Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Uitgelichte afbeelding

‘Het leven vieren, dat kon en kan u goed’

10 januari 2024 · 10:46Metterdaad

Update: 21 november 2024 · 13:17

EO-directeur en Metterdaad-presentator Arjan Lock heeft zijn betrokkenheid bij kwetsbare mensen niet van een vreemde. Zijn vader Ary leefde deze betrokkenheid voor; als vader en echtgenoot, maar ook als schooldirecteur én in zijn vijfentwintigjarige voorzitterschap van ZOA, een partner van EO Metterdaad. “Ik hoop dat ik iets heb kunnen toevoegen aan hoe mensen in het leven staan.”

In het ouderlijk huis met weids uitzicht over de Reeuwijker landerijen laat Ary (78) trots zien hoe mooi de tuin erbij staat. Alles wat groeit en bloeit, is bij Ary – zoon van een tuinder – in goede handen. Als zoon Arjan (51) even later binnenkomt, mét cake, begroeten de heren elkaar met een kus. 

Hoe was jullie vader-zoonrelatie vroeger?

Arjan, met een blik op zijn vader: “U kon altijd goed schakelen; doordeweeks was u druk met werk, maar in de weekenden en vakanties focuste u op het gezin.” Ary: “Mijn motto was altijd: mijn drukke werkweek duurt van maandagochtend vier uur tot vrijdagavond elf uur, daarna is het klaar. Op zaterdagen of tijdens vakanties heb ik dus nooit vergaderd. In de weekenden nam ik de kinderen vaak mee naar mijn broers, die hadden een tuinderij waar we ’s ochtends om vier uur startten.”

Arjan: “Het was altijd strijd wie er mee mocht, mijn broers of ik. Ik zie nog voor me hoe mijn vader midden in de nacht naar de zolder sloop en me wakker maakte: ‘Arjan, je moet eruit, we gaan!’ Prachtige herinneringen... Ik moet nu ook denken aan vakanties in Friesland en Frankrijk; met zes kinderen in een volgeladen Peugeot 505 naar Bretagne. Het leven vieren, dat kon en kan u goed.”

Wat zijn recentere dierbare momenten samen?

Arjan: “Mijn moeder overleed toen ze net zestig was. Daar waren wij samen bij.” Ary: “Dat heeft veel indruk gemaakt, ja. Toen we tegen haar zeiden: ‘Het is goed zo, ga maar’, toen wás het ook goed. Zo’n intens moment draag je altijd met je mee...” Arjan: “Ik heb altijd gezien hoe veel jullie van elkaar hielden, dat voel je als kind; op dat moment zag ik die liefde in haar meest ultieme vorm.” Ary: “Wij vulden elkaar aan. Mama was heel sociaal, de bindende factor; als ik nu op visite ga, moet ikzelf die rol op me nemen. Dat was best even wennen.”

Arjan, wat heb jij van je ouders’ opvoeding vooral meegekregen?

Arjan: “Kernwoorden zijn dan verantwoordelijkheid en trouw, voor en aan de plek die jou gegeven is. Maar ook: hard werken voor je geld.”
Ary: “Klopt, ik werk nog steeds hele weken, in de logistiek; vorige week 45 uur. Ik kan niet een week thuiszitten, en het werk is nog gezellig ook.” Arjan, tegen z’n vader: “U hebt ons ook altijd voorgehouden en voorgeleefd dat alle mensen gelijk zijn; verhef je niet boven anderen. Daarbij: toets welke mensen écht zijn en het goede met je voor hebben, zij zijn het waard om in te investeren.”

Ary, welke les heb jij je kinderen – specifiek Arjan – vooral mee willen geven?

Ary: “Vrijheid in hun denken over het geloof. Onze kinderen mochten altijd zelf hun richting kiezen, dat hoefde niet het keurslijf te zijn waar wij zelf in zijn grootgebracht.” Arjan: “Die ruimte heb ik wel gevoeld, ja. Bovendien richt u zelf uw geloofsleven nu ook anders in dan veertig jaar geleden.” Ary: “Toen had ik niet openlijk over mijn geloof kunnen en durven spreken, terwijl ik recent in onze kerk voor een groep jongeren in acht minuten mijn geloofsleven heb blootgelegd.” Arjan: “U hebt na uw pensionering meer vrijheid gevonden doordat u meer uw eigen weg kon gaan, toch?” Ary: “Inderdaad. In mijn ZOA-tijd heb ik de wereld rondgereisd. In Litouwen maakte ik een kerkdienst mee waarvan ik geen woord verstond, maar die mij tóch enorm raakte. Vanaf dat moment is mijn geloof ineens verder tot bloei gekomen.”

Jullie zijn beiden actief (geweest) voor ZOA en Metterdaad. Is die aandacht voor kwetsbare mensen een belangrijk element in de opvoeding geweest?

Ary: “Ja. Als directeur van Driestar College lagen de kwetsbare leerlingen mij het meest na aan het hart. Kleine klassen vond ik voor hen belangrijk. Dat was duur, maar dat maakte me niet uit.” Arjan: “Mama had daar ook oog voor, als juf op een school voor moeilijk lerende kinderen. En als klein ventje zag ik hoe mijn vader genoot van zijn ZOA-werk; soms mocht ik mee naar vergaderingen. Dat heeft mij aangestoken voor mijn Metterdaad-werk, zoals de reizen die ik af en toe maak. Voor die reizen geldt: hoe primitiever, hoe beter.”

Ary: “Comfort interesseerde mij ook nooit, als ik maar ergens kon slapen. Als Arjan terug is van een reis, wil ik altijd graag de foto’s zien om z’n avonturen mee te beleven.” Arjan: “Het is zinvol werk, maar inderdaad ook een groot avontuur, een voorrecht. Ik heb prachtige mensen ontmoet, maar tegelijk ook de rauwheid van het bestaan gezien. En het is waar, ook in Nederland zijn er mensen die het niet goed hebben. En toch, over het algemeen leven we in Nederland op het gouden puntje van de piramide.”  

Hebben jullie al nagedacht over wat je na jullie overlijden concreet wilt nalaten?

Ary: “Dat is heel eenvoudig, het past op een A4’tje. Er zijn geen aandelen, beleggingen of tweede huizen.”
Arjan: “Volgens mij past het bij onze stijl om wel vooruit te denken, maar dat niet heel precies te organiseren. Niettemin zie ik om me heen dat het wél verstandig is om je nalatenschap op tijd te regelen en dat te delen met je geliefden.” Als het gesprek ten einde is, wil Arjan – “Ik ben toch journalist” – nog één vraag aan zijn vader stellen. “Wat zou u willen dat mensen over u zeggen als u er niet meer bent?” Ary: “Ik ben daar wel nieuwsgierig naar, in ieder geval. Laatst zei iemand tegen me: ‘Je bent gewoon een mooi mens’. Dat verraste mij volkomen, ik heb dat zelf helemaal niet door. Daar word ik dan toch even stil van.”

Dan: “Wat ik hoop dat men zal zeggen? Mijn leerlingen zeiden altijd: hij is streng, doch rechtvaardig. Rechtvaardig vind ik wel een mooi woord; eerlijk, oog hebben voor... Ik hoop dat men vindt dat ik menselijk ben geweest, met oog voor mijn naaste. Als iemand zegt God lief te hebben, maar hij laat z’n naaste links liggen, dat is wat mij betreft een onmogelijke combinatie. Je moet het God liefhebben boven alles én de naaste als jezelf wel in de praktijk brengen.” Arjan: “Menselijk is inderdaad het goede woord. Men had ontzag voor u, maar op dat menselijke legde u altijd de nadruk. En ik weet dat u in afhankelijkheid van God leeft.”

En wat hoop jij, Arjan, dat ze over jou zullen zeggen?

Arjan: “Dat mensen bij mij ervoeren dat ze echt zichzelf konden zijn, en tegelijk wisten waar ik als gelovige stond. Dat ik daarmee iets heb kunnen toevoegen aan hoe mensen in het leven staan.” 

Wat wilt u nalaten aan deze wereld?

EO Metterdaad
EO Metterdaad

Dit artikel hoort bij het programma

EO Metterdaad

Deel dit artikel: