Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Frederieke en haar man Geert zitten samen en kijken elkaar aan.

‘Tijdens mijn bevalling lagen we allebei in het ziekenhuis’

6 oktober 2022 · 12:54

Update: 26 juli 2023 · 11:40

Het leven van Frederieke Bos (29) en haar man Geert (34) komt volledig op zijn kop te staan als ze erachter komen dat hij een tumor heeft. Op dat moment is Frederieke hoogzwanger van haar tweede kind.

“Geert krijgt momenteel chemotherapie. Hij heeft nu drie behandelingen gehad. De volgende behandeling is een week uitgesteld, omdat zijn bloedwaardes niet goed waren. Alles is erop gericht om de groei van de hersentumor af te remmen.

Ik was net thuisgekomen van een wandeling met Hanna, ons dochtertje van toen twee. Ik was hoogzwanger en volop bezig met rompers en geboortekaartjes. Opeens hoorde ik een harde knal. Ik rende naar de woonkamer en zag Geert op de grond liggen. Eerst dacht ik: hij haalt gewoon een grapje uit. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat het mis was: Geerts gezicht zat onder het bloed en hij was helemaal aan het schudden. Mijn man gaat dood, schoot door mijn hoofd. Ik nam Geert in mijn armen en greep naar mijn telefoon om 112 te bellen. In paniek schreeuwde ik om een ambulance en gaf ons adres op.

Toen de alarmcentrale ophing, was Geert weer verzonken in een diepe slaap. Ik probeerde nu onze familie in te lichten. Zodra zijn moeder ervan hoorde, stapte ze in de auto. Nog voordat de ambulance arriveerde – dat was pas twintig minuten na mijn telefoontje - kreeg Geert weer een aanval die me erg beangstigde. Zijn gezicht trok helemaal scheef. Alsof hij gehandicapt zou raken. Weer belde ik 112. De medewerker bleef nu gelukkig aan de telefoon tot de ambulance er was. Intussen troostte ik Hanna, die alles zag gebeuren, en wachtte met spanning af. Toen de ambulancebroeders er waren, kreeg Geert zijn derde heftige aanval. Al die tijd was hij niet bij bewustzijn. Ik dacht alleen maar: gebeurt dit echt?”

Papa is gevallen

“In het ziekenhuis werd Geert in slaap gehouden. Een tijd later kwam de neuroloog binnen. De artsen hadden een CT-scan gemaakt om de oorzaak te achterhalen van de epileptische aanvallen. De uitkomst: een hersentumor. De neuroloog vertelde dat ze Geert hadden moeten reanimeren op de SEH. Er was wat zuurstoftekort geweest en het was in eerste instantie de vraag hoe hij wakker zou worden. Geert werd in slaap gehouden en vervoerd naar het ziekenhuis in Zwolle. Een tumor klonk natuurlijk heel erg, maar ik was op dat moment meer bezig met hoe Geert hieruit zou komen. Ik kon het allemaal niet vatten.

Zijn gezicht trok helemaal scheef

Die nacht ging ik naar huis. Ik wilde voor Hanna weer een normale situatie creëren de volgende dag, ze was zich rot geschrokken. Pas toen ik in bed lag, merkte ik mijn harde buik op. Die herinnerde me plots aan mijn bevalling die binnenkort kon beginnen. Daar denk je in die adrenalinerush gewoon niet meer aan.

Toen Hanna ’s ochtends vrolijk wakker werd en vroeg waar haar ‘papa’ was, werd het me even te veel. Meteen werd ik weer geconfronteerd met alles wat zich had afgespeeld en sprongen de tranen me in de ogen. ‘Papa is gevallen,’ zei ik. Beneden was er nog wat bloed te zien, wat Hanna meteen opmerkte. ‘Papa, au gedaan, boem.’ Samen hebben we de vloer schoongemaakt. Dat was goed, want Hanna vond het fijn om erover te praten en iets te doen. Diezelfde ochtend hoorde ik dat Geert wakker was geworden en mijn naam kon zeggen. Daar was ik zo blij mee. We gingen naar het ziekenhuis en meteen werd geregeld dat Hanna voorlopig bij mijn ouders kon logeren. Vanaf die tijd ben ik in het ziekenhuis gebleven.”

Een hersentumor

“Twee dagen later hoorde Geert zelf dat hij een hersentumor had. Hij was daarvoor af en toe wakker, maar nog erg wazig. Hij dacht bijvoorbeeld dat ze spelletjes met hem speelden, omdat ze elke controle weer vroegen naar zijn geboortedatum. Toen de arts vertelde dat hij een hersentumor had, geloofde hij het in eerste instantie ook niet. Pas toen ik zei: ‘Het is echt waar,’ kwam het binnen en werd hij emotioneel. En ik natuurlijk ook. Geert was op zijn beurt weer bezorgd om mij, omdat ik nog moest bevallen. Hij was bang dat hij de bevalling zou missen. Hij vond dit allemaal zo erg voor mij en dat emotioneerde mij weer. We hebben elkaar veel vastgehouden en samen gebeden. Geert herstelde gelukkig goed. Het was nog spannend of zijn nieren zouden herstellen, die hadden een behoorlijke klap gekregen. Gelukkig bleek hij uiteindelijk geen nierdialyse nodig te hebben. Een wonder.”

Een hummeltje op je buik

“Tijdens de bevalling lagen we allebei in het ziekenhuis. Het personeel regelde dat ik poliklinisch mocht bevallen, zo fijn om dicht in de buurt van Geert te zijn. ’s Avonds laat begonnen de weeën, die heb ik voornamelijk in mijn eentje opgevangen, zodat Geert lekker kon slapen. Het zou net zijn eerste nacht worden dat hij wat langer aaneen kon slapen, zonder al te veel controles. Vervelend vond ik het niet; ik kon de weeën goed wegpuffen. Op het moment dat ik acht centimeter ontsluiting had, werd Geert erbij gehaald. In het ziekenhuisbed werd hij naar me toe gereden. Hij was zo emotioneel en dankbaar dat hij erbij mocht zijn. Hij zat eerste rang naast me in zijn eigen ziekenhuisbed en vond het prachtig. Bleef maar zeggen dat ik het supergoed deed.

