Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Theoloog Jaap Bönker over Israël en Gaza.
© Jacqueline de Haas

Theoloog Jaap Bönker ‘God heeft niets tegen Gazanen, wel tegen terreur’

2 oktober 2024 · 15:40

Update: 2 oktober 2024 · 16:07

Dat uitgerekend hij gefascineerd zou raken door de Bijbel en Israël? Theoloog, spreker en auteur Jaap Bönker had het nooit kunnen bedenken: als tiener brak hij met het geloof. “Juist omdat ik kan meevoelen met zowel Joden als Palestijnen, vind ik deze Gaza-oorlog verschrikkelijk. Maar: ik heb hoop.”

“Op z’n Arabisch: pak gewoon zoveel je wilt”, zegt Jaap (70) met een grijns, terwijl hij een pak krakelingen en koffie op tafel zet.

Onverwachte ommekeer

Dat hij een groot hart heeft voor Joden én Arabieren, hangt samen met een onverwachte ommekeer in zijn leven. “Ik groeide op in Zaandam, in een gereformeerd-synodaal gezin”, vertelt hij in zijn woonkamer in het Noord-Hollandse kustdorp Andijk. “Vaste prik: elke zondag naar de kerk. En vanaf mijn 12e moest ik naar catechisatie – vreselijk saai vond ik dat. Rond mijn 15e, 16e heb ik de hele boel aan de kant geschoven. Geloof? Het zei me helemaal niks meer.”

Je hebt dus ook geen geloofsbelijdenis afgelegd?

“Jawel, op m’n 18e. Puur voor mijn vader en moeder: ik geloofde er geen moer van. Op mijn 19e ontmoette ik Renske, mijn vrouw. Haar zei het geloof nog wel ietsje meer. Toen we trouwden, wilde ze in ieder geval in de kerk trouwen. Zelfde verhaal: voor de vorm deed ik mee. En we kregen natuurlijk een trouwbijbel.”

Wie is Jaap Bönker?

Jaap Bönker (1954) werkte jarenlang bij Dorcas, en was vervolgens onder meer directeur van Arabische Wereld Zending Nederland (nu Pioneers). Ook schreef hij diverse boeken, waaronder De God van Abraham, Isaäk én Ishmaël. Sinds 2018 is hij parttime directeur van het Comité Gemeentehulp Israël. Ook is hij medeoprichter van de Bijbelse Cultuur Stichting. Jaap is getrouwd met Renske, vader van drie kinderen en woont in Andijk.

Een discussiemannetje

Die opende hij “uiteraard nooit”, vervolgt hij. “Maar ik was nogal een discussiemannetje, en had soms gesprekken met christelijke mensen in mijn omgeving over de Bijbel. ‘Mooie verhaaltjes,’ zei ik dan om te prikkelen, ‘maar je hebt er helemaal niks aan.’ Totdat iemand, geen idee meer wie, vroeg: ‘Zeg, zou je kunnen bewijzen dat het allemaal onzin is?’ Ik dacht: nou, ik heb nog wel ergens een bijbel staan…”

Jullie trouwbijbel?

“Precies. Ik blies het stof ervan af en ben gaan lezen, zoekend naar bewijzen dat het allemaal onzin was.” Met grote ogen: “Tot mijn stomme verbazing werd ik erdoor gegrepen. Opeens besefte ik: wat hier staat, klopt. Destijds – in 1979 – werkte ik bij de gemeente Zaandam. Op een dag ben ik daar, in het gehandicaptentoilet, door mijn knieën gegaan om mijn leven over te geven aan God. Toen ik na het werk thuiskwam, zei ik: ‘Renske, er is iets bijzonders gebeurd…’ Zijzelf is trouwens ook echt tot geloof gekomen.”

Aan de wieg van de EO

“Weet je wat zo apart was? Zodra ik mijn hart aan de Heer gaf, wist ik op de een of andere manier dat ik in de christelijke wereld zou gaan werken. Een diepe, innerlijke overtuiging. Alleen besefte ik ook: ik moet me eerst serieus in de Bijbel verdiepen. Dus ben ik veel gaan lezen. En ik vroeg advies aan onze oud-predikant. Hij verwees me door naar de Brandpunt Bijbelscholen in Doorn. Daar kreeg ik les van Albert Ramaker, Jacob Klein Haneveld en Jan Kits. Broeders uit de Vergadering van Gelovigen, die aan de wieg van de EO hebben gestaan. Al ben ik naderhand op bepaalde punten anders gaan denken over wat ik in Doorn meekreeg, dit legde wel een stevige basis onder mijn geloof.”

