Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Uitgelichte afbeelding

‘We gaan állemaal te maken krijgen met mantelzorg’

8 november 2022 · 11:16

Update: 13 juli 2023 · 10:24

Voor elke Nederlander heeft woordvoerder Fleur Kusters van MantelzorgNL (de landelijke vereniging voor iedereen die zorgt voor een naaste) een glasheldere boodschap: “Je bént mantelzorger, je wórdt mantelzorger of je hebt straks zélf een mantelzorger nodig.”

De afgelopen jaren is er op het gebied van mantelzorg en alles wat daarmee samen- hangt veel veranderd, benadrukt Fleur. De coronapandemie heeft wat dat betreft een wissel omgezet. “Wij zien dat mantelzorgers in de afgelopen twee jaar heel veel taken hebben overgenomen van de professionele zorg, die – door alle maatregelen – zelf steeds minder kon doen.”

Zoals?“Denk alleen al aan de thuiszorg: zorgverleners konden minder vaak langskomen bij cliënten. Of neem de dagbestedingen: omdat mensen er tijdens de lockdowns niet meer naartoe konden en noodgedwongen thuisbleven, waren mantelzorgers soms letterlijk 24 uur per dag samen met bijvoorbeeld iemand met dementie. Dat is een zware vorm van mantelzorg. Kortom: mantelzorgers hebben er allerlei zorgtaken bij gekregen, omdat de professionele zorg die niet meer kon doen. En wat we nu zien, is dat de zorg sowieso niet meer terugkomt op het niveau van vóór corona.”

Waarom niet?
“Door oplopende personeelstekorten. Dat horen we ook steeds weer van mantelzorgers. Omdat er minder professionele steun is om hen te helpen, moeten ze meer zelf doen.”

Positieve ontwikkelingen
Gelukkig ziet Fleur ook positieve ontwikkelingen. “Zoals het feit dat de bereidheid om een naaste te helpen nog steeds heel groot is. En dat mantelzorgers dit heel vaak met veel plezier doen en er voldoening uit halen. Iets anders waar wij als vereniging blij mee zijn, is dat ziekenhuizen óók kijken naar wat het voor het thuisfront betekent als een patiënt eerder naar huis kan: is er dan thuis inderdaad iemand beschikbaar die dat aankan? In Den Bosch en Zwolle werken ziekenhuizen samen met een steunpunt mantelzorg. Daar kijken ze welke voorbereidingen er moeten worden getroffen voordat de patiënt thuiskomt, en houden ze vervolgens ook in de gaten hoe het met de mantelzorger gaat. Dat is heel positief. In Maastricht leidt het ziekenhuis mantelzorgers op om bijvoorbeeld oogdruppels te geven, of antibiotica toe te dienen via een infuus. Daar moet je natuurlijk wel voorzichtig mee zijn.”

Want dat zijn zorgtaken die professionals normaliter doen?
“Precies. Er zullen mantelzorgers zijn die het prima en zelfs prettig vinden. Want hiermee zorg je er natuurlijk voor dat er minder professionals over de vloer komen, wat meer rust kan geven. Maar als je een mantelzorger bent die zelf volop werkt en vier keer per dag oogdruppels moet geven, wordt het wel ingewikkeld. Voel je dan de ruimte om ‘nee’ te zeggen? Niet alleen richting het ziekenhuis, maar vooral richting degene voor wie je zorgt. Want dit kan betekenen dat iemand langer in het ziekenhuis moet blijven. En dan kun je als mantelzorger in een spagaat terechtkomen.”

Een spelletje spelen
Er zijn ook allerlei particuliere initiatieven om mantelzorgers te ondersteunen, vertelt Fleur. “Dat zijn particuliere bedrijfjes die mantelzorgers tijdelijk - en tegen betaling – vervangen. Stel, iemand woont samen met een ouder met dementie voor wie hij zorgt. Dan komt er iemand langs om een wandeling met die ouder te maken, een spelletje te spelen, of bijvoorbeeld samen tv te kijken. Dat doen ze om ervoor te zorgen dat de mantelzorger meer tijd voor zichzelf heeft. Het gaat daarbij altijd om heel lichte zorg: het is geen thuiszorg en er komen geen medische handelingen bij kijken.”