En dan ligt er ineens zo’n hummeltje op je buik. Ik mocht ons kind zelf pakken. Geert knipte de navelstreng door en even waren we al het voorgaande vergeten. Mirthe was prachtig, een groot wonder van God. We waren hartstikke trots. De bevalling was voor ons allebei een uitputtingsslag, gelukkig konden we daarna uitrusten en werd er goed voor ons gezorgd. Onze moeders en Hanna mochten de volgende ochtend langskomen. Dolgelukkig waren we.

Twee dagen na de bevalling verliet Geert het ziekenhuis. Bij zijn moeder kon hij rustig herstellen. Ik ben met de baby naar ons huis gegaan. Geert kwam natuurlijk wel langs en die bezoekjes werden steeds wat langer. De kraamweek was anders dan anders, maar we pakten onze mooie momenten met onze kinderen en met elkaar. Al was het vreemd om de nachten alleen te doen. Daar sta je nooit zo bij stil. Ik kon niet even vragen: ‘Doe jij de luier nu?’ Je kunt geen pauze nemen, maar ik was allang blij dat Hanna die eerste periode bij mijn ouders sliep. Onze dochter ging er superkrachtig mee om. Als ze kwam, was ze vrolijk, knuffelde Mirthe en huppelde daarna opgewekt weer weg. Vanaf het moment dat Geert weer terugkwam, sliep hij in een kamer beneden, zodat hij wat meer rust had. Onze familie en vrienden hebben die tijd enorm voor ons klaargestaan, daar ben ik nog steeds dankbaar voor.”

Levensverwachting

“Daarna begonnen we ons op Geerts behandeling en herstel te richten. Vorig jaar is Geert geopereerd. Een deel van de tumor hebben ze voorzichtig weggehaald. Daarna volgde bestraling. Dat betekent zes weken lang elke werkdag naar het ziekenhuis, met zo’n masker op. De tumor blijkt niet te genezen. Met de behandelingen wordt enkel geprobeerd om de groei zo goed en zo lang mogelijk te stoppen en of te remmen. Hetzelfde geldt voor de chemotherapie. Vanaf nu moet hij elke drie maanden een MRI-scan, om te kijken of de tumor is gegroeid. In Geerts geval bleek de tumor snel te groeien en heb je het samen over een levensverwachting van misschien maximaal tien jaar. Dan zijn de kinderen nog niet eens naar de middelbare school. Dat zijn dingen die ik niet kan en wil bevatten. Ons gezin is net gevormd. Ik moet er niet aan denken om er alleen voor te staan.

Dan heb je het samen over een levensverwachting van misschien maximaal tien jaar

Natuurlijk hoop ik dat er meer bekend wordt, dat ze zich daar in de medische wereld nog verder in ontwikkelen en met nieuwe behandeling komen. Maar de echte hoop put ik uit het geloof. Dat je daardoor een extra kracht hebt die helemaal losstaat van wat de medische wereld kan en doet. We hebben Geert daarom laten zalven. We geloven in een God die kan genezen. Maar we weten ook dat Hij het niet hóéft te doen. Geert ervaart hier rust in en kan dat overlaten aan God. God is zoveel groter dan wij. We weten dat het na dit leven niet ophoudt. Dat op een dag alles goed zal zijn en er geen pijn en verdriet meer is. Al zou hij dit leven graag nog heel lang vasthouden met mij en de kinderen. Af en toe slaat de angst om Geert te verliezen toe. Ik wil hem niet kwijt, ik wil gewoon dat die tumor verdwijnt. Ik hoop dat God dat ding verpulvert. Dat ze ineens zeggen: ‘Die tumor is weg.’”

Angst en geloof

“De angst sluimert. Het heeft ons veranderd. Ik ben een stuk alerter geworden. Je kunt niet meer blindelings vertrouwen op het lichaam van je man. Geert is kwetsbaar. Ik ben weer aan het werk, Geert is nu grotendeels thuis. Op papier staat er dat hij zes uur re-integreert, maar dat fluctueert. Afgelopen week ging het bijvoorbeeld wat slechter. Autorijden gaat niet, dat mag hij pas weer als hij een jaar geen epilepsieaanvallen meer heeft gehad. Het leven samen thuis is schakelen: soms mis ik tijd voor mezelf, aan de andere kant is het ook handig dat Geert thuis kan blijven als Mirthe slaapt, zodat ik even weg kan. Maar we zijn ons er ook goed van bewust wat we hebben en dat wat we samen hebben is goed. Voordat dit gebeurde, zeiden we weleens gekscherend tegen elkaar: we hebben zeven vette jaren gehad, als nu de zeven magere jaren komen, kunnen we die ook wel aan. En dat is ook gebleken, onze basis is goed. We kunnen heel goed met elkaar praten. Ook het verdriet kunnen we delen, we huilen regelmatig samen, dan kijken we elkaar aan en beginnen we weer. Liederen als Ik zal er zijn en U geeft rust hebben oneindig veel meer betekenis gekregen. Als we Hanna dat horen zingen, krijgen we allebei tranen in onze ogen. God is ook echt van wie we de rust willen krijgen, God is onze hoop, onze kracht. We weten dat Hij hier ook bij is, juist in deze moeilijke tijd.”

Fotografie: Jeannine Rijsdijk
Visagie: Joselien Hoogendam