Yasmen vluchtte uit Pakistan: ‘Vrouwen worden behandeld als slaven’
Versterk de positie van Pakistaanse meisjes
Halsoverkop vluchtte de Pakistaanse Yasmen (48) uit het land waar vrouwen niets waard zijn. EO-directeur Arjan Lock zoekt haar op in haar flat in Weesp, met één grote vraag: hoe is het om als vrouw te leven in het land dat qua vrouwenrechten onderaan bungelt? “Ik ken veel verhalen van vrouwen die zelfmoord pleegden, omdat ze het leven niet meer aankonden.”
Als ik bij een hoge galerijflat in het winderige Weesp aanbel, word ik begroet door twee paar donkere ogen en brede glimlachen. Yasmen en haar man Canadey staan verwelkomend in de deuropening. Na een elleboogboks stap ik de drempel over en lijkt het alsof ik verder ben gereisd dan ik daadwerkelijk deed. Dankzij de scherpe geuren die uit de keuken ontsnappen, de zoetigheden die gastvrij op tafel staan en de blinkende versiersels op de lampen, spiegels en schilderijen aan de muur, krijg ik het gevoel dat ik toch de grens ben overgestoken. De grens naar Pakistan.
Veilige bubbel
Yasmen is geboren in Karachi, de grootste stad van Pakistan, die het commerciële hart van het Aziatische land vormt. “Mijn vader was evangelist en mijn opa en oom waren pastors. Ik ging naar de zondagsschool van onze kerk – Assembly of God – en werd door mijn familie betrokken bij de bediening van deze gemeente. Ik zat op de katholieke school St. John’s, waarna ik op een meisjesschool terechtkwam. Daar had ik veel moslimvriendinnen. We aten en speelden samen en vierden samen feest. Van christenvervolging merkte ik bijna niets. Mijn leven was een veilige bubbel.”
Niets waard
Als Yasmen op 18-jarige leeftijd Canadey tegen het lijf loopt, is ze op slag verliefd. “Ik voelde direct iets. Het was liefde!” En die liefde is wederzijds, beaamt Canadey. “Haar prachtige ogen vielen mij direct op. Al snel deed ik een aanzoek.” Yasmen: “Ik zei: ‘Oké, maar dan moet je eerst met mijn ouders praten. Als zij het ermee eens zijn, trouw ik met je.’ Beide families gingen akkoord en we verloofden ons kort daarna.”
Yasmen neemt me mee naar de kamer, waar een paar ingelijste trouwfoto’s hangen. “We trouwden in 1993, toen ik 21 was.”
Vrouwen worden overgoten met zoutzuur
Pas wanneer Yasmen als getrouwde vrouw naar de Lahore-regio verhuist, dicht tegen de Indiase grens aan, beseft ze hoe uitzonderlijk haar jeugd was. Ze schrikt van het zelfbeeld dat veel van haar nieuwe dorpsgenoten hebben. “In de Pakistaanse cultuur zijn vrouwen niets waard. In meisjes wordt nauwelijks geïnvesteerd. Ze worden vooral gezien als een last. Omdat gezinnen zo groot zijn en er veel armoede is, worden meisjes al jong uitgehuwelijkt door hun ouders. Soms al op heel jonge leeftijd, tussen de 12 en 15 jaar.” Haar blik wordt serieus. “Kindhuwelijken horen bij de Pakistaanse traditie.”
Vrouw als slaaf
Vroeg uitgehuwelijkt worden betekent bijna altijd dat jonggetrouwden niet meer naar school gaan. “School is niet gratis in Pakistan,” vertelt Yasmen. “Zelfs voor de overheidsscholen moet je betalen. En dan komen daar nog kosten voor een uniform, boeken en schoolspullen bij. Maar waarom zou je investeren in je dochter als ze toch al vroeg het huis uit gaat?”
Zonder opleiding kunnen meisjes slechts ongeschoold werk doen, dat weinig geld opbrengt. Als een meisje dan in het huis van haar man trekt, behandelt hij haar vaak als slaaf, weet Yasmen. “Hij blijft herhalen dat hij voor haar heeft betaald, dus dat zij hem wel moet gehoorzamen.”
Uit de vele verhalen die Yasmen zelf van Pakistaanse vrouwen hoort, weet ze dat er nog veel meer manieren zijn om hen klein te houden. “Vrouwen worden verkracht of overgoten met zoutzuur, zodat hun schoonheid wordt vernietigd. Ik ken vrouwen van wie zelfs hun neus werd afgesneden omdat ze hun man niet gehoorzaamden. Dat betekent in onze cultuur dat je een slecht karakter hebt. Het is gruwelijk. Ik ken veel verhalen van vrouwen die zelfmoord pleegden, omdat ze het leven niet meer aankonden.”
Slechtbetaalde baantjes
Ben je behalve vrouw ook christen, dan is het leven in Pakistan nóg ingewikkelder, vertelt Yasmen verder. “Christenen in Pakistan zijn vaak arm en ongeschoold. Ze vormen een minderheid en zijn daardoor vaker slachtoffer van vervolging. Ze voelen zich minderwaardig en denken als slaven. De christenvrouwen die ik op het platteland tegenkwam, konden niet uit de Bijbel lezen en hadden slechtbetaalde baantjes. Ze werkten op het land of als schoonmaker in huizen van moslims. De vrouwen namen ook gebruiken uit de islam over, omdat ze niet beter wisten. Ze bleven bijvoorbeeld binnen als ze ongesteld waren, wat geen christelijke, maar een islamitische regel is.”