Juichen jullie dit soort particuliere initiatieven toe?
Bedachtzaam: “Het helpt mantelzorgers zeker; we zijn blij dat ze er zijn. Maar we moeten wel uitkijken. Uiteindelijk zijn het gemeentes die de taak hebben mantelzorgers te ondersteunen, maar er zijn wachtlijsten, en ondersteuning voor mantelzorgers is zeker niet altijd voorhanden. Daarnaast mag het natuurlijk niet zo zijn dat alleen mensen die het kunnen betalen op deze manier worden ontlast. Anders gezegd: gemeentes mogen niet achterover gaan leunen omdat er nu eenmaal dit soort particuliere bedrijfjes zijn.”

In 2040
Als je naar de toekomst kijkt, zou je blik spontaan versomberen als je het volgende weet. Voor iedere 85-plusser waren er in 2015 volgens planbureaus in potentie vijftien mantelzorgers beschikbaar. Maar hun verwachting is dat het er in 2040 nog geen zes zullen zijn.

Wat veroorzaakt die steile neerwaartse curve?
“Simpel: Nederland vergrijst in rap tempo. Er komen steeds meer senioren, terwijl de groep eronder die voor hen zou kunnen zorgen, steeds kleiner wordt én natuurlijk zelf ook nog moet werken. Het is een kwestie van demografie. Het is een heel nijpend probleem.”

Je kunt denken: ach, 2040 klinkt nog ver weg...
“Vergis je niet: wij zien nu al dat er minder zorgpersoneel is en dat de behoefte aan zorg alleen maar toeneemt. Omdat de professionele zorg niet meegroeit met de vraag, wordt de druk op mantelzorgers steeds groter.”

Vooral in Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen zal de vraag gaan knellen wie straks nog voor onze 85-plussers kan zorgen, waarschuwen de planbureaus.
“Klopt. Jongeren trekken weg uit plattelandsgebieden. Procentueel gezien zullen er daardoor meer kwetsbare ouderen achterblijven.”

Wat doet de overheid om dit tij te keren?
“We merken dat het kabinet de afgelopen tijd vooral inzet op: we moeten toe naar minder professionele zorg, en zorgen dat het huidige zorgsysteem betaalbaar blijft. Maar daarmee wordt de druk op mantel- zorg uiteindelijk groter in plaats van kleiner. Dus wij roepen het kabinet dringend op: kom met een concreet plan hóé die mantelzorger dat straks moet gaan doen.”

Op de ChristenUnie-website las ik dat mantelzorg ‘het verborgen goud van de samenleving is’. Een rake typering?
Glimlachend: “Die kende ik nog niet. Tja, weet je wat ik altijd lastig vind? Iedereen is wel overtuigd van de waarde van mantelzorg. Je kunt geen beleidsplan openslaan of je leest iets in de trant van: ‘Mantelzorgers zijn van onschatbare waarde.’ De vraag is vervolgens: wat doet de politiek om ervoor te zorgen dat de mantelzorgers overeind blijven? Het gaat natuurlijk nooit gebeuren, maar stel dat alle mantelzorgers het bijltje erbij neer zouden gooien. Dan zouden we in Nederland echt een megaprobleem hebben.”

Ver-van-je-bedshow
Mocht je denken dat mantelzorg een ver-van-je-bedshow is, dan helpt Fleur je graag direct uit de droom. “Als vereniging zeggen we altijd, met het oog op 2040: je bént mantelzorger, je wórdt mantelzorger, of je hebt er straks zelf eentje nodig. Door de vergrijzing gaat echt iedereen er vroeg of laat mee te maken krijgen. Het is sowieso goed om te weten dat er in vrijwel elke Nederlandse gemeente organisaties zijn voor mantelzorgondersteuning. En als landelijke vereniging hebben wij de Mantelzorglijn (zie kader, red.). Ook als je geen lid bent, kun je ons bellen voor een luisterend oor, advies, of informatie. Voor onze leden bieden wij ook juridische bijstand als ze ergens zelf niet uitkomen. Er is hulp, lokaal en landelijk, dus ik zou zeggen: maak daar gebruik van.”

De Mantelzorglijn

Wie vragen heeft rond alles wat met mantelzorg te maken heeft, kan elke werkdag tussen 9.00 en 17.00 uur contact opnemen met de Mantelzorglijn:
Telefoon: 030-760 60 55 WhatsApp: 06 27 23 68 54
E-mail: mantelzorglijn@mantelzorg.nl
En toen was ik mantelzorger
En toen was ik mantelzorger

Dit artikel hoort bij de podcast

En toen was ik mantelzorger

Deel dit artikel: