Zijn we op weg naar een christendom zonder religie?
12 juli 2018 · 19:14
Update: 19 november 2024 · 16:09
Op de populaire Amerikaanse nieuwswebsite Huffingtonpost.com staan 21 redenen voor slimme mensen om niet in God te geloven. In een serie blogs houdt theoloog Marinus de Jong deze redenen tegen het licht. In deze aflevering reden #21: Geloof in God is waarschijnlijk een eerste fase van menselijke evolutie.
Het is een populaire gedachte dat geloof een fase is in de menselijke evolutie. Daar zijn allerlei argumenten voor. Je kunt de geschiedenis van de godsdienst zien als een ontwikkeling van bijgeloof in geesten en magie, dat zich ontwikkelt naar een geloof in meerdere goden (Grieken, Germanen), om vervolgens via het geloof in één God (christendom, jodendom, islam) uit te komen bij het afscheid nemen van God. Dit zou dan samenhangen met toegenomen welvaart en vooruitgang van de wetenschap. Vroeger hadden we God nodig, maar nu zijn we zo ver gevorderd, dat we Hem niet meer nodig hebben. Net zoals nu niemand meer in Zeus gelooft, zal religie op zich een herinnering uit het verleden worden.
Religie is aangeboren
Het is gemakkelijk om hier in de verdediging te schieten. Daar zijn genoeg redenen voor. We kunnen bijvoorbeeld niet in de toekomst kijken. En deze manier van kijken naar de geschiedenis is heel erg bepaald door een idee van evolutie en vooruitgang. Wie bepaalt dat dit vooruitgang is? En wie zegt dat die vooruitgang geen neergang wordt? Bovendien is de beweging van veel goden naar één god naar geen god een veel te eenvoudige voorstelling. Waar past het springlevende hindoeïsme met zijn vele goden in deze voorstelling? En het boeddhisme dat eigenlijk helemaal geen goden kent? Religies vergelijken is ingewikkeld, om nog maar niet te spreken van het beschrijven van een evolutie daarin.
Daar komt nog bij dat het idee dat welvaart religie doet verdwijnen, een op zijn minst aanvechtbare stelling is. In de jaren zestig was deze ‘secularisatiethese’ wijdverbreid, maar inmiddels hangt geen religiewetenschapper deze meer aan. Want religie blijkt niet te verdwijnen. Het atheïsme mag dan harder groeien dan het christendom of de islam, allerlei vormen van religie blijven de kop op steken. Dat sluit ook naadloos aan bij de consensus onder psychologen dat religie hoogstwaarschijnlijk aangeboren is: zet een paar kinderen op een onbewoond eiland en ze zullen in een god gaan geloven.
Christendom zonder religie?
Toch is met die verdediging de kous niet af. De afgelopen eeuw waren er veel christelijke denkers die onderscheid gingen maken tussen religie en christelijk geloof. Een voorbeeld daarvan is Dietrich Bonhoeffer. Bonhoeffer werd beroemd omdat hij door de nazi’s werd gevangengezet en geëxecuteerd omdat hij een aanslag op Hitler mee beraamde. Hij zag ook dat er voor het eerst mensen zonder religie waren. Daarbij dacht hij vooral aan Hitler en zijn volgelingen, maar ook aan het communisme. Zijn vraag was vooral: hoe kan ik christen zijn in de seculiere wereld om daar verzet te bieden tegen de nazi’s? Hij liet misschien wel voor het eerst de gedachte toe: kan er ook christendom zijn zonder religie? Kan ik christen zijn zonder over God te praten? Zonder te bidden, zonder kerkdiensten? Misschien is dat wel hoe wij vandaag de dag moeten lijden met Christus, vraagt Bonhoeffer zich af. Ook Jezus was van God verstoken aan het kruis. En dit is niet wat goedkope kritiek op institutionele religie, de kerk en theologie. Dit gaat veel verder: dit is leven alsof God niet bestond, etsi deus non daretur.
De gedachte van Bonhoeffer fascineert mij en velen met mij. Wat hij er precies mee bedoelde, weten we niet goed en is onderwerp van veel studies. Maar hij had een diep verlangen om christen te zijn in deze wereld, hoe goddeloos deze wereld ook is. Dat herken ik. Is Christus Heer van de wereld, of alleen van de kerk? Dat is een terechte vraag. Bonhoeffer gaat heel ver om naast zijn god-loze medemens te staan en daar Jezus na te volgen.
Als mensen zeggen: ‘O, je bent religieus,’ herken ik me daar niet in. Het is geen hobby. Ik ben niet religieus, ik ben mens net als ieder ander. De kritiek op religie deel ik bijna altijd. Het is hypocriet, het is op zichzelf gericht, het is losgezongen van de wereld en het gewone leven. En vooral: het gebruikt of misbruikt de naam van God om allerlei menselijke ideeën goed te praten. Religie klinkt als opsmuk: niet essentieel. Bonhoeffer wil dat helemaal uitkleden, tot alle overbodige opsmuk weg is. Maar het is zaak deze gedachte niet te richten op de kerk of op anderen, maar allereerst op jezelf. Hoe ver kun jij gaan voor de a-religieuze ander? Hoe veel mag de navolging je kosten?
Die religiekritiek is ook in de Bijbel gemakkelijk te herkennen. Denk aan het Oude Testament en de kritiek op de offers en de tempeldienst. ‘Ik walg van jullie tempeldienst. Wat moet ik met jullie offers?’ (Jesaja. 1) Het is God niets waard als er geen recht wordt gedaan. Denk ook aan Jezus en Zijn constante woordenstrijd met de Farizeeën over hun nadruk op uiterlijkheden. Religiekritiek ligt aan het hart van het christelijk geloof.
Religie sterft uit
De gedachte dat religie zich ontwikkelt en zelfs uitsterft, is misschien toch zo gek nog niet. Bonhoeffer gaat met zijn vragen erg ver. Ik kan niet alles meemaken, maar zijn zoektocht naar de kern en zijn scherpe zelfkritiek vergeet ik niet. En bedenk dat er op de nieuwe aarde ook geen religie meer is. Dan is God alles in allen (1 Korinthe 15:28). Geen tempel, kerken of priesters (Openbaring 21:22). Maar ‘gewoon’ God, de wereld en de mensen. Hoe je het ook bekijkt: we zijn op weg naar een christendom zonder religie.
Beeld: Shutterstock
In het voorjaar van 2018 verscheen bij De Vuurbaak het boek Altijd groter, 21 redenen om (niet) in God te geloven van de hand van Marinus de Jong. Het boek bevat de blogs die hij schreef voor Visie.eo.nl, inclusief verwerkingsvragen en verdere lees- en kijksuggesties. Prijs: € 12,50.