Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Suzans zoon werd geboren als dochter

'Toen ik tekende voor de geslachtsverandering deed ik dat biddend'

Ze kent de harde oordelen van dichtbij: ‘Je bent een slechte moeder, je moet er niet in meegaan.’ Suzans dochter werd een zoon. “Toen ik tekende voor de geslachtsverandering deed ik dat biddend: ‘Papa, u weet dat ik dit niet wil, maar ik wil ook mijn kind niet loslaten.’ God Zelf stelde haar gerust.

Deel:

“Al van jongs af aan wilde mijn dochter Lina* alleen stoere kleren aan. Ze droeg petjes. Staartjes trok ze meteen uit haar haar. In haar doen en laten was er totaal niets meisjesachtigs aan haar. Iedereen zei: ‘het is meer een jongen dan een meisje.’ Zelf dacht ik dat het kwam door haar vader. Die had, toen ik zwanger was, heel hard tegen mijn buik gegild: ‘Ik wil een jongen!’

Haar juf wilde er niet in meegaan en gaf haar als cadeau een pop. Ik keek naar mijn kind, ik zag iets in haar oogjes waarvan ik dacht: er zit iets niet goed. Mijn hart brak. Ze was toen zes jaar.”

Haar juf wilde er niet in meegaan en gaf haar een pop cadeau

“Mijn kind was ongelukkig. Ze smeet met deuren, at alleen junkfood op momenten dat ik weg was of sliep; we hadden totaal geen contact. Ze is ook ontzettend gepest. Toen ze net naar de middelbare school ging, werd ik op school geroepen. ‘Uw kind wil iets vertellen.’ Toen kwam de aap uit de mouw. Ze voelde zich een jongen. Lina zat er heel erg mee. Ze had het mij niet durven vertellen vanwege ons geloof. Ik was al lang blij dat op school het hoge woord eruit kwam. Ik reageerde heel rustig. Heel diep in mijn hart wist ik het al: ze voelt zich niet tevreden in haar lichaam. Dit was een bevestiging.

Geen goede moeder

In de kerk kreeg ik geen steun, alleen enkele mensen van de kinderkerk stonden naast mij. De vrouw van de voorganger kocht meisjeskleren die mijn kind aan moest trekken. Mijn meisje stond te huilen in de kerk. Ik wilde haar niet dwingen. Ook moest ik van mijn voorganger foto’s opzoeken van operaties die mislukt waren en die uitprinten. Ik had daar geen goed gevoel over dus ik besloot te bidden. ‘Ga naar Stichting Chris’, hoorde ik toen.”

Of ik wilde dat ze ‘genas’? Ik wilde dat mijn kind gelukkig was

“Ik werd veroordeeld. Ik was geen goede moeder, ik was bang voor mijn kind want ik gaf toe, ik moest het verbieden, strenger zijn. God heeft dit niet gewild dus het was mijn fout als moeder. Dat is hard, heel hard en deed ontzettend veel pijn.

Zelf wilde ik natuurlijk ook dat het anders was. Ik ben met haar kussensloop naar genezingsdiensten geweest, ik heb gebeden en gevast, haar deurposten ingesmeerd met olie. Of ik wilde dat ze ‘genas’? Dat weet ik niet, ik wilde dat mijn kind gelukkig was.”

Het traject

“Ik ben een alleenstaande moeder. Lina’s vader verdween uit beeld toen ze twaalf was. Ik stond er dus helemaal alleen voor. Lina had alles al uitgezocht, maar ik moest me er nog in verdiepen. Ik kreeg contact met de transgendervereniging, christenen die elkaar steunen. Verder las ik over christelijke ouders die hun kind loslieten, waardoor het zelfmoord pleegde. Dat wilde ik absoluut niet.

God leidde mij. Toen ik naar Opwekking ging, was stichting Chris daar. Ik kwam in gesprek met een vrouw die vertelde dat haar dochter abortus wilde plegen. Ze kon daar niet achter staan maar wilde haar kind niet kwijt, dus ze liet haar dochter weten dat ze er wel voor haar was. Dat vond ik een bemoedigend voorbeeld. Ik heