Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Waarom deze dominee eindeloos over Job preekt

4 essentiële geloofslessen van Job voor de kerk van nu

Geloven is het samen met Job uithouden in de meest uitzichtloze, pijnlijke, lege, verdrietige, woedende, God-missende momenten… en daarin wachten op God.

Deel:

Laatst heb ik voor de vijftiende keer gepreekt over de geloofsvragen van Job. Een hele prestatie, vind ik zelf. Normaal gesproken gaat een preek namelijk hooguit 4 á 5 keer mee. Mijn preek over de ‘Job-vragen’ is hierop een stevige uitzondering. Vijftien keer dus in vijftien verschillende gemeenten. Wat is er aan de hand met deze preek?

Nou, dat heeft niet zozeer te maken met mijzelf als ‘prediker’, maar vooral met de reacties van mensen die deze preek gehoord hebben. Het blijkt dat de ‘Job-vragen’ zelden aan bod komen in de kerk. Toch herkennen veel mensen zijn vragen wel degelijk. Daarom blijf ik de preek herhalen voor al die ‘Jobs’ in de kerk. In de hoop dat zij er nog zijn overigens. De ervaring leert dat Job zich zelden thuisvoelt in de kerk.

God als ‘wreedaard’
Job is natuurlijk niet voor niets een Bijbelboek. Het vertelt het hartverscheurende verhaal van een man die alles had, maar ook alles van het ene op het andere moment kwijtraakte. Middenin de puinhopen van zijn leven en onbegrepen door zijn vrienden, durft hij God aan te spreken op het lijden wat hij moet ondergaan. Job vindt God oneerlijk, hij noemt God zelfs een ‘wreedaard’ (Job 30: 21) en zijn ‘tegenstander’ (Job 31: 35). Job klaagt, zucht, keert zich tegen God, maar hij laat God niet los. Job leert ons diepe lessen, ook voor de kerk. Ik noem er vier.

Les 1: Beter klagen tegen God, dan zonder God

Job geeft woorden aan zijn onmacht, boosheid, intense teleurstelling en wanhoop. Zijn adres? God. Hij erkent dat God iets te maken moet hebben met al zijn onheil en daarom roept hij God aan. Een belangrijke les wat mij betreft: als we geloven dat God betrokken is op ons leven, dan is Hij dat ook op de minder leuke kanten daarvan. Het goede nieuws is dat je ook met deze gevoelens bij God terechtkunt. Hij kan het hebben! Hij valt niet om van de ‘goddeloze’ taal van de Jobs in deze wereld. Job is moedig, hij heeft lef. Heb jij ooit je diepste duistere eenzame emoties uitgesproken naar God?

Les 2: Plaatsvervangend klagen

Job geeft een stem aan de vele wanhopigen in deze wereld. Moeders die zich schor bidden om eten voor hun kinderen, terwijl ze moeten aanzien dat hun kinderen sterven. Mensen in oorlogsgebieden: misbruikt, op de vlucht, alleen gelaten, stervend door geweld, honger of verdrinking. Mensen die bidden, terwijl de hemel zwijgt. Job geeft hen stem. Hij helpt ons klagen tot God. In iedere kerkdienst zou minstens één klaaglied gezongen moeten worden, plaatsvervangend voor al die mensen in nood.

Lees ook: De moeilijkste vraag: Waarom is er ellende?
Lees ook: De moeilijkste vraag: Waarom is er ellende?

Les 3: Volhouden, vastklampen en wachten

Job moet lang geduld hebben voor hij een antwoord krijgt. En dat antwoord is niet eens een echt antwoord, maar eerder een ontmoeting. Die ontmoeting met God blijkt genoeg voor Job. Job leert ons dat geloven vooral wachten is. Wachten totdat God de stilte doorbreekt. Wachten terwijl je volzit met onmogelijke vragen, teleurstellingen en verdriet. Geloven is het uithouden met je gemis. Geloven is je vastklampen aan wat God belooft – vaak tegen beter weten in.

Les 4: Luister!

Job dwingt ons om naar hem te luisteren. Luisteren is niet eenvoudig. Zijn vrienden weten het al snel beter en daarmee laten ze Job in de steek. Helaas weten we het in de kerk meestal ook al snel beter: we lezen Job de les en raken hem kwijt. Terwijl hij ruimte nodig heeft, voor hem en voor zijn klacht. Laten we Job alsjeblieft die ruimte geven, zonder daar weer van alles van te vinden. Misschien stelt God uiteindelijk de Jobs van deze tijd ook in het gelijk en worden juist zij de beste pastors die God ons geeft. Lees Job 42: 7-10 er maar eens op na: aan het einde van het verhaal bidt Job voor zijn vrienden.


Tekst: Dirk de Bree

Geschreven door

Dirk de Bree

--:--