Waarom we gevoelig zijn voor complotten
'We reageren veel sterker op gevaar dan op voordeel'
Waarom zijn we zo gevoelig voor complotten? Waarschijnlijk omdat we hypergevoelig zijn. En omdat we de complotten stiekem niet écht geloven.
Waarom denkt mijn kleuter eigenlijk dat er een krokodil of iets anders engs onder z’n bed verstopt zit, en niet iets leuks? Zoals een clown of een piratenschat. Dat is eigenlijk best raar. Als je in bed ligt, hoor je wellicht allerlei geluiden die van alles kunnen betekenen en waar je je van alles bij kunt voorstellen. Maar waarom stellen kinderen zich dan juist monsters voor en niet lieve, twinkelende feetjes?
Wonderbaarlijk
Deze vraag, misschien een vreemde, helpt mij om te begrijpen waarom er zo veel complotdenkers zijn. Want we zitten als mensen namelijk wonderbaarlijk in elkaar. En om onszelf te begrijpen – hoe zijn we geschapen? – kun je teruggaan naar hoe we de langste tijd hebben geleefd: als jager-verzamelaars in de oertijd. Op die situatie zijn we ontworpen, daar zijn ons brein en ons lichaam op gebouwd, en daarmee proberen we ons nu in de moderne tijd te handhaven.
We reageren veel sterker op gevaar dan op voordeel
Beter iets te voorzichtig
Eerst dus even terug naar die oertijd, toen er nog overal leeuwen, beren, slangen en schorpioenen waren. Iedere familie had wel iemand aan zo’n dier verloren. Zelfs tegenwoordig worden jaarlijks meer dan vijf miljoen mensen door slangen gebeten. Als kind was ik een van hen en ik heb het ternauwernood overleefd. Stel, je bent iemand in de oertijd. Het is nacht en je hoort ergens in het donker iets knisperen. Wat doe je?
De kans dat er niets aan de hand is, is het grootst. Het is een muisje dat rondscharrelt, een familielid dat zich omdraait in z’n slaap, een blad dat valt. Misschien is het wel een stamlid dat met een prachtige buit terugkeert. Maar toch ben je waarschijnlijk alert en zal je lichaam zich klaarmaken om te vechten of te vluchten. Want er is een kansje dat het tóch een gevaarlijk dier is. En dan kun je het niet navertellen. Dus better safe than sorry, zouden we tegenwoordig zeggen. Liever te hard geblazen dan de mond gebrand, gaat de uitdrukking. Beter iets te voorzichtig zijn en dat het meevalt, dan overmoedig worden en het valt nogal tegen.
'Bom!'
Zo zitten we als mensen in elkaar. We reageren veel sterker op gevaar dan op voordeel. Angst is een emotie die sneller en krachtiger in ons wordt opgewekt dan tevredenheid en geruststelling. Als iemand in een station ‘bom!’ roept, reageren we daar meteen op. Maar we negeren iemand die daar reclame maakt voor een loterij, of misschien zelfs zegt dat wij de loterij hebben gewonnen. Dat moet wel onzin zijn, denken we dan. We zijn geschapen om hyperalert te zijn op ‘knisperingen’: kleine aanwijzingen voor mogelijk gevaar nemen we ontzettend serieus. En als iets onduidelijk is, denken we veel eerder dat het wel zal tegenvallen dan dat het zal meevallen. Onder ons bed zitten krokodillen, geen clowns...
Maar ja, met onze oertijd-breinen wonen we nu in de moderne tijd en zitten we op internet. Daar zijn we niet op gebouwd. Internet maakt eigenlijk dat we extra zintuigen hebben gekregen, waardoor we als het ware ook de knisperingen horen van alle dorpen in onze omgeving en daarop moeten reageren. Elk bericht is een nieuw potentieel gevaar waardoor we weer in de vlucht- of vechtstand springen. ‘Het valt hoogstwaarschijnlijk mee, maar het zou kunnen...’ Net als dat gekke geluid dat we vroeger ergens in het donker hoorden. Natuurlijk, dikke kans dat het niks is. Alleen wat als het een monster is?
Absurde gedachte
En wat gebeurt er dan als je een bericht leest over Bill Gates die COVID-19 bewust heeft laten ontwikkelen om zijn vaccins te kunnen verkopen? Het is een volkomen absurde gedachte. Maar ja, een monster onder je bed of een spook op de gang is dat ook. En toch houden we daar, zelfs als volwassen mensen, weleens rekening mee. Het zou waar kunnen zijn. Dat is niet eens een bewuste keuze, ons systeem doet dat voor ons. Zo zijn we geprogrammeerd. Want stel je voor...
Minieme kans
Dit helpt me om complotdenkers wat beter te begrijpen. Ook ik heb in mijn omgeving mensen die ik kende als mild, nuchter en vriendelijk zien veranderen in paranoïde complotdenkers. Althans, online. Buiten die hysterische berichten op Facebook zijn het nog steeds de mildste, nuchterste en vriendelijkste mensen. Als ik doorvraag over hun nieuwe geloof, blijkt al snel dat ze helemaal niet zeker weten dat Gates, zeg, nanobots in de vaccins stopt om ons in willoze zombies te veranderen. Sterker nog, ze vinden dat zelf ook een bizarre gedachte. Maar er ís een kansje. Het zou kunnen.
