lopen. Dat was de eerste keer dat we dachten: dit is niet goed.”

De arts wordt er meteen bij gehaald. Hij voelt een voetje: Sanne heeft ontsluiting en moet direct aan de weeënremmers. Maar, zo wordt hun verteld, mochten die weeënremmers niet helpen, dan doen ze verder niets. De reden? De baby is nog onder de 24 weken.

Ouders zonder kind

En helaas blijkt dat het geval. Noodgedwongen begint Sanne aan haar veel te vroege bevalling. Om half twaalf ’s avonds wordt Seffan geboren. Twee uur later overlijdt hij.

“Ze hadden ons gewaarschuwd dat hij erg klein zou zijn en dat zijn huidje een beetje door zou schijnen”, herinnert Joël zich. “Maar dat was niet zo. Hij was helemaal compleet en gaaf. Alles was klein, maar we mochten hem kusjes en knuffels geven. We hebben hem heel dichtbij ons gehouden.”

Ze bidden opnieuw tot God, nu met de vraag of Hij hen, als stel, bij elkaar wil houden. De volgende morgen nemen ze Seffan mee naar huis. “We voelden ons ouders zonder kind.”

Een intense rouwperiode breekt aan. Beide gaan hun eigen weg, maar praten ook veel met elkaar en met de mensen om hen heen. “De grond onder onze voeten was weggevallen. Het enige waar we ons aan vast konden houden, was ons geloof. Dat gaf ons perspectief. Eén van de teksten die de dominee tijdens de uitvaart aan Seffan meegaf komt uit het bijbelboek Spreuken, en gaat over bij God zijn, en daar spelen. We wisten: hij is veilig in Jezus’ armen en er wordt goed voor hem gezorgd.”

Beschuit met muisjes

Zes maanden na de geboorte van hun tweede zoon Juda zijn Sanne en Joël opnieuw in verwachting.

Maar dan wordt hun grootste angst opnieuw werkelijkheid. Bij de 20-wekenecho krijgen ze te horen dat de baby ernstige afwijkingen heeft. “Het was meteen duidelijk dat er iets anders aan de hand was dan bij Seffan”, vertelt Sanne. “Bij hem was een bacterie de oorzaak van de vroeggeboorte. Dat was nu niet aan de orde.”

Er wordt hun verteld dat hun babymeisje een open ruggetje heeft, de kleine hersenen ver naar achter liggen en dat ze een hartafwijking heeft. “We kregen vrijwel meteen de vraag of we de zwangerschap wilden afbreken, maar ze bewoog voortdurend in mijn buik. Mijn dochter leefde in mij, dus nee, afbreken was geen optie.”

Hun dochter blijkt trisomie 13 te hebben: “een doodvonnis” weten ze later. “Ons kindje zou gaan sterven, maar niemand wist wanneer. En zolang ik haar nog voelde, was ze bij me.”

Sanne draagt haar dochter uiteindelijk nog 15 weken bij zich. Maar met zo’n 35 weken voelt Sanne geen beweging meer in haar buik. Een dag later bevalt ze, van hun inmiddels overleden, dochter Jedidja. “We voelden ons net als bij Seffan trots en knuffelden met haar. Juda kwam bij zijn zusje kijken en wilde beschuit met muisjes eten. Dat hebben we gedaan.”

Gebed verhoord

Waar de ouders bij het verlies van Seffan houvast vinden in hun geloof, lijkt dit bij Joël na het slechte nieuws van hun dochter Jedidja zoek. “Waarom moet ons dit nog een keer gebeuren? Ik riep naar Hem uit: ‘is dit dan wat U wilt? Twee kinderen van mij in het graf?’”

“Ik hoopte dat er een briefje uit de hemel zou komen, maar dat gebeurde niet. Maar wonderbaarlijk genoeg ervaarde ik toen wel plotseling een diepe rust en de overtuiging dat God goed is. Ik mag bij Hem komen met al mijn vragen, twijfels en boosheid. En ik weet: Hij is goed en Hij zal het wel weten.”

“Die boosheid die Joël had, voelde ik zelf niet,” vult Sanne aan, “maar Joël kon zijn vragen wel bij mij kwijt. Ik had geen antwoorden, maar luisterde naar hem.”

De reden dat het hun lukte om samen te blijven? “Dat komt echt door God. Ons gebed in dat ziekenhuisbed is verhoord. We hebben elkaars mooie en lelijkste kanten gezien en de ander bij de kern van je ziel laten komen. En het geloof is daarbij ons fundament: God houdt ons bij elkaar.”

Maar altijd makkelijk was het niet. “Soms liepen we ons eigen spoor, maar we raakten elkaar niet kwijt. Ik denk dat dat komt doordat we altijd bleven praten. Geef elkaar de ruimte. Je rouwt allebei op een andere manier, dat mag er zijn. ”

“En breng alles bij God”, vult Joël aan. “Je vragen, je angst en je boosheid. Durf het eerlijk te benoemen.”

Verhalenbundel ‘Vier handen op een lege buik’

Het verhaal van Sanne en Joël maakt deel uit van het boek Vier handen op een lege buik van Björn Visser van Stichting Rouwkost. Deze stichting biedt ondersteuning aan ouders die te maken hebben met het verlies van hun kind. In Vier handen op een lege buik vertellen twaalf ouders over wat het verlies van hun kind(eren) heeft gedaan met hun relatie.

Geschreven door

Elodie Harreman

--:--