Zwanger na 14 jaar kinderloosheid, maar toen stierf de baby
22 november 2024 · 09:00
Update: 22 november 2024 · 09:00
14 jaar lang wachtten Raechel en Jonathan Maskikit tevergeefs op een kindje. Totdat een zwangerschapstest positief bleek. Raechel durfde bijna niet blij te zijn, terwijl Jonathan dolgelukkig was. Toen het kindje na zestien weken in de baarmoeder overleed, stortte hun wereld in. “Het had zó anders kunnen zijn.”
Hoe klein ook, bij binnenkomst kun je hem meteen zien. In de houten schommelstoel naast hun boekenkast ligt een knuffeltje. Een bruin, glimlachend leeuwtje met witte stippen. Z’n linkerpootje opgeheven, als in een vrolijke groet. Niks bijzonders, zou je denken. Tot je oog op de rouwlinten valt waaraan dit leeuwtje zit. Anders dan Raechel (39) en Jonathan (41) hadden gehoopt, is de knuffel nooit door babyvingers vastgepakt.
‘Kusje papa en mama’
De zeven linten liggen waaiervormig uitgespreid op het zitkussen. Ze horen bij de bloemen die – net als deze knuffel – op het kistje lagen van Nathaniel, zoals Raechel en Jonathan hun levenloos geboren zoon hebben genoemd. Op één lintje staat: ‘Kusje papa en mama’.
Op de dag van dit interview is het nog geen half jaar geleden dat ze hem samen in zijn grafje hebben gelegd, op woensdag 1 mei. Nathaniel was pas zestien weken toen zijn hartje er in Raechels buik mee stopte en hun langgekoesterde droom – een gelukkig gezinnetje vormen – uiteenspatte.
Nog vijf dagen
We spreken elkaar bij hen thuis in Hoogeveen, in een kamer op de eerste verdieping met drie stoelen.
“Dit had de babykamer moeten zijn”, vertelt Raechel. “Zie je die kartonnen doos, naast je op de grond? Daarin hebben we Nathaniel mee naar huis genomen na de bevalling. We mochten hem nog vijf dagen bij ons hebben voordat we hem moesten begraven.”
Jonathan, die naast haar zit: “Vijf ongelofelijk kostbare en mooie dagen. Maar tegelijk ook onbeschrijfelijk moeilijk en verdrietig.”
Onvervulde kinderwens
Raechel en Jonathan trouwden in december 2003. Vanaf het moment dat ze – enkele jaren later – openstonden voor de kinderzegen, zagen ze verwachtingsvol uit naar een zwangerschap. Maar die bleef uit. Terwijl steeds meer stellen om hen heen zwanger en daarna vader en moeder werden, bleef hun kinderwens onvervuld.
“Op den duur ben ik toch maar eens naar de huisarts gegaan”, vertelt Raechel. “Die kon niets bijzonders ontdekken waardoor ik niet zwanger zou kunnen worden. Maar voor alle zekerheid werd ik doorverwezen naar het ziekenhuis, voor een vruchtbaarheidsonderzoek.”
Jonathan: “Ook daar konden ze niets bijzonders vinden.”
Knobbeltje
Raechel: “Terwijl we bezig waren met onze kinderwens, ging ik later opnieuw naar het ziekenhuis omdat ik een knobbeltje in mijn borst had ontdekt. De dag voordat we de uitslag kregen van het vruchtbaarheidsonderzoek, kreeg ik de diagnose borstkanker. Ik was net 26 geworden. Omdat ze van onze kinderwens wisten, stelden ze in het ziekenhuis voor een spoed-ivf te doen. Dat betekent dat ze, in een versnelde procedure, eitjes bij me hebben weggehaald. Die zijn bevrucht en daarna ingevroren, voordat de behandelingen voor mijn borstkanker begonnen: een operatie, bestralingen en chemo’s.”
Waren daar risico’s aan verbonden voor een eventuele zwangerschap?
Raechel: “Ja. Mijn cyclus zou hierdoor verdwijnen. En door de antihormoon-therapie zou ik in de overgang kunnen komen. De pillen daarvoor heb ik anderhalf in plaats van de voorgeschreven vijf jaar geslikt, juist vanwege onze kinderwens. Mijn cyclus kwam gelukkig wel weer op gang. Omdat ik zo jong was, was ook de overgang in mijn geval tijdelijk.”
‘Een terugkerend trauma’
Jonathan: “Dat haar cyclus terugkwam, gaf ons nieuwe hoop.”
