Weerman Marco Verhoef: 'Niet elk extreem weerfenomeen kun je direct aan klimaatverandering koppelen'
14 juni 2023 · 10:31
Update: 9 juni 2023 · 20:35
Niets zo veranderlijk als het weer. Gelukkig maar dat je bij weerman Marco Verhoef (52) altijd weet waar je aan toe bent. “De Marco van tv is in grote lijnen dezelfde als de Marco die je nu ziet.”
De langste dag van het jaar. Hij lijkt een eeuwigheid te duren, omdat het 16 uur, 48 minuten en 19 seconden licht is. Heerlijk! Maar wie denkt dat Marco Verhoef door de zomerzonnewende in vervoering raakt, komt bedrogen uit. “Sorry, ik kan er heel filosofisch op losredenen, maar ik vind de langste dag als weerman niet heel boeiend. Ook grappig: iedereen denkt dat de zomer eindelijk gaat beginnen, terwijl de dagen juist vanaf dat moment weer korter worden. Pas maar op, voor je het weet zit je weer te blauwbekken bij de kachel.”
Het is deze luchtige nuchterheid en het licht sarcastische toontje dat hij vaker zal laten zien tijdens het interview in het jachthaventje van Kortenhoef. Ook zal opvallen dat hij als een geoefende evenwichtskunstenaar behendig om vragen heen manoeuvreert die hem tot zwart-wit-antwoorden verleiden. Of het nu over zijn opvoeding, zijn geloof of het klimaat gaat.
Rotte vis
Dat een weerman geen waarzegger is, hoef je Marco niet uit te leggen, hooguit de mensen die verwachten dat zijn voorspellingen net zo nauwkeurig zijn als een Zwitsers uurwerk. Klopt zijn verwachting niet? Dan zijn de rapen gaar! Met een glimlach: “Ik doe mensen vaak een groot onrecht aan als ik ze verras met ander weer. Of dat vermoeiend is? Een beetje wel, al heb ik daar een aardig schild voor gekregen. Ik vind kritiek overigens prima zodat ik er wat van kan leren, maar soms vinden mensen het leuk om mij voor rotte vis uit te maken, vaak met een anoniem e-mailadres. Blijft het daarbij, dan vind ik het te overzien. Tot bedreigingen komt het gelukkig meestal niet. Tja, het weer is nu eenmaal een heet hangijzer.”
Jongensdroom
Wij weten niet beter dan dat Marco in het journaal en op de radio het weer presenteert. Toch zat hij als kind niet al met windvaantjes en weerkaarten te spelen. Veel liever ging hij met vriendjes én zijn tweelingbroer naar buiten. Zoals veel in zijn leven is het zo gelopen en volgde hij het pad van de geleidelijkheid. Soms kies je links, dan weer eens rechts en warempel, voor je het weet verschijn je ineens met je snufferd op de tv. “Misschien jammer voor het verhaal, maar ik kan je helaas niet helpen aan een spannende jongensdroom die uit is gekomen. Van het een kwam het ander en ik schat dat negentig procent in mijn leven toevallig zo op z’n plek is gevallen. Ironisch genoeg kan ik nu wel eens mopperen op mijn eigen twee kinderen, ze zijn 21 en 19 jaar. Heel graag zie ik dat ze soms wat bewuster nadenken over bepaalde keuzes. De grap is alleen dat ik dat ook helemaal niet deed in die tijd.”
Onbezorgd
Zo vindt hij lessen over het weer tijdens natuurkunde erg interessant, maar ook niet meer dan dat. Pas tijdens zijn studie natuurkunde in Utrecht komt meteorologie als keuzevak in beeld. Dat hij in 1995 op de weerkamer van het KNMI in De Bilt belandt, beschouwt hij als een prettige samenloop van omstandigheden. Net als dat hij daar de kans krijgt om af en toe in de media op te treden als weerman. “Dat vond ik gelijk wel lachen. Ik schrok helemaal niet van al die camera’s.”
