'Wat we ook deden, hij was niet te redden'
Yvonne moet verder zonder haar broer
In januari 2010 verloor Yvonne van den Heuvel haar oudste broer en soulmate René. Gekweld door een rampzalige depressie kon René niet meer verder en stapte uit het leven. Yvonne ontdekte een weg in dit verdriet. “Ik leef met een gat in mezelf, maar ik probeer ervoor te kiezen om te groeien in liefhebben.”
Woensdag 11 april start bij de EO het documentaire-drieluik Tweestrijd, waarin terminale en suïcidale jongeren elkaar ontmoeten. Het programma haalt bij Yvonne (43) de herinnering aan haar broer meteen weer boven. “René en ik scheelden maar 14 maanden. We zaten in combinatieklassen, zongen in hetzelfde koor, deden samen eindexamen en gingen samen op vakantie. Vanaf mijn eerste snik zat hij naast mijn wiegje. Het klinkt misschien gek voor een broer en zus, maar er was een enorme liefde tussen ons. René stond, evenals mijn andere broer, heel dicht bij me. Kwam en kom niet aan m’n broers, want dan kom je aan mij.”
Lees ook: Praten met achterblijvers na zelfdoding
Sparen
Op een gegeven moment zag Yvonne hoe slecht het met René ging. "Jarenlang liet hij zich zo nu en dan ontvallen dat het ‘even niet zo lekker ging’, maar hij liet nooit merken hoe diep hij werkelijk zat. Dat vind ik nog altijd heel moeilijk. Ik denk dat hij ons allemaal heeft willen sparen. Hij was altijd anderen aan het helpen. Iedereen kon bij hem komen en gaf hij advies, maar hij vroeg nooit aandacht voor zichzelf. Totdat hij eind september 2009 voor mijn deur stond. Hij kwam heel regelmatig, maar die ochtend vergeet ik nooit meer. Ik deed de deur open, keek hem aan en zag de dood in zijn ogen. Vanaf dat moment wist ik 100 procent zeker dat het niet goed zou aflopen. De paniek sloeg door m’n hele systeem.”
Die dag wist ik 100% zeker dat het niet goed zou aflopen
Wanhopig
Voor Yvonne en haar familie braken slopende maanden aan. “We probeerden alles om hem te redden; ik belde hulpinstanties, ging bij hem langs, belde hem elke dag. Totdat hij vlak voor zijn dood zo ver in die depressie zat, dat hij zei: ‘Yvonne, bel maar minder, want ik heb niets meer te zeggen.’ Hij voelde natuurlijk dat ik wanhopig probeerde zijn hoofd boven water te houden. En toen mijn moeder tegen hem zei: ‘René, besef je wel hoe onnoemelijk veel wij allemaal van je houden?’ reageerde hij: ‘Mam, zeg het maar niet meer. Het komt niet aan, ik kan het niet meer voelen.’ Je voelt je zo verschrikkelijk machteloos als je dit bij iemand ziet gebeuren...
René wilde geen ‘patiënt’ zijn, wilde geen medicijnen en dacht dat zijn situatie zijn eigen schuld was. Hij kon niet laten zien hoe diep hij werkelijk zat. Noch de huisarts, noch de psycholoog, noch de psychiater heeft daardoor gezien hoe erg hij eraan toe was. Ook niet nadat wíj dat hadden verteld... Wat we ook deden, hij was niet te redden.”
Taboe
“René is uiteindelijk van de hoogste verdieping van een parkeergarage in Rotterdam gesprongen. Er zijn nu twee sporen naast elkaar in mij, die ik beide probeer te omarmen: ik ben dat verdriet, maar ook die vreugde. Er is zoveel moois en goeds in mijn leven, maar met de manier waarop René moest sterven, is geen vrede te krijgen. Ik kan alleen vrede hebben met het feit dat ik er géén vrede in zal vinden. Het enige wat ik kan doen, is ermee leven en er soms iets ‘moois’ mee doen door erover te vertellen. Iets openbreken, als dat nodig is. Zelfmoord is soms nog zo’n taboe. Maar laten we het benoemen, in het licht brengen, erover praten. Het komt zó veel voor.”