Raechel: “Dit gebeurde rond 2014. Toen waren we inderdaad heel hoopvol. Maar opnieuw raakte ik, ondanks diverse ivf-behandelingen, niet zwanger.”
Was dat, op den duur, traumatisch?
Raechel: “Ik heb het als een terugkerend trauma ervaren. Allerlei mensen om ons heen werden zwanger. Wij niet.”
Jonathan: “Ook voor mij als man was het heel confronterend. Vader worden was voor mij een sterke wens. Juist omdat wij zo jong getrouwd waren, dacht iedereen om ons heen dat wij wel als eersten ouders zouden worden. Niet dus. We hebben er samen heel wat om gebeden en gehuild.”
Zo veel gebeden
Naarmate de jaren verstreken, vond ze het steeds moeilijker om er ‘normaal’ mee om te gaan, vertelt Raechel. “Bijvoorbeeld als iemand in onze familie- of vriendenkring een zwangerschap meldde. Dan kon ik zomaar een enorme huilbui krijgen.”
Jonathan: “We hebben samen zo veel tranen gelaten, zo veel gebeden. Verdriet, wanhoop… Het voortdurende gemis, ook.”
In mijn droom vertelde ik mijn schoonzus dat ik zwanger was
Spontaan zwanger
Na veertien jaar wachten veranderde plotseling alles: Raechel ontdekte dat ze alsnog spontaan zwanger was geworden.
“Een wonder”, zegt ze. “Want we hadden net een laatste ivf-poging gedaan, die ook op niets uitliep. Dit was twee maanden erna. Kort daarvoor had ik trouwens gedroomd dat ik zwanger was en dat aan mijn schoonzus ging vertellen. En ik weet nog dat ik die week heel emotioneel was. Was die droom misschien profetisch? In ieder geval dacht ik: laat ik voor alle zekerheid een test doen. We hadden er nog een paar liggen. Die bleek positief. Maar ik kon het bijna niet geloven. Direct een nieuwe gedaan: ook positief. Diezelfde ochtend haalde ik nog een test in de winkel. Eentje waar ‘zwanger’ op staat als de uitslag positief is. En dat was zo.”
Hoe reageerde jij, Jonathan?
“Het was zaterdagochtend en ik sliep nog. Maar Raechel maakte me wakker. Ze zei: ‘Kom mee, ik heb een heel leuke verrassing voor je…’ Nóóit gedacht dat het een zwangerschap zou zijn. Beneden lag een knuffeltje, en die test met ‘zwanger’ ernaast. Ik was even met stomheid geslagen en riep: ‘Prijs de Heer!’”
Bij de eerste echo, toen ik het hartje hoorde kloppen, sprongen de tranen me letterlijk in de ogen
Andere gevoelens
“Bij de eerste echo, toen ik het hartje hoorde kloppen, sprongen de tranen me letterlijk in de ogen”, vervolgt hij. “Een droom die na al die jaren alsnog uitkwam. Een geschenk uit de hemel.”
Intussen worstelde Raechel met totaal andere gevoelens. “Sowieso had ik heel veel moeite mijn zwangerschap te accepteren, toe te laten als het ware”, zegt ze. “Ik had al zo lang met die leegte geleefd. Ik geloofde het gewoon elke keer niet. En die eerste echo… Ik stond gewoon doodsangsten uit: wat als het hartje niet klopt? Ik heb mezelf een tijdje ziek gemeld op mijn werk, omdat ik half overspannen was. Ik kon niet omschakelen van het trauma van die onvervulde kinderwens naar zo’n totaal nieuwe situatie.”
Bij jou lag er een rem op de blijdschap?
“Ja. Het duurde heel lang voordat ik de blijdschap toe kon laten. Misschien dat ik pas bij de tweede echo – met tien, elf weken – voor het eerst dacht: oké, het is echt waar.”
Jonathan: “Dat was nog maar een of twee weken voordat we hoorden dat er complicaties waren…”
Raechel: “En toen was ik ook weer bang voor de NIPT-test.”
Daarbij wordt naar chromosoomafwijkingen gekeken?
Raechel: “Klopt. Die test was, achteraf gezien onterecht, goed. Toen ben ik twee dagen echt blij geweest. Twee dagen was ik ongeremd blij.”
Jonathan: “Uit een volgende echo, op Goede Vrijdag, bleek dat er complicaties waren. Vocht in het nekje. Dat breidde zich steeds verder uit.”
