Verzetsstrijder Jan (21) leerde God kennen in de dodencel
5 mei 2020 · 10:57
Update: 15 november 2024 · 10:14
Zaterdag 10 oktober 1942. Het is stil in de grote eetzaal van de Paulusabdij in Oosterhout. De honderd Benedictijnse monniken spreken nooit tijdens de middagmaaltijd. Wel wordt er voorgelezen. Dan verstoort de voordeurbel het vredige samenzijn. Een Bredase politieman en een lid van de Duitse Geheime Dienst staan voor de deur: ze komen pater Kerssemakers halen.
De pater krijgt van de abt de keuze om te vluchten via de achterdeur, of de abdij via de voordeur als arrestant te verlaten. Jacques Kerssemakers wil het leven van de andere honderd broeders niet in gevaar brengen en kiest voor het laatste. Hij wordt gearresteerd en afgevoerd. De broeders begrijpen niet wat er aan de hand is en blijven geëmotioneerd achter.
Vliegveld Gilze-Rijen
De ziekenpater bleek hoofd te zijn van een verzetsgroep uit Oosterhout (NB). Niet alleen de 47-jarige pater, ook andere leden van de groep zijn gearresteerd. Onder hen de 21-jarige Jan Huijbregts, die een tijdje in de Paulusabdij had gelogeerd. De mannen maakten topografische kaarten van vliegveld Gilze-Rijen, met het doel deze aan de geallieerden door te spelen. Pater Kerssemakers werkte als ziekenbroeder in de Paulusabdij en verborg de kaarten in een bruine, glazen medicijnpot in de apotheek van de abdij. De kaarten hebben helaas hun doel nooit bereikt.
Veroordeling
Jacques Kerssemakers en Jan Huijbregts worden in de vroege lente van 1943 ter dood veroordeeld wegens spionagewerkzaamheden. Bij Jan Huijbregts wordt als verzwarende omstandigheid aangevoerd dat hij bij zijn arrestatie in het bezit was van een vuurwapen.
Vlak voor hun vonnis wordt voltrokken, mogen de mannen nog een brief schrijven. Jan Huijbregts schrijft zijn moeder, broers en zus. Tijdens zijn gevangenschap heeft Jan veel met Pater Kerssemakers over God kunnen spreken. Ze hebben met pasen in de cel ook de communie gevierd. Jan kan daardoor in de brief zijn moeder geruststellen dat haar doel dat hij God zou leren kennen is bereikt. Hij berust in zijn lot: “Nog weinig ogenblikken en God zal ik zien in Zijn onmetelijke Grootheid, zijn oneindige liefde en eindeloze barmhartigheid. Vertrouwende daarop geef ik me geheel over aan Zijn wil. Dat moeten jullie ook doen.”
Ik geef me over aan Gods wil, dat moeten jullie ook doen
Afscheid
“Zoo aanstonds geef ik mijn leven voor God en vaderland,” schrijft pater Kerssemakers aan de broeders in de Paulusabdij. Ook vraagt hij vergeving voor wat hij heeft gedaan.
Op 7 mei 1943 worden pater Kerssemakers, Jan Huijbregts en een aantal anderen bij fort De Bilt door de Duitsers gefusilleerd. In alle vroegte, om zes uur ’s morgens. Hun lichamen worden door de Duiters gecremeerd. De urn met de as van Pater Kerssemakers is in 1958 gevonden en begraven bij de Paulusabdij. Zoals op alle grafstenen van de Benedictijnse monniken die hier begraven zijn, luidt het opschrift op de steen 'In vrede'.
Beeld: Marco van der Straten en Paulusabdij
Bron: 'Pater Kerssemakers, monnik en verzetsstrijder' - Heemkundekring Oosterhout.