Eenzaam
Ook als zelfmoord wél besproken wordt, klinken er niet altijd zachte woorden. Dat zelfmoord egoïstisch zou zijn, doet Yvonne ‘grenzeloos veel pijn’. “Ik heb iemand gezien die maandenlang in complete doodsnood verkeerde. Verdrink in een oceaan en blijf maar maandenlang stikken. René kon uiteindelijk haast niet meer eten, nauwelijks slapen, niet meer echt praten... hij veranderde in een levende dode. Ik zag hem zachtjes wegglijden. Hij kreeg ook een ander gezicht. Letterlijk. Om dan te zeggen dat het egoïstisch is dat iemand zulk lijden niet volhoudt... Je kunt een dergelijke depressie vergelijken met zoiets als terminale kanker. Het is een afschuwelijke ziekte. Alleen, in het laatste stadium van kanker wordt er aan alle kanten met je meegedacht over het einde. Bij psychisch lijden ligt dat heel anders... Het is het toppunt van eenzaamheid.
Wil je naar aanleiding van dit interview doorpraten? Heb je op dit moment hulp nodig? Kijk dan op 113online.nl of bel met 0800-0113.
Toestemming
“Ik zou het willen omdraaien,” vervolgt Yvonne. “Misschien is het gek wat ik nu zeg, maar ik tel mijn zegeningen dat ik al die maanden voelde dat het niet goed zou gaan. Ik ben bang dat ik die klap anders niet overleefd had. Drie weken voordat René echt sprong, stond hij al eens op een flat. Zo heftig! Maar daardoor wist ik wel min of meer wat ons te wachten stond. Vlak daarna kreeg ik een droom waarin ik René ontmoette en hij me vroeg: ‘Yvonne, zou je toestemming willen geven dat ik het nog een keer doe?’ Een zelfmoordpoging dus. Zo ontdekte ik iets heel dieps, namelijk dat het egoïstisch kan zijn om iemand in het leven te willen houden. Ík wilde mijn broer niet kwijt, ík wilde dat hij bij me zou blijven tot mijn 80e. Maar liefde betekende in dit geval dat ik hem gunde uit deze hel weg te mogen. Ik kon natuurlijk helemaal geen toestemming geven. Maar in mijn onderbewuste heeft hij me gevraagd hem dat te gunnen.”
Liefde
Nog voordat René stierf, maakte Yvonne een bijzondere keuze – die ze ook met René heeft kunnen bespreken. “Ik ben heel christelijk opgevoed, heb talloze Bijbelverhalen gehoord. Eén ding is bij mij heel diep geland: Liefde. Met een hoofdletter. Die Liefde wil ik leren kennen. Ik wil daar vanuit leren kijken, leren handelen. En het mooie is: dat kun je oefenen. Iedereen kan dat, met vallen en opstaan. Je kunt je zelfs in de moeilijkste situaties proberen af te vragen: wat zou nu Liefde zijn? Ik kan nog steeds diep van René houden, dat neemt niemand me af. Ik voel me heel gezegend dat ik zijn zus mocht zijn. En ook al lijkt er in het verlies zelf niets te zijn waar ik van kan houden, ik kan er wat van leren, erdoor groeien. Alle grond werd onder mijn voeten weggeslagen, niets was meer wat het leek. Maar juist die leegte werd de grond voor veel gesprekken met andersdenkenden, voor ontmoetingen met andere culturen en religies. Heel waardevol.”
Godsgeschenk
Ondanks alle liefde en blijdschap in haar leven mist Yvonne haar broer verschrikkelijk. Die twee sporen naast elkaar zijn er nog steeds. “Ja, vergis je niet hoor, ik huil me af en toe helemaal gek om René. Vorige week was zijn sterfdag. Dan kan ik er zo weer in wegzakken. Dan voel ik me zo ellendig over het feit dat ik het laatste half uur niet bij hem ben geweest, bijvoorbeeld. Die eenzaamheid... was dan toch alsjeblieft in onze armen gestorven. Na die momenten probeer ik weer overeind te komen. Ik ga werken, schrijven, televisie maken, dansen, creëren, voor mijn gezin zorgen, liefhebben. Anders verdrink ik erin.”
Haar gezin – met 4 dochters – is Yvonnes redding geweest, zoals ze zelf zegt. “Echt. Want je móet elke dag opstaan, eten maken, die meiden aankleden... Zij maken je aan het lachen, gaan héérlijk, puur en niet-ingewikkeld met de dood om. Die kinderen zijn een Godsgeschenk. Ik kan niet zeggen hoe dankbaar ik voor hen ben. En mijn man Gert? Ontelbare tranen heeft hij voor mij opgevangen, zonder ooit een klacht of zucht. Ja, ondanks alles voel ik me gedragen.”