Raechel, een hand op haar borst: “Meteen voelde ik een enorme ongerustheid.”
En jij, Jonathan?
“Ik vertrouwde erop dat het goed zou komen.”
Raechel: “De volgende echo bevestigde: er was écht iets niet goed. Sindsdien durfde ik eigenlijk niet naar de echo’s te kijken. Ik vond het doodeng.”
Jonathan: “Ik bleef vertrouwen dat het goed zou komen. Zelfs als er complicaties waren. God is een God van wonderen, toch?”
Raechel: “Nathaniel had sowieso klompvoetjes. Maar er was ook iets mis met zijn hart, en met de niertjes, door een bepaalde chromosoomafwijking.”
Springlevend
Jonathan: “Tegelijk was hij superactief op de echo’s. Springlevend.”
Raechel: “Met zestien weken hadden we weer een echo gepland, bij de gynaecoloog in Groningen.”
Jonathan: “De gynaecoloog zocht naar de hartslag. Op de monitor zagen we tot onze schrik dat hij helemaal stil was.”
Raechel: “Ze zei: ‘Ik zie geen hartactiviteit meer.’”
Jonathan: “Ik was helemaal in shock. ‘We geven jullie even een momentje’, zei ze. Toen begon Raechel hartverscheurend te huilen. Ikzelf ook. Minutenlang. Helemaal kapot van verdriet en verbijstering.”
Raechel: “De gynaecoloog had de monitor uitgezet. Gelukkig. Je wilt niet naar je levenloze kindje kijken… Ik zie dat laatste beeld nog steeds voor me.”
Jonathan: “Opeens voel je geen grond meer onder je voeten. Alleen maar tranen, pijn, vragen. Waarschijnlijk was dat ook de opeenstapeling van alles, van die veertien jaar pijn vanwege de kinderloosheid. Dat hij zou kunnen overlijden, daar had ik geen seconde rekening mee gehouden. Het had zó anders kunnen zijn.”
Raechel: “Op dat moment kwam alles eruit, in golven van verdriet. We waren kapot van verdriet.”
Dat laatste beeld zie ik nog steeds voor me
Lied van overgave
Jonathan: “Toen we – emotioneel helemaal kapot – naar huis reden, zei ik tegen Raechel: ‘Weet je nog wat we samen hebben afgesproken? Win or lose, we give Him praise (‘Of we winnen of verliezen, we zullen Hem prijzen’, red.). Thuis pakte ik mijn gitaar en hebben we samen God geprezen, terwijl de tranen over onze wangen stroomden. Een lied van overgave, waarin we Nathaniel teruggaven aan God. Dat deed enorm veel pijn. Tegelijkertijd ervoeren we ook de diepe vrede van Gods aanwezigheid.”
Twaalf uur
De bevalling, die enkele dagen later met medicijnen werd opgewekt, duurde maar liefst twaalf uur.
Raechel: “Lichamelijk en mentaal was het loodzwaar. We kwamen er op een maandag achter dat ons kindje niet meer leefde. De bevalling was die donderdag, in het ziekenhuis in Groningen.”
Jonathan: “Er is een speciale kamer op de kraamafdeling voor dit soort bevallingen.”
Raechel: “Ik was in de zeventiende week. We moesten nog een tijdje in de wachtkamer zitten, tussen vrouwen die echt hoogzwanger waren, met van die bolle buiken. Die zullen wel gedacht hebben: wat doe jij hier?”
Het gezichtje
Jonathan: “Toen Nathaniel eenmaal geboren was, hebben we hem dus in die doos meegenomen naar huis.”
Raechel: “En daarin zat een soort tupperwarebakje, gevuld met water. Daar lag hij in. Thuis hadden we koelelementen, van de begrafenisondernemer. Ze noemen dat een water-opbaring.”
In plaats van een kerngezond kind namen jullie op 26 april een piepklein, levenloos baby’tje van zestien weken mee naar huis...
Jonathan strekt zijn rechterhand uit, de palm open naar boven. “Hij paste met 12,5 centimeter op mijn hand, zó klein. En 45 gram, een veertje; je telefoon is veel zwaarder. En toch: alles erop en eraan.”
Raechel, glimlachend: “Een neusje, lieve oortjes, het gezichtje, teentjes, lipjes… Superklein, maar echt een mensje. Hij lag in dat bakje naast ons, op Jonathans nachtkastje. Ondanks alle verdriet was het toch ook heel erg mooi dat hij die vijf dagen bij ons was. Daar hebben we God voor gedankt.”
