Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Voor het stoplicht zette God mij stil’

Rocco Rausch groeide op voor galg en rad

Ook in een tijd waarin veel mensen God vaarwel zeggen, komen nog steeds opmerkelijke bekeringen voor. Neem die van Rocco Rausch. In zijn tienertijd werd hij meermaals van school getrapt en dealde hij in drugs. Tot God hem – op een druk kruispunt in Den Haag – plotseling te sterk werd.

Deel:

Als oudste van twee zonen groeide Rocco Rausch op in een middenstandsgezin in Den Haag. Zijn vader, die diverse sekswinkels bezat, had niets met het geloof. Rocco’s moeder kwam uit een katholiek nest, maar was niet praktiserend. Wel stuurden ze hem naar een christelijke basisschool. Daar bleek al snel dat hij prima kon leren (“Allemaal negens en tienen op mijn rapport”). Hun oudste moest het ver gaan schoppen, dachten zijn ouders. Maar op de middelbare school schoot Rocco’s gedrag dat droombeeld aan diggelen.

Elke avond een joint

Bij softdrugs dealen (en gebruiken) bleef het niet: Rocco begon ook in harddrugs te handelen. Toen hij als 17-jarige zijn huidige vrouw tegen het lijf liep, nam de druk om iets van zijn leven te maken toe: op z’n 19e werd hij – een maand na hun huwelijk – vader. “Vóór we trouwden, zei Ilonka dat ik moest stoppen met dealen en een baan moest zoeken – anders zou ze niet verder met me gaan. Maar ja, ik had geen diploma’s. Dus vroeg ik mijn vader, met hangende pootjes, of ik bij hem kon komen werken, naast een deeltijdstudie bij het ROC. Ik begon helemaal onder aan de ladder, maar werd uiteindelijk bedrijfsleider van een van zijn winkels.”
Ondanks zijn relatie met Ilonka, het vaderschap en z’n goede salaris, voelde Rocco diep vanbinnen een gapende leegte. “Elke avond rookte ik een joint, om rustig te worden in mijn hoofd. Soms besprong me dan de vraag: ‘Is dit het dan? Is er niet méér?’”

Ik begon helemaal onder aan de ladder

Wiet in een pan macaroni

“Ik ben van drie scholen getrapt: ik vocht vaak en haalde allerlei rottigheid uit, waar ik nu niet trots op ben,” vertelt hij thuis in Rijen, een gemoedelijk dorp tussen Breda en Tilburg. “Ooit heb ik bijvoorbeeld, tijdens een kookles op het vwo, wiet in een pan macaroni gedaan. Ik wilde dat we als klas een gezellig avondje zouden hebben…”
Waarom het finaal misging in zijn tienerjaren? Rocco heeft er achteraf wel een verklaring voor. “Dat had er onder andere mee te maken dat mijn ouders helemaal opgingen in het familiebedrijf, en weinig naar ons omkeken: ze dachten dat wij die vrijheid wel aankonden. Mijn vader had sekswinkels in Alkmaar, Rotterdam, Den Haag en Deventer. Op straat zocht ik de aandacht die ik thuis miste.”

Een eeuwigheid op rood

Alles veranderde toen hij rond z’n 23e verjaardag door Den Haag reed en een groot kruispunt naderde. “Ik moest linksaf, maar het stoplicht bleef voor mijn gevoel een eeuwigheid op rood staan. Het was net of mijn blik naar boven werd gedirigeerd. Op het gebouw van Johan Maasbach zag ik twee vlaggen met God loves you erop. Deze tekst sloeg bij mij in als een bóm! Mijn hele leven flitste aan me voorbij. Ik dacht: U weet alles van mij; hoe kunt U dan ooit van mij houden?”

U weet alles van mij; hoe kunt U dan ooit van mij houden?

Tranen met tuiten

“Ik liep helemaal leeg – tranen met tuiten! Als jochie van 5 zong ik christelijke liedjes die ik op de basisschool had geleerd: ‘Hoger dan de blauwe luchten en de sterretjes van goud, woont de Vader in de hemel die van alle kinderen houdt.’ Zo puur, zo echt. Waar was dat jochie van toen; waar ben ik hem kwijtgeraakt?”
Door een waas van tranen heen zag Rocco, die nog steeds moest wachten, op de gevel van hetzelfde gebouw Jezus’ woorden ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’. “Toen ik die tekst las, dacht ik: als dit waar is, dan moet ik Hem leren kennen.”
Hij wist dat zijn moeder een bijbeltje had, en las het Nieuwe Testament prompt twee keer achter elkaar uit. Dit bijbeltje nam hij zelfs mee naar zijn werk (“om erin te lezen als er geen klanten waren”). En hoe meer hij erin las, hoe sterker het besef tot hem doordrong dat hij moest breken met het leven dat hij leidde.

Gedoopt

Rocco_uitsnede

In 2003 werd Rocco gedoopt in een evangelische gemeente in Zoetermeer. Twee jaar later, in 2005, begon hij aan een deeltijdstudie theologie. “Ik was gegrepen door God, en had een enorme honger naar Hem, die nooit is verflauwd. Op den duur kwam ook Ilonka tot geloof, vooral door de liefde van mensen die ze in de gemeente ervoer.”

Tijdens zijn studie liep hij stage in Gouda, en kreeg in diezelfde periode een parttimebaan als jeugd- en opbouwwerker aangeboden. Na afronding van zijn studie werd hij in 2010 opbouwwerker van de evangelische baptistengemeente in Tilburg. In januari 2011 werd hij daar voorganger, waarna het gezin in augustus naar het zuiden verhuisde. “Gelukkig wilden Ilonka en onze kinderen – we hebben er uiteindelijk drie gekregen – ook naar Brabant verhuizen. In Tilburg hebben we de afgelopen jaren heel veel zegeningen ervaren.” Met een brede lach: “Ook daar kan ik uren over praten!”

Paulus-bekering

Voor we afscheid nemen, benadrukt hij dat het niet om Rocco Rausch draait. “God gebruikte een stoplicht om mij stil te zetten. Zo’n ‘Paulus-bekering’ is best bijzonder. Maar God werkt op allerlei manieren. Ik ben slechts een aarden vat. Het gaat om de schat, en dat is Jezus’ leven in mij, dat zich stapje voor stapje steeds meer aan het vormen is in mijn leven. Er is geen grotere schat te ontdekken.”

Sinds januari 2018 werkt Rocco twee dagen voor de gemeente in Tilburg. De overige dagen was hij tot voor kort via CAMA Zending werkzaam als zendeling in Zuid-Nederland, maar per medio oktober 2018 is hij drie dagen per week actief als relatiemanager voor CAMA.

Beeld: Willem-Jan de Bruin

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--