Waarom resonantie de oplossing is voor onze wereld (ook al beseffen we dat nog niet)
Zo af en toe wordt Annemarie overvallen door flinke moedeloosheid. Waar moet het heen met de wereld nu steeds duidelijker wordt dat we eigenlijk niets hebben geleerd van de coronacrisis? Is er nog perspectief?
’Never waste a good crisis’ hoorden we van publicisten en opiniemakers nadat corona in 2020 ons leven danig in de war schopte. Het klonk optimistisch en hoopvol. Dit zou weleens een kantelpunt in de geschiedenis kunnen zijn. Nu we verplicht werden stilgezet, zouden we gaan nadenken over wat werkelijk belangrijk was.
Aanvankelijk leek dat het geval. Mensen verzuchtten hoe blij ze waren dat het levenstempo even iets lager lag en we gingen massaal aan de wandel. Maar na twee jaar zie ik daar niet zo veel meer van. We willen helemaal niet dat er iets verandert, want we willen helemaal niks inleveren. Nee, we willen juist zo snel mogelijk terug naar hoe het was, ook al is corona nog geen verleden tijd. En zo racen we als mensheid onherroepelijk af op de afgrond; het liefst zo hedonistisch mogelijk, al feestvierend, à la de passagiers van de Titanic. We hebben immers lang genoeg gewacht.
Traag en grillig
Corona brengt aan de oppervlakte hoe we als samenleving denken te kunnen omgaan met grote problemen die op ons afkomen. Filosoof Robert van Putten zei dat heel treffend in Trouw: ‘…we rekenen op een quick fix, op snelle oplossingen. Beleidsmakers hebben dit gevoed omdat wij het graag willen horen: ze zeiden dat we nog even moeten volhouden, dat ze een klap gaven op het virus, dat we ons snel uit de beperkingen prikten, dat we konden gaan dansen met Janssen. Dat is allemaal mislukt, omdat het virus rare bochten nam. De coronacrisis verloopt grillig en traag. Dat is slikken, want dat waren we niet meer gewend.’
Omdat niet alles op te lossen is met een quick fix moeten we volgens Van Putten weer gaan oefenen met geduld en de moed om het ongemak uit te houden. ‘Laat ik het maar inkeer noemen, bezinning op waar we gehecht aan zijn geraakt, wat vertrouwd is en wat we los moeten laten. Geduld is dus geen passiviteit, nonchalance of onverschilligheid. Het is juist actief beseffen dat het leven niet alleen leuk is, maar dat een barre winter ook onder de seizoenen zit.’
Lees ook over:
Hoe kan ik licht leven, terwijl de wereld in brand staat?
Steeds heftiger ongeduld
Geduld. Als er een woord is dat niet bepaald past in het vocabulaire van deze tijd, is het wel geduld. Het ongeduld druipt niet alleen af van de regering en het kabinet. Het ongeduld zit ook in de samenleving en het uit zich op steeds heftigere wijze. Waarom vinden we geduld zo moeilijk? Iemand die hier een interessant licht op schijnt, is socioloog Hartmut Rosa. Deze auteur van Leven in tijden van versnelling beschrijft hoe ons hele leven al langere tijd gericht is op versnelling. Deze versnelling zie je in allerlei aspecten van ons leven terug. Zo kunnen we de hele wereld over vliegen en vernieuwen onze producten, zoals mobiele telefoons, zich in razend tempo.
Dat is niet alleen de schuld van het kapitalisme. Het probleem zit volgens hem dieper. De snelheid is onderdeel van onze genen geworden. Waarom? Omdat we willen dat alles beschikbaar, toegankelijk en haalbaar is. Rosa noemt dit de Triple A: Available, Accessible en Attainable. We willen meer gedaan krijgen in minder tijd, en voelen hierdoor de voortdurende druk om geen tijd te verspillen. En dat is problematisch. Want niet alles is te versnellen. Sterker nog, betoogt Rosa, als je sommige zaken probeert te versnellen, vernietig je het. Zo wijst hij op de natuur die een heel eigen ritme heeft. Een boom omzagen, is in principe geen probleem, want er kan opnieuw een boom groeien. Maar het wordt problematisch omdat we in zo’n snelheid bomen omzagen, dat je er niet tegenop kunt planten. De groei van bomen kost nu eenmaal tijd.
Ziekmakende versnelling
Ook psychologisch is deze versnelling problematisch. Ik moet hierbij denken aan een anekdote die mijn vader regelmatig aanhaalt. Mijn pa is al wat jaren met pensioen, maar rijdt voor zijn plezier nog tweewekelijks ritjes voor een autobedrijf. Eén van de (jonge) verkopers kwam eens moedeloos naar hem toe en vertelde hem dat hij een ontzettend goed jaar gedraaid had en zelfs topverkoper was. Maar in plaats van dat hij hiervoor een schouderklop van zijn leidinggevende kreeg, werd hij aangespoord het nieuwe jaar nog meer auto’s te verkopen. Zijn quotum ging omhoog. Het is precies dit ziekmakende mechanisme van versnelling dat mensen in een burn-out stort, stelt Rosa vast.
De keerzijde van de alsmaar versnellende samenleving zorgt namelijk voor vervreemding. Het is een wonderlijke contradictie. Hoewel de wereld door die beschikbaarheid, toegankelijkheid en haalbaarheid dichterbij dan ooit is, raken we er juist vervreemd van, stelt hij vast. Zoals Spotify ons ontelbare mogelijkheden aanreikt om geraakt te worden door muziek, werkt dit overweldigende aanbod juist verlammend. Uit studie blijkt dan ook dat hoe meer aanbod er is, op bijvoorbeeld Spotify en Netflix, hoe minder er geluisterd en gekeken wordt. Dus terwijl we zoeken naar verbinding, om geraakt en ontroerd te worden, krijgen we het tegenovergestelde van wat we eigenlijk willen.
Resonantie als oplossing
Daarom komt Rosa met een suggestie om het anders te doen die hij ‘resonantie’ noemt. Resonantie onttrekt zich volledig aan de wetten van de versnelling. Je kunt het niet organiseren of controleren. Je kunt niet op een knop drukken: meer resonantie graag! Nee, resonantie vraagt om tijd, vertrouwen, aandacht. Je kunt het vinden in kunst, in esthetiek. Maar natuurlijk ook in religie. Onze spirituele traditie is een bijna onuitputtelijke bron van stilte, aandacht en bezieling.
Ik denk aan de Franciscaan Richard Rohr die er vaak zo wonderwel in slaagt om mensen van allerlei pluimage te raken met zijn geestelijke en psychologische inzichten. Bij de term ‘resonantie’ moet ik meteen denken aan wat hij daarover schrijft in zijn boek The Naked Now: ‘Prayer is actually setting out a tuning fork. All you can really do in the spiritual life is get tuned to receive the always present message. Once you are tuned, you will receive, and it has nothing to do with worthiness or the group you belong to, but only inner resonance and the capacity for mutuality (Matthew 7:7-11). The Sender is absolutely and always present and broadcasting; the only change is with the receiver station.’*
Met een Bron die altijd beschikbaar is - je hoeft alleen je stemvork er maar op af te stemmen, stelt Rohr vast - ligt er een wereld aan kansen voor kerken, religieuze gemeenschappen, spirituele bewegingen om mensen te begeleiden in de zoektocht naar resonantie. Het zijn de stille waarden van aandacht, bezinning en inspiratie die ons helpen om een nieuw perspectief te ontwikkelen op ons leven, de maatschappij en onze planeet. Want in een voortrazende wereld van versnelling en verandering kun je er zeker van zijn dat één ding altijd hetzelfde blijft: het diepmenselijke verlangen naar raken en geraakt worden.
Hartmut Rosa spreekt op dinsdag 8 maart in Nederland in Nijmegen (op uitnodiging van Radboud Reflects en De Zinnen). Je kunt de lezing live bijwonen, maar ook online. Hier vind je meer informatie.
* ‘Bidden is eigenlijk beginnen met een stemvork. Het enige wat je kunt doen in het spirituele leven is jezelf afstemmen om de altijd aanwezige boodschap te ontvangen. Als je eenmaal bent afgestemd, zul je ontvangen, en dat hangt niet af van jouw waarde of van de groep waartoe je behoort, maar alleen met innerlijke resonantie en het vermogen tot wederkerigheid (Mattheüs 7:7-11). De Zender is absoluut en altijd aanwezig en zendt uit; de enige verandering ligt bij het ontvangststation.'
Geschreven door
Annemarie van den Berg