Hoe voorkomen we grensoverschrijdend gedrag in de kerk?
16 oktober 2024 · 14:07
Update: 18 oktober 2024 · 12:15
Grensoverschrijdend gedrag: op de werkvloer, in het openbaar vervoer, op school en zelfs in de kerk komt het voor. Wat is het precies? En wanneer weet je of je er zelf (misschien onbewust) mee te maken hebt? Samen met stichting 'Veilige Kerk' geeft Visie vijf tips om grensoverschrijdend gedrag in jouw kerk te voorkomen. En nee, het betekent niet dat je ‘dan ook helemaal niets meer mag zeggen’.
1. De kerk is net je werk
Behalve dat je er op andere dagen en waarschijnlijk met een ander doel te vinden bent, verschilt je werk niet zo gek veel van de kerk als het om grensoverschrijdend gedrag gaat. Zo doen de gedragscodes en omgangsregels die op de werkvloer gelden – en de laatste tijd misschien zijn aangescherpt – het ook prima op de zondagochtend in de kerk. Geef je je collega niet zo snel spontaan een knuffel? Doe dat bij die mevrouw naast je in de bank dan ook maar niet. Deel je bij het koffiezetapparaat in de kantine geen ongevraagde intieme verhalen? De kerk is daar ook geen geschikte plek voor. En maak je tijdens een vergadering geen grappen ten koste van een collega? Tijdens een kringgesprek of gemeenteavond is dat natuurlijk ook geen optie.
Landelijke conferentie Veilige Kerk
2. Stel omgangsregels op
Je kent ze vast, van die houten borden met inspirerende teksten erop om je ergens welkom te heten – elke regel vaak in een totaal ander lettertype: ‘In deze kerk…’. Of je ze nu zelf aan de muur hebt hangen of liever zo snel mogelijk je blik van zulke borden afwendt, het idee erachter leent zich goed voor het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag in de kerk. Stel met een groep gemeenteleden een paar omgangsregels op die gelden voor jullie kerk en communiceer deze duidelijk naar de rest van de gemeente, bijvoorbeeld met een houten welkomstbord bij de ingang. Je kunt er ook voor kiezen om verschillende omgangsregels voor verschillende groepen vrijwilligers op te stellen: voor jeugd- en pastorale werkers kunnen bijvoorbeeld specifiekere regels van belang zijn.
3. Weet bij wie je terecht kunt
Over duidelijke communicatie gesproken: het is belangrijk dat mensen in de kerk weten bij wie ze terecht kunnen als er iets mis dreigt te gaan of is gegaan. Weet je of er in jouw kerk een vertrouwenspersoon is? En waar je klachten en vermoedens van grensoverschrijdend gedrag in jouw kerk kunt melden? Die informatie is belangrijk en moet dus duidelijk gecommuniceerd worden. Is dat nog niet het geval, neem dan contact op met jouw gemeenteleiders om dit in gang te zetten. Het kan ook een idee zijn om in de kerk een commissie te vormen die met dit onderwerp aan de slag gaat.
4. Wat gij niet wilt dat u geschiedt…
… doe dat ook een ander niet. Een gouden oude, die onmisbaar is als het gaat om het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag. Van jezelf weet je vaak goed wanneer je je onveilig voelt. Iemand maakt een dubbelzinnige opmerking, er wordt in een groep niet naar je geluisterd of iemand is wel erg handtastelijk in het contact. Je kunt ervan uitgaan dat een ander dat ook niet prettig vindt. Pas wel op: de positieve variant van dit Bijbelse gezegde (behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden) gaat in dit geval niet altijd op. Zelf vind je het misschien fijn om na de preek direct naar de koffietafel te sprinten om Jan en alleman aan te schieten voor een praatje. Anderen houden zich misschien wat meer op de achtergrond en bekijken het tafereel liever vanaf een afstandje. Leg je eigen behoeften dus niet aan anderen op, want ook dat kan nogal intimiderend overkomen.
5. Zou ik dit tegen mijn moeder zeggen?
Mag ik dan helemaal niets meer zeggen? De mevrouw naast je complimenteren met haar blouse, hoeft zeker niet direct een onveilige sfeer te creëren. De toon waarop je het zegt en de blik die je erbij geeft, zijn daarbij allesbepalend. Twijfel je of je een compliment wel of niet kunt geven? Stel jezelf dan de vraag: zou ik dit ook op deze manier tegen mijn moeder zeggen? Dan zit je vaak wel goed.