The New Boy – verhalen van een gestolen generatie
Deze impact had het christendom op inheemse culturen
“Maak alle volken tot mijn discipelen.” Die woorden van Jezus hebben voor de inheems-Australische regisseur Warwick Thornton (53) een bittere bijsmaak. De westerse zendelingen in zijn land wilden namelijk niet alleen de bevolking bekeren. De hele inheemse cultuur moest verdwijnen.
De door Thornton geregisseerde film The New Boy volgt een naamloze Aboriginal jongen in de jaren veertig. In het holst van de nacht wordt hij afgeleverd bij een afgelegen klooster in het Australische binnenland. Deze opvangplek voor verlaten kinderen wordt geleid door de zorgzame zuster Eileen, die geduldig is met de jongens die onder haar hoede vallen, maar ook vastberaden is in haar missie hen tot het christendom te bekeren. De inheems-Australische jongen snapt niet waar hij is beland, kent de gewoonten niet en spreekt de taal niet.
Naamloze jongen
Diepgeraakt is de naamloze jongen als hij in het klooster voor het eerst van zijn leven een Jezusbeeld ziet. Maar waarom hangt Hij zover weg, waar niemand bij kan? Het lukt hem om op het beeld te klimmen en het liefdevol te omhelzen. Wanneer een non ziet wat er gebeurt, trekt ze hem onmiddellijk van het kruis af. De jongen moet toch snappen dat dit absoluut niet de bedoeling is? De scène laat pijnlijk het onbegrip van beide kanten zien.
Gestolen generatie
De film speelt zich af in een brute historische realiteit. Tussen 1910 en 1970 scheidt de Australische overheid doelbewust inheemse kinderen van hun ouders. Doel is om 'het zwarte weg te kweken'. De inheemse bevolking moet verdwijnen en zich aanpassen aan de westerse cultuur. De kinderen staan bekend als de ‘gestolen generatie’. Ze komen terecht in adoptiegezinnen en weeshuizen, mede beheerd door de kerk.
Via Zoom vertelt regisseur Thornton over zijn eigen ervaringen met het christelijk geloof en zending. Thornton is 13 jaar als zijn moeder hem naar een katholieke kostschool stuurt. Hij heeft nog nooit van het christendom gehoord en wanneer hij voor het eerst een kerk instapt, krijgt hij de schrik van zijn leven. Zijn oog valt op een metershoog houten beeld van een vreselijk toegetakelde man. Hij heeft spijkers in zijn handen en voeten en hangt aan een kruis.
“Ik weet inmiddels wel dat liefde het fundament is van het christendom,” legt Thornton uit, “maar mijn eerste kennismaking was met een geloof gestoeld op angst. Ik zag in dat beeld niet Jezus als de weg tot God, maar een man die werd gemarteld. Als je dan ook te horen krijgt dat je naar de hel gaat als je niet gelooft, dan weet je als kind helemaal niet wat je overkomt.”
Je hebt negatieve ervaringen met het christendom. Waarom zijn de christenen in je films toch liefdevolle, zorgzame mensen?
Lachend: “Ik zou ze kunnen afbeelden als schurken, maar dat zou goedkoop, lelijk en ongelooflijk saai zijn. Ik geloof niet dat het leven zo zwart-wit is. Bovendien had ik als tiener het christendom keihard nodig. Het bood structuur en gaf me eigenwaarde. Mijn probleem met het christendom is dat het zich opstelt als een stoomwals: alles wat niet binnen het plaatje past, is van de duivel en moet weg. Binnen de inheemse spiritualiteit is er heus wel ruimte voor nog een god, maar het christendom wil niets van ons overnemen.”
Is dat zo erg?
“Omdat de christelijke theologie zo afgebakend is, is er geen ruimte voor de gedachte dat anderen misschien ook iets zinnigs te melden hebben. Zo begrijp ik niet waarom jullie de beelden van Jezus zo hoog in de kerk hangen. Waarom snijdt nooit iemand een prachtig beeld van Jezus die naast je in de kerkbank zit? In de film voelt de new boy die afstand ook. Daarom klimt hij op het kruis en knuffelt hij het beeld. Maar dat past niet binnen de kaders van het geloof van zuster Eileen. Door die strikte theologie zijn we veel cultuur, taal en mensen kwijtgeraakt.”
Hoe bedoel je dat?
“Ik ben opgegroeid in de Australische woestijn. Het is bij ons niet gebruikelijk om kleren te dragen, omdat het zo vreselijk heet is. Maar de zendeling die naar onze gemeenschap kwam, vond dat we wel kleren moesten gaan dragen. Voordat de kolonisten kwamen, kende Australië vierhonderd verschillende talen, elk met eigen oorsprong en voorouders. Van die vierhonderd talen zijn er nu nog tweehonderd over omdat de bevolking werd gedwongen zich te bekeren en Engels te spreken.”
Welk advies zou je zendelingen willen geven?
“Kom niet vertellen hoe het zit, maar leef wat je gelooft. Begeef je in de gemeenschap. Als mensen je zien stralen en je hen met respect en waardigheid behandelt, dan geef je ze de keuze zich bij je aan te sluiten. Maar is je houding ‘vandaag ga ik eens even twintig mensen bekeren’, dan wordt het niks.
The New Boy
The New Boy is vanaf donderdag 18 juli te zien in de bioscoop en te streamen via Pathé Thuis.
Neem de Duitse lutheranen. Het eerste wat zij deden als ze een nieuwe stam ontmoetten, was hun taal in kaart brengen. Ze maakten contact, leerden over hun spiritualiteit en vertelden over hun geloof in de taal van die mensen. Het ironische is dat de zendelingen de taal leerden om mensen te bekeren. Veel van die talen zijn uitgeroeid, maar dankzij deze aantekeningen kunnen stammen opnieuw hun eigen taal leren. Op een gekke manier zijn het nu de zendelingen die een inheemse cultuur in leven houden.”
Tekst: Jort van Slooten
Geschreven door
Jort van Slooten