Zangeres Channah Hewitt: 'God is een Mastermind'
Over grenzen aangeven en God blijven volgen
Waar ze bij DanceSing continu haar grenzen moest bewaken, kon ze bij The Voice of Holland meer zichzelf zijn. Zangeres Channah Hewitt (26) vindt steeds meer rust in wie ze is, midden in de grillige entertainmentwereld.
Begin 2019 bereikt Channah Hewitt (26) de finale van tv-programma DanceSing, een talentenjacht op SBS6 voor mensen die kunnen zingen én dansen. Ze houdt er een vervelende nasmaak aan over. “De productie wilde me neerzetten als ‘de sexy Beyoncé’; elke ronde moest ik vechten om niet in string en met tepelplakkers op het podium te staan”, vertelt Channah. “Ik vond het emotioneel heel zwaar om m’n grenzen aan te geven. Maar ik ben er trots op dat ik voet bij stuk heb gehouden.”
The Voice of Holland
Ruim een jaar later doet ze – na lang twijfelen – mee aan The Voice of Holland, waar ze in team Waylon de halve finale bereikt. En dat was een wereld van verschil. “Ik was positief verrast, het heeft al m’n slechte nasmaken uitgewist. Ik voelde me gehoord en gezien. Ik heb nooit ordinaire dingen hoeven doen of rare teksten hoeven zingen. Er was minder drama, mensen waren zekerder over zichzelf. Ook ikzelf stond sterker in m’n schoenen.”
Vanaf het begin heb ik gezegd dat het belangrijkste aan mij is dat ik een kind van God ben
Haar geloof betekent veel voor Channah, en dat wil ze laten zien – ook tijdens The Voice. “Vanaf het begin heb ik gezegd dat het belangrijkste aan mij is dat ik een kind van God ben. Overal waar ik heenga, wil ik met een liefdevolle energie komen. De regisseur van The Voice zei tegen me: ‘Ik heb al die jaren nog nooit gewerkt met iemand die zo’n goed hart heeft.’ Dat is een van de grootste complimenten die je kunt krijgen.”
Mastermind
Channah ziet hoe God in haar leven werkt. “God is echt een Mastermind. Hij zet dingen in lijn met elkaar. Bij DanceSing heb ik geleerd mijn grenzen aan te geven in het artiestenwereldje. Ik ga niet iedereen proberen te pleasen; aan het eind van de dag please ik God en mijzelf dan niet.”
Geschreven door
Eline van Lindenberg