Ik kan hier over straat lopen zonder bang te zijn voor mannen
Om christelijke vrouwen te helpen, besluit Yasmen elke middag om vier uur een Bijbelstudie in haar huis te organiseren. Daarnaast spreekt ze iedere zaterdag in de kerk. “Gods Geest inspireerde mij om vrouwen te onderwijzen. Ze vonden zichzelf niets waard en geloofden dat mannen altijd belangrijker zijn. Maar in de Bijbel zijn vrouwen juist heel belangrijk. Ik vond dat zij moesten horen hoe God hen ziet: als Zijn unieke, waardevolle dochters. En dat Hij met hen meehuilt en -lijdt. ‘In Gods ogen zijn jullie het licht van de wereld,’ vertelde ik hun. ‘Ook al geeft je man niets om jou, God geeft om jou!’ Vaak moesten de vrouwen huilen. Samen zongen en baden we.”
Bonte mix van geuren
Vanaf de bank kijken Yasmens moeder en schoonmoeder mij vriendelijk aan. En vanuit verschillende fotolijsten word ik toegelachen door vier knappe jongens en meiden. “Mijn kinderen,” zegt Yasmen trots, als ik ernaar wijs. “Ik heb twee dochters en twee zoons.”
Het is tijd om inkopen te doen. Yasmen vraagt of ik mee wil. We rijden de Nederlandse supermarkten voorbij en belanden in een Aziatische toko. Ik ruik een bonte mix van kruiden en specerijen en hoor namen van producten waar ik nooit eerder van hoorde. “Het ruikt hier als thuis,” glundert Yasmen, terwijl ze een zak uien afweegt. Ik krijg de opdracht om gember en pepers te verzamelen. In ons mandje belanden besanmeel, kruidnagel, komijn, kardemon, laurier, kaneel en kipfilet. Vandaag maken we kip pakora, een populaire snack uit Pakistan.
'Mannen raken je altijd aan'
“Ja, ik mis Pakistan,” geeft Yasmen toe, als we met volle boodschappentassen richting de auto wandelen. “Ik mis mijn vriendinnen, de kerk, de geuren en het klimaat. Maar Nederland is ook een mooi land. Die schoonheid zit voor mij vooral in de vrijheid. Mijn kinderen zijn hier veilig. Ik kan hier over straat lopen zonder bang te zijn voor mannen. Als je in Pakistan als vrouw alleen over straat loopt, is de kans groot dat je wordt aangerand. Sta je in de bus, dan zullen mannen hun lichaam tegen je aan proberen te wrijven. Ze raken je altijd aan, om te laten zien dat ze er zijn. Mannen gedragen zich als koningen. Een vriendin vertelde dat een man aan haar bh-bandje trok. Toen ze hem vroeg waarom, antwoordde hij: ‘Als je dat niet wilt, schrijf het dan op je rug.’ Iedereen zal de man steunen en niet de vrouw. Meisjes leren hun mond te houden, om geen schande te worden voor hun familie.”
Huilen van geluk
Terwijl ik even later de kip in stukjes snijd en Yasmen nauwkeurig de regenboog aan kruiden afweegt, vertelt ze hoe het leven in Pakistan voor haar steeds onveiliger werd. In 2005 moest ze halsoverkop vluchten richting Europa. “Het was vreselijk om mijn gezin achter te moeten laten. Mijn jongste kind was nog maar vijf! Alles in mijn leven was kapot. Ik had geen familie, geen vrienden en ik voelde me down,” herinnert ze zich haar eerste maanden in Hongarije. “‘God straft je,’ fluisterde de duivel mij in. ‘Je kunt beter opgeven.’ Op een avond schreeuwde ik het in gebed uit naar God: ‘Ik zal nooit stoppen U te dienen!’ God liet mij weten dat Hij met mij is en mijn tranen zal drogen. Omdat ik mijn bijbel in Pakistan had moeten achterlaten, gaf een zendeling mij een nieuwe bijbel. ‘Dit zijn nieuwe beloftes van God,’ zei hij erbij. Ik huilde van geluk.”
Versterk de positie van Pakistaanse vrouwen
Veel vrouwen in Pakistan hebben het zwaar. Ze verdienen nauwelijk genoeg om eten te kopen. Geld voor school ontbreekt. Hierdoor staat hun dochters vaak hetzelfde lot te wachten. Doorbreek dit patroon en geef een gift, zodat EO Metterdaad de positie van vrouwen in Pakistan kan versterken en kan investeren in voorlichting, vakopleidingen en ondernemerschap.
Doneer via metterdaad.nl/versterkinggezocht
Zelfvertrouwen
Een paar maanden later wordt Yasmen herenigd met haar man, kinderen en schoonmoeder. Ook al is ze nu achtduizend kilometer verwijderd van de vrouwen die zij moest achterlaten in Pakistan, ze zijn niet uit haar hart. Hoewel ze het zelf momenteel financieel zwaar heeft, blijft ze zich inzetten voor Pakistaanse vrouwen. “Ik geloof echt dat onderwijs de sleutel is om hun positie te verbeteren. In de schoolbanken ontdekken meisjes dat ze ook iets in hun mars hebben, waardoor zij niet alleen anders naar zichzelf gaan kijken, maar hun omgeving hen ook op waarde schat. Onderwijs en gebed: dat is wat de vrouwen van Pakistan het hardst nodig hebben.”
Redactie: Charlotte van Egmond
Beeld: Michael Terlouw