Het laat iets van z’n onbezorgde karakter zien. “Ik maak me niet snel druk om iets en ken weinig angst. Eindexamen? Geen probleem! Rijexamen? Doen we wel even. Blijkbaar laat ik me niet snel van m’n stuk brengen en heb ik geen last van zenuwen, iets wat ik ook weer bij mijn zoon zie.”
Balans
Precies zo verschijnt Marco meerdere keren per week in miljoenen huiskamers: stabiel, in controle en welbespraakt. Mocht hij onverhoopt toch een foutje maken dan slaapt hij daar geen minuut minder om. “Ik heb wel eens oostkust gezegd, terwijl ik oostgrens bedoelde. Nou, als dat alles is? En weet je, ik ben de enige die weet wat ik wil gaan vertellen. Als ik de helft vergeet, heeft niemand dat door. Dat geeft me rust.”
Je moet ook durven zeggen dat je iets niet weet
Daarnaast heeft hij nog een manier om in balans te blijven. “Je moet ook durven zeggen dat je iets niet weet. Dat geeft ontspanning. Krijg ik in een talkshow een moeilijke vraag over het klimaat dan geef ik aan dat ik geen klimaatwetenschapper ben. Door dat eerlijk te benoemen, heeft iedereen daar vrede mee en kun je nooit in je eigen val lopen.”
Cruise control
Marco lijkt de rust zelve. Toch heeft hij ook een opvliegende kant, erkent hij niet veel later. Hij nipt aan zijn koffie. “Vooral als iemand mij moedwillig onrecht aandoet, kan ik venijnig worden.” In het verkeer moet hij zich bijvoorbeeld soms inhouden. “Toch ben ik een stuk rustiger dan een jaar of vijftien geleden. Dan liet ik me weleens gaan, terwijl ik nu denk: ‘Zoek het lekker uit als jij je graag zo wilt laten gelden.’ Ik zet ‘m op honderd op de cruise control en kom vanzelf op m’n bestemming. Ik heb geleerd om rustiger te reageren. Eerst tot tien tellen voordat ik tot actie over ga.”
Zijn er periodes geweest waarin je niet in controle was, dat het minder goed met je ging?
“In de fase waarin de kinderen klein waren, vond ik het intensief om werk en privé goed in balans te houden. Soms liep ik over door de drukte.” Toch zal geen tv-kijker het ooit aan hem gezien hebben. Het is de vakman in hem: pokerface opzetten, emoties even uitschakelen, en dan goedgemutst in het achtuurjournaal een aankomende depressie aankondigen.
Sowieso probeert hij nooit mooi weer te spelen. “Ik probeer overal zoveel mogelijk mezelf te zijn, alleen heb ik privé nooit zulke nette kleding aan en ben ik in een café natuurlijk wat luidruchtiger dan op tv. Voor de rest is de Marco van tv in grote lijnen dezelfde Marco die je nu ziet. Dat is ook de kracht van een goede presentator. Ga je daar een showtje opvoeren dan kom je vanzelf met jezelf in de knoop.”
Het klinkt een beetje alsof de zon altijd schijnt in je leven?
“Ik heb geen klagen, al zijn er wel up’s en down’s geweest. Niet zozeer met mij, maar met mensen om me heen die ziek werden. Zestien jaar geleden overleed m’n schoonzusje op 25-jarige leeftijd na een hartstilstand. Een heel moeilijke en stressvolle tijd voor de familie. Terugkijkend ga je daar doorheen, rouw je en neem je het als bagage mee voor de rest van je leven. Het vormt je als mens en hoe je op situaties en mensen reageert.”