Complotdenkers blijven in het gewone leven even mild
Dat het zóú kunnen, is cruciaal. Er is een minieme kans – zoals er ook een minieme kans is dat ik eigenlijk een alien ben en mijn vrouw een robot – maar omdat het om iets heel ergs gaat, gaan we het toch enigszins serieus nemen. Of op z’n minst de vraag erover stellen. Want dat hoor ik complotdenkers vooral zeggen: ‘Nee, we stellen alleen vragen, we moeten er toch over kunnen praten, ook deze kant moet worden gehoord…'
Medeverantwoordelijk
Nee. Deze kant moet níét worden gehoord. Ik hoef er ook niet over na te denken of mijn vrouw eigenlijk een robot is en ik een alien, of iets dergelijks. Ik kan de meest bizarre theorieën bedenken, maar vrijwel geen enkele hoef ik serieus te nemen. Waarom niet? Omdat het verspilde energie is en afleidt van wat echt belangrijk is. Ik kan mijn energie veel beter – véél beter – besteden aan hoe ik me opstel in mijn gezin en vriendenkring. Dat kan al intens genoeg zijn. Die vragen over Gates zijn zó vergezocht, ze leiden alleen maar af en leveren uiteindelijk zelfs grote problemen op. Mensen besteden minder tijd aan hun kinderen. Ze zitten de hele tijd complottheorieën te verspreiden, waardoor ook nog eens minder mensen zich laten vaccineren. Daarmee zijn mensen die ‘alleen maar vragen stellen’ en ‘de andere kant willen laten zien’ medeverantwoordelijk voor heel wat coronadoden.
Gewelddadig verzet
En dat allemaal omdat onze oertijd-breinen niet gebouwd zijn op internet met die voortdurende knisperingen in het donker. Maar er speelt hier nog iets anders mee, namelijk dat complotdenkers meestal nauwelijks aanpassingen doen in hun gewone leven. Hun geloof in complotten speelt zich vrijwel alleen op WhatsApp en Facebook af, maar heeft daarbuiten nauwelijks consequenties. Je zou denken dat als het waar is dat we allemaal nanobots in onze bloedbaan gespoten krijgen, we direct alle huisartsenposten bestormen, die vaccins verwoesten en een revolutie beginnen. Het zou de grootste ramp zijn die ons ooit had getroffen. Verzet – zelfs gewelddadig verzet zoals in de Tweede Wereldoorlog – lijkt dan meer dan gepast of zelfs verplicht. Het gaat om miljoenen, miljarden mensen die willoos worden! Dan zijn bijna alle tegenmaatregelen geoorloofd, volgens het gros van de moraalfilosofen.
Lees ook: Het getal 666, het coronavirus en Bill Gates
Maar de complotdenkers blijven in het gewone leven even mild, nuchter en vriendelijk als altijd. Ze slaan misschien wat meer eten in, ze houden hun kinderen misschien wat langer van school en heel soms doen ze mee aan een demonstratie, maar dat is het wel. Hoe kun je dit verklaren?
Iets voor social media
Deze wonderlijke afstand tussen ‘leer en leven’ doet me denken aan de zwaardere predikanten uit mijn jeugd. Ze preekten soms bijvoorbeeld wel over de hel, maar buiten hun veertigurige werkweek deden ze geen enkele poging ongelovigen te bekeren. Ook wij toehoorders waren zeer zelden betrokken bij evangelisatie. Terwijl het de allervriendelijkste mensen waren die ongetwijfeld hun ongelovige buren hielpen als die een lekke band hadden. Maar als het ging om het voorkomen dat zij eeuwig en bij bewustzijn gekweld werden – wat deze predikanten officieel geloofden – deden ze plotseling niets.
Het geeft je even de waan veel meer te weten dan anderen
Zoals het geloof in de hel voor veel predikanten puur iets is van de kansel, is het geloof in complotten voor de meeste complotdenkers alleen iets voor social media. Ze vinden het om allerlei redenen belangrijk om het te uiten, maar het heeft er alle schijn van dat ze het nauwelijks zelf geloven. Maar waarom zou je het dan uiten? Waarom zou je roepen dat Gates mogelijk nanobots in de vaccins stopt, terwijl niets in je gedrag laat zien dat je het verder serieus neemt?
Wij-tegen-zij
Blijkbaar heeft het bepaalde voordelen iets extreems te roepen, mits je dat veilig kunt loskoppelen van de rest van je leven. Het online verspreiden van complotten geeft een gevoel van verbondenheid, zoals ook een stevige donderpreek het lekkere gevoel biedt van wij-tegen-zij. ‘Wij zitten tenminste aan de goede kant. Wij hebben het door en zij niet.’ Diverse christelijke commentatoren wijzen daarom op hoogmoed als het gaat om complotten. Het geeft je even de waan veel meer te weten dan anderen. Het geeft je tijdelijk – onder bepaalde groepen – het imago kritisch te zijn, een zelfstandig denker, geen mak schaap.
Lees ook: ‘Complotdenkers zijn niet gek, maar té rationeel’
Lieve complotbroeders
En, nog fijner: je hoeft even niet te denken aan je echte verantwoordelijkheden! Je kinderen, je werk, je partner. De moeilijke vragen met het geploeter. Complottheorieën verspreiden, verlost je – als je ze tenminste zelf verder niet serieus neemt – tijdelijk van het echte leven. En dat begrijp ik. Het echte leven is soms zwaar. Dus mijn enige verzoek aan mijn lieve complotbroeders en -zusters is: maak het alsjeblieft niet nog zwaarder. ‘Richt je,’ zoals Paulus zegt, ‘op alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is.’ En ‘laat je vriendelijkheid bij alle mensen bekend zijn’. Dus ook je WhatsApp-contacten en Facebook-vrienden.
Beeld: Jedi Noordegraaf
Geschreven door
Reinier Sonneveld