  • tekst gaat verder onder foto
Theoloog Jaap Bönker over Israël en Gaza
© Jacqueline de Haas

Hoe belandde je, zoals je verwachtte, in de christelijke wereld?

“Renske kwam een keer thuis na een vrouwenbijeenkomst. Ze had een blaadje bij zich, met daarin een vacature van Dorcas, destijds nog in Andijk gevestigd. Ze zochten een medewerker. Maar wij woonden in Zaandam en hadden op dat moment twee jonge kinderen. Dus ik aarzelde en schoof het voor me uit. Toen besloot ik alsnog te solliciteren. En tijdens het gesprek zei ik: ‘Ik weet al dat ik het word.’”

Dat zei je letterlijk?

“Jazeker.” Glimlachend: “Dat vonden ze in eerste instantie misschien arrogant. Maar ik heb uitgelegd waarom ik dat zo stellig beweerde. En uiteindelijk kreeg ik die baan. Dus verhuisden we in 1989 hiernaartoe.”

Met blindheid geslagen

Uren zou Jaap over zijn jaren bij deze stichting kunnen vertellen. Die richtte zich toen nog volledig op hulp aan gelovigen in ‘gesloten’ landen in Oost-Europa, bijvoorbeeld door er bijbels naartoe te smokkelen in auto’s met dubbele bodems.

Ik zag de Bijbelse wonderen gebeuren

“In de Bijbel lees je weleens over mensen die door God tijdelijk met blindheid werden geslagen”, zegt hij. “Zoals in het Genesisverhaal over de engelen die bij Lot komen. Nou, datzelfde heb ik meer dan eens meegemaakt, achter het IJzeren Gordijn.” Met opgeheven handen: “Ik zag die Bijbelse wonderen gewoon voor mijn eigen ogen gebeuren! Dat heeft mijn geloof absoluut gevormd en versterkt.”

Je was ervan overtuigd dat je in de christelijke wereld zou gaan werken en dat gebeurde. Maar in 1997 ging je weg bij deze organisatie na een heftig conflict.

“Een ongelofelijk pijnlijke ervaring. Dorcas deed en doet prachtig werk, maar ik kreeg een conflict met de toenmalige directie. Nog datzelfde jaar begon ik als projectleider bij Stichting Rehoboth in Emmeloord: een opvang- en begeleidingshuis voor mensen in psychosociale nood. In mijn Rehoboth-tijd heb ik, samen met anderen, mijn eerste boek geschreven: Macht en manipulatie.”

Voorheen reisde je volop, nu zat je vooral veel achter een bureau.

“Klopt, met uitzicht op een schoolplein… Ik had de halve wereld gezien: Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Ik wist: dit houd ik niet lang vol. Toen werd ik gevraagd directeur te worden van Arabische Wereld Zending Nederland. Bij AWZ begon ik in 2000.”

In de Gazastrook

“Het mooie is dat ik voor AWZ weer veel naar het Midden-Oosten kon reizen. Juist daar voelde en voel ik me altijd thuis. De hele regio vind ik interessant, maar het gaat, Bijbels gezien, om Israël. Israël is de kern van het Midden-Oosten.”

Je bent ook vaak in de Gazastrook geweest?

“Klopt, tot 2017. Dat begon vlak na de aanslag op de Twin Towers van 11 september 2001. We brachten daar, via een op het Groene Kruis lijkende bediening, allerlei medische hulpmiddelen bij mensen thuis. Krukken, rolstoelen, ziekenhuisbedden en noem maar op. Al die contacten met de mensen in Gaza boden ook gelegenheden om over Jezus te vertellen. Door die aanslagen van 11 september zagen we een enorme openheid onder moslims voor het evangelie. Vanaf pakweg 2005 druppelde Hamas binnen en verloor Fatah – Arafats partij – steeds meer terrein. In 2017 besloten we er niet langer naartoe te gaan. Dat was onverantwoord.”

Nu ondenkbaar

“Ondenkbaar nu,” vervolgt hij, “maar voorheen kon ik vrij moeiteloos de Gazastrook ingaan. Kwestie van een paar stempeltjes in je paspoort laten zetten… Eerst bij een tafel met Israëlische soldaten, daarna bij eentje met Palestijnen.”

Nu stuit je op een zwaarbeveiligde afscheidingsmuur van metershoge betonplaten.

“Daarachter leven de mensen dus hutjemutje.” (De Gazastrook geldt als een van de dichtstbevolkte gebieden op aarde, red.) Hij recht zijn rug. “Weet je waar ik me aan kan ergeren, ook in christelijk Nederland? Dat veel mensen geen idee hebben waarover ze praten als ze het over de Gazastrook hebben. Stel je voor dat er 1,8 miljoen mensen op Texel moeten wonen, dan heb je een goed beeld. Zo klein is de Gazastrook. Die mensen daar wonen echt op elkaar gepropt. Laatst zei iemand tegen me: ‘Er is een enquête in Gaza gehouden en 95 procent van de bevolking staat achter Hamas.’ Ik antwoordde: ‘Kom op, zeg! Die mensen daar zijn niet vrij om hardop te zeggen hoe ze werkelijk over Hamas denken.’ Toen ik er nog kon komen, fluisterden de mensen al dat ze liever – zoals daarvoor – onder Israëls bewind zouden leven dan onder Fatah.”

Wie zich in Gaza negatief uitlaat over Hamas, tekent z’n eigen doodvonnis?

Met zijn hand als een pistool tegen zijn slaap: “Wat zou jij antwoorden als ze zó aan je vroegen hoe je over Hamas denkt?”

Helemaal in shock

Jaap was “helemaal in shock” toen hij de eerste berichten hoorde over het bloedbad dat Hamas op 7 oktober vorig jaar aanrichtte. “We moeten niet vergeten dat alles wat er nu in Israël en Gaza gebeurt, begon met die gruwelijke terreuraanval en die ontvoeringen. Ik voel heel erg mee met het Joodse volk, dat hier enorm door is geraakt. Maar ook met de Palestijnen.”

Jezus koos ook geen partij

Na een korte stilte: “Ik kan me nog steeds mateloos ergeren aan zwart-witdenken. ‘Ben je voor Israël, of voor de Palestijnen?’ Wat suggereert: als je vóór de ene partij bent, ben je tégen de andere. Jezus, de Messias, koos ook geen partij.”

Je mist de nuance?

“Enorm. Het debat is, ook onder christenen, zo verhit en gepolariseerd. Ik geef om de mensen in Israël. Maar eveneens om de mensen in Gaza: kinderen, jongeren, vaders en moeders, opa’s en oma’s. Mensen zoals jij en ik.”

Houdt jouw liefde voor de Palestijnen halt bij Hamas?

“Ja. Toevallig heb ik gisteren nog in een preek gezegd: ‘God heeft niets tegen Gazanen, maar wél tegen terreur.’”

Er vallen helaas heel veel burgerslachtoffers in Gaza, in de strijd tegen Hamas. Israël wordt daarom vaak buitenproportioneel geweld verweten. Hoe beoordeel jij die kritiek?

Jaap denkt even na. “Laat ik er dit van zeggen: ik begríjp wat Israël doet in de strijd tegen de terroristen van Hamas, maar ik keur zeker niet alles goed.”

Heb je nog contact met mensen in Gaza?

Hij pakt zijn telefoon. “Sinds 7 oktober vorig jaar heb ik onder anderen contact met een Palestijnse vrouw, Abeer. Zij werkte vroeger voor een AWZ-project in Gaza. Met haar man en kinderen moest ze vanuit de Gazastrook vluchten naar Rafah. Met haar kinderen kon ze doorreizen naar Egypte, maar haar man bleef achter in Rafah. Als ze me appt, komen de woorden terrible en horrible het vaakst langs: het is verschrikkelijk. Ze leeft dagelijks met het besef dat ze haar man waarschijnlijk nooit meer terug zal zien…”

Een broedertwist

Sinds 1948 heeft Israël al menig oorlog uitgevochten: de spiraal van geweld en bloedvergieten lijkt eindeloos. “Toch heb ik hoop,” zegt Jaap, “op grond van de Bijbel. Ten diepste is het slepende conflict tussen Israël en de Palestijnen en breder de Arabische volken een broedertwist. Arabieren zijn, net als de Joden, nakomelingen van Abraham. Gods verbond met Israël blijft voor eeuwig bestaan. Dit verbond, allereerst gesloten met Abraham, is voortgezet in de lijn van het nageslacht van Isaak: de Joden. Maar God gaat ook zijn weg met de eerstgeboren zoon van Abraham, die als eerste werd besneden. Zijn naam schrijf ik altijd bewust met een h: Ishmaël, ‘God hoort’. De Eeuwige heeft hem en zijn nageslacht een eigen plek gegeven. Volgens Genesis 21 zegende God hem zelfs vier keer, omdat hij Abrahams zoon is.”