Paplepel
Wat hem ook vormt, is zijn jeugd in Hardinxveld-Giessendam. Daar zit hij op de christelijke Ichthusschool, waar zijn moeder juf is. Na de basisschool fietst hij dagelijks door weer en wind naar het christelijk Lyceum Oudehoven in Gorinchem. Ook gaat hij op zondag trouw mee naar de gereformeerde kerk (synodaal) en krijgt hij de Bijbelverhalen met de paplepel ingegoten. Terugkijkend vormt het geloof een heel vertrouwd onderdeel van zijn jonge jaren. “We woonden wel in een zwaar dorp. Zo was er een periode dat het zwembad op zondag niet open mocht. Achteraf vind ik dat vrij bekrompen. Als kind leg je je snel neer bij situaties en ga je door met spelen.”
Wie is Marco Verhoef?
Was je een gelovig kind?
“Vast wel.”
Dat klinkt alsof je het niet meer weet.
“Misschien is dat ook wel zo, want hoe kun je nu als kind zeggen dat je gelovig bent? Of misschien is ieder kind gelovig? Ik herinner me wel dat ik als kind vaak bad. Het hoorde erbij, een automatisme – waar helemaal niets mis mee is trouwens. Net als Bijbellezen aan tafel of bidden voor het eten. Het voelde eigen en uiteindelijk heeft het me gemaakt tot wie ik nu ben. Ik kijk heel positief terug op mijn christelijke opvoeding. Tegelijk ben ik me blijven ontwikkelen en sta ik nu wel echt anders in het leven.”
Je bent natuurkunde gaan studeren. Hoe ging dat samen met je christelijke opvoeding?
“Ik heb het nooit als een tegenstelling gezien. Het maakte bij mij thuis niet zoveel uit of iemand met een stok heeft gezwaaid of dat er een grote knal is geweest. Het is allebei even bijzonder. Oh, en dat bedoel in de overdrachtelijke zin van het woord, voordat ik mensen voor het hoofd stoot. Ik wil er gewoon niet zoveel over nadenken. Een onderdeel van geloven is ook dingen loslaten en verder gaan om een zo goed mogelijk mens te zijn in het nu.”
Marco voelt zich bijvoorbeeld niet geroepen om te onderzoeken hoe oud de aarde is. “Natuurkundig heb ik daar wel bepaalde bewijzen voor en die vind ik goed. Is dat in contrast met wat er geschreven staat? Woordelijk wel, maar de Bijbel staat vol met metaforen en wij mensen bepalen wat er overdrachtelijk is en wat niet.”
Hopen
Hij haalt cabaretier Herman Finkers erbij. “In een gesprek zei iemand tegen hem: ‘Ik geloof pas als bewezen wordt dat het waar is.’ Finkers reageerde: ‘Ik geloof niet meer als is aangetoond dat het niet waar is.’
Ben ik heel eerlijk, dan vind ik het woord geloven steeds lastiger en daarom houd ik het inmiddels meer op hopen. Ik probeer zo goed mogelijk te leven en dan zien we het wel aan het einde van de rit wat de waarheid was. Ik kom er toch niet eerder achter. Dus parkeer ik zaken waar ik geen invloed op heb, al had ik dat een jaar of vijftien geleden nog niet zo gezegd.” Weer die geleidelijkheid.
Slecht nieuws
Waar Marco ook geen invloed op heeft, is het weer. Het enige wat hij kan doen, is de verwachtingen omzetten in een eerlijk weerbericht. Gelukkig maar dat het weer elke dag anders is. Dat voorkomt dat hij z’n werk saai gaat vinden. “Zelfs als er geen zuchtje wind staat, wil half-Nederland weten wat ze kunnen verwachten.”
Bij zijn werkgever Weerplaza opereert Marco in een team van weerexperts en werken ze samen aan de verwachtingen. Bij de NOS zit hij als weerman op een eilandje tussen alle journalisten. Hoewel? “Ik bemoei me graag overal mee en dus drop ik als relatieve buitenstaander geregeld een bommetje tijdens de redactievergaderingen.”
Een van die bommetje gaat over de scheve balans tussen goed en slecht nieuws in het journaal. “Ik erger me eraan dat het nieuws altijd negatief is, terwijl er heel veel wel goed gaat in Nederland als je op plek zes van de meest welvarende landen ter wereld staat. Goed nieuws is geen nieuws, hoor je dan, maar daar ben ik het niet mee eens.”