‘We genoten even’
“Op het moment van de geboorte en ook die dagen dat hij thuis was, ervoeren we een vrede van God die rationeel niet te bevatten is”, vult Jonathan aan. “We genoten even van ons gezinnetje. Natuurlijk hadden we vragen. Waarom liet God dit toe? Maar ik ben ervan overtuigd dat God je nooit ‘zomaar’ door lijden heen laat gaan. Er is altijd een reden. Alleen weten we niet of we daar in dit leven iets van zullen ontdekken, of pas hierna. Maar ooit zal het duidelijk worden waarom dit grote leed ons is overkomen. En we hebben ook tegen elkaar gezegd: wat er ook gebeurt in ons leven, we zullen God prijzen. En blijven prijzen.”
Zelfs als de zwaarste stormen over je leven razen?
Jonathan: “Je kunt kapot zijn van verdriet en diepe pijn voelen, en toch dankbaar zijn. Dat kan samengaan.”
Raechel: “We zijn God heel dankbaar dat Nathaniel in ons leven is gekomen. Wij hebben hem mogen zien en, hoe kort ook, even bij ons mogen hebben.”
Jonathan: “Zijn komst heeft om zo te zeggen de ban van de kinderloosheid doorbroken. Nathaniel gaf Raechel het geschenk van het moederschap, en mij dat van het vaderschap. Daar danken we God voor: we zijn ouders geworden. Weliswaar niet van een levend kindje, maar… hij is onze zoon, en we gaan hem na dit leven ook ontmoeten.”
Dieper dan ooit
Het blijft enkele seconden stil, terwijl Jonathan een traan wegveegt. “God gaf zijn enige Kind voor ons. Juist door wat we met Nathaniel hebben meegemaakt, ervaar ik dieper dan ooit wat dit voor God moet hebben betekend. Hij gaf zijn perfecte Zoon voor ons, zondige mensen, die er vaak zo’n puinhoop van maken, om voor ons aan het kruis te sterven.”
Boekjes voorgelezen
Op LinkedIn schreef Jonathan op 16 mei dat ze babyboekjes aan Nathaniel hebben voorgelezen en liedjes voor hem hebben gezongen.
Raechel: “Voor ons was dat een vorm van verwerking: doen wat je normaal ook zou doen na een geboorte. We hebben in die vijf dagen heel vaak tegen Nathaniel gezegd hoeveel we van hem houden. Natuurlijk weten we dat hij dat niet hoorde, maar toch…”
Jonathan: “We hebben ook nog met hem gedanst.”
Hoe konden jullie dat opbrengen?
Raechel: “We wisten dat we hem maar vijf dagen bij ons zouden hebben, en daarin wilden we zo veel mogelijk dingen doen die ouders doen. Juist omdat je weet: na de begrafenis kan dit niet meer. Nooit meer.”
Jonathan: “We hadden die enorme behoefte om bij hem te zijn, zolang het kon.”
Raechel: “Als iemand mij dit een jaar geleden had verteld dat iemand zou dansen met een levenloos kindje, had ik het me niet kunnen indenken. Toch deden we dat. En genoten we van ons zoontje.”
Een zonnige woensdag
Ook de dag van de begrafenis, een warme en zonnige woensdag, staat voorgoed in hun geheugen gegrift.
Jonathan: “Na de dienst, waarin het evangelie heel duidelijk is verkondigd en we met elkaar ook diverse lofliederen zongen, hebben Raechel en ik Nathaniels kistje samen in het graf gelegd.”
Verzacht het jullie verdriet enigszins, de wetenschap dat Nathaniel nu bij God is?
Raechel: “Ergens wel, ja. We hebben hem moeten loslaten. Maar we zien er zo naar uit om hem na dit aardse leven terug te zien.”
Jonathan: “Op LinkedIn schreef ik: ‘Ik ben dankbaar voor de immense liefde waarmee Nathaniel aan de andere kant van de eeuwigheid met ons verbonden is. Die liefde vergaat nooit…’”
Dapper zoontje
Jonathan pakt de herinneringskaart erbij, die op de doos staat waarin ze Nathaniel na de bevalling mee naar huis namen. Daarop schreven ze:
Lieve Nathaniel, nooit zullen we jouw stem horen, jou in slaap zingen of een flesje geven, maar we weten dat je veilig bent in de armen van onze hemelse Vader.
We zijn zo trots op jou, dapper zoontje! Tot in de hemel, liefste schat.
Liefs, jouw mama en papa