Wat zie jij als de kern van deze broedertwist?

“Ishmaëls nakomelingen zijn nog steeds niet bereid hun eigen plek in te nemen, naast het uitverkoren volk: ze willen het eerstgeboorterecht, dat alleen Isaak toekomt. Daar zit ook de moeite van al die Arabische volken die over Israël vallen, vroeger en nu: ze zijn jaloers op het Joodse volk. Dat kleine volkje koos God uit om zijn volk te zijn, met het oog op álle volken.”

Wat is jouw hoop als je naar dit conflict kijkt?

“Ik geloof dat er nog onvervulde profetieën zijn.” Hij pakt zijn bijbel erbij en bladert naar Zacharia 9. “Vanaf vers 5 gaat het hier over een ‘bastaardvolk’, dat in Gaza woont. Er staat dat God de Filistijnse trots van dat volk zal afsnijden, het bloed uit de mond zal verwijderen en ‘de gruwelen van tussen zijn tanden’.”

De Palestijnen van nu zijn niet de Bijbelse Filistijnen.

“Klopt. Dat waren Kretenzers. Palestijnen zijn Arabieren – nakomelingen van Ishmaël – met een Filistijnse inslag. Dat ‘bastaardvolk’ zal overblijven voor God, staat hier. En zelfs ‘een stamhoofd’ zijn in Juda, dus een hoge plek krijgen naast het Joodse volk.”

Dit gaat over de Gazanen?

“Daar ben ik van overtuigd. Misschien zitten we wel in de voorfase van de vervulling van die profetie. God heeft het Joodse volk teruggebracht naar Israël, en ook voor de nakomelingen van Ishmaël heeft Hij een plan. God zal ingrijpen. Hoe en wanneer? Geen idee. Maar dat is mijn hoop. En kijk, als mensen mij in 1988 hadden gevraagd: ‘Gaat Oost-Europa ooit open?’, had ik gezegd: ‘Nee, dat gebeurt niet.’ In 1989 gebeurde het tóch.

Ook nu kan God voor verrassingen zorgen

Waar je voorheen langs prikkeldraad, wachttorens en gewapende soldaten moest, kon je nu zomaar doorrijden. De wereld is in die zin totaal veranderd. Ook nu kan God voor verrassingen zorgen.”

Bijbelse voorwerpen

Jaap staat op. “Kom mee, ik wil je nog even wat laten zien.”
We gaan de trap op naar zijn zolder, waar hij allerlei voorwerpen uit het oude Israël bewaart die hij gebruikt tijdens lezingen en preken: van landbouwwerktuigen en wapens tot muziekinstrumenten.
“In de loop der jaren heb ik ruim vijfhonderd voorwerpen verzameld. Aan de hand daarvan wil ik mensen als het ware plaatjes geven bij wat ze erover in de Bijbel kunnen lezen. Een groot deel van de collectie heb ik inmiddels trouwens elders ondergebracht bij de Bijbel Cultuur Stichting, die ik samen met Ruben Hadders heb opgericht.” Grinnikend: “Renske vond dat het hier thuis te vol werd.”

Een huilende moeder

Verrassend: in het zolderkamertje waarin Jaap zijn boeken schrijft en preken en lezingen voorbereidt, hangt een ‘martelarenposter’ van een Palestijns jongetje. “Helaas weet ik niet hoe deze jongen heette”, zegt Jaap. “Maar hij heeft zichzelf opgeblazen in een bus in Jeruzalem. Ik heb zijn moeder gesproken. Ze was trots op hem, zei ze. Maar toen ik een beetje doorvroeg, zat er een huilende moeder tegenover me: ze was haar zoon kwijt…”

Waarom hangt die poster hier, boven jouw bureau?

“Hamas indoctrineert Palestijnse kinderen met haat tegen het Joodse volk, Gods oogappel. Hoe oud was dit jochie, denk jij?”

Misschien pas 11 of 12?

“Dat denk ik ook.” Jaap neemt de poster in zijn handen en kijkt er een paar seconden naar. “Dit is wat mij ten diepste drijft. Wij moeten geen boodschap van haat verspreiden, maar van Gods liefde voor deze hele wereld.”

Theoloog Jaap Bönker over Israël en Gaza
© Jacqueline de Haas

Deel dit artikel:

Neem een koekje.

Jammer! Door je cookie-instellingen kan je dit deel van de site niet zien. Als je meer cookies accepteert, kan je dit deel wel zien.

Toestemmingen aanpassen