Je klinkt behoorlijk kritisch op de NOS.
“Valt mee. Ik houd nu eenmaal niet zo makkelijk m’n mond en ben eerder kritisch op de samenleving en ja, daar is de NOS een afspiegeling van. Tegelijk kan de NOS het goede voorbeeld geven door meer positief nieuws te brengen.
Mochten ze genoeg van mijn bommetjes krijgen dan hoor ik dat wel. Al ken ik m’n plek, hoor, en zet ik vroeg of laat m’n koptelefoon weer op om me te focussen op het weerbericht.”
Moet een goede weerman in deze tijd ook een klimaatexpert zijn?
“Weer en klimaat liggen dicht bij elkaar. Mijn vak is het weer, de korte termijn. Natuurlijk weet ik aardig wat van het klimaat, maar ik ben geen expert. Signaleer ik desondanks afwijkend weer en weet ik dat het een klimatologische oorzaak heeft, dan vertel ik dat er wel bij. Het is alleen lastig, want niet elk extreem weerfenomeen kun je direct aan klimaatverandering koppelen. Neem winterse stormen in Nederland, die hebben amper iets met klimaatverandering te maken. Desondanks riep de Bond voor Verzekeringen dat er steeds meer schade komt door klimaatverandering, want, zo zeiden ze, kijk maar naar de drie winterstormen van afgelopen jaar. Ik weet dat dit flauwekul is en niet helpt in een gezonde discussie over het klimaat.”
Wat helpt wel om dat gebalanceerd te doen?
“Eerlijk zijn over de feiten en durven luisteren naar de deskundigen in plaats van iets herhalen wat je op een obscuur Twitter-account hebt gelezen. Durf wat meer te vertrouwen op de mensen die ervoor geleerd hebben. Een bakker moet mij toch ook niet vertellen hoe het klimaat werkt? Net zo goed moet ik niet eigenwijs willen zijn door hem te vertellen hoe bij de lekkerste broodjes bakt. Tegelijk moet je mij nu niet vragen hoe het verder gaat met bijvoorbeeld het smelten van de ijskap op Antarctica. Daarvoor verwijs ik heel graag door naar de echte klimaatdeskundigen. Laat mij maar het weer presenteren.”
Bestaat er eigenlijk slecht weer?
“Nee, slecht weer bestaat niet, alleen slechte kleding. Een dooddoener natuurlijk als je net onder die bui terecht komt. Mijn favoriete weer zal niet veel anders zijn dan die van de gemiddelde Nederlander: lekker zonnetje, niet te veel wind en 22 graden.
Ben ik buiten dan neem ik het weer altijd waar, al krijg ik soms het verwijt dat ik te veel naar de lucht kijk. Of ik wel even netjes op de weg wil blijven letten, hoor ik dan naast me. Vind ik de lucht echt heel spectaculair dan gooi ik de auto aan de kant. Zoals die keer in Frankrijk toen mijn mond open viel van een prachtige onweersbui met van die mammatuswolken (uitzakkingen in de lucht, red.) ervoor. Ik zag het, stuurde een landweggetje in, stapte uit en keek een tijdje ademloos toe. Niemand begreep wat ik deed.”
Je bent een racefietser. Laat jij je weleens verrassen door een bui?
Niet zo vaak, want een regengebied kun je van mijlenver aan zien komen. Daar hoef je geen weerman voor te zijn. Met buien is dat anders, want zo kijk je naar een strakblauwe lucht en voor je het weet barst het los boven je hoofd. Uiteraard check ik voor vertrek mijn weerapp en heb ik de modellen goed in m’n hoofd zitten. Toch zal ik niet ontkennen dat zelfs ik soms even moet schuilen in een tunneltje als een bui me verrast. Een tikkeltje teleurgesteld in mezelf, dat begrijp je.”
Tekst: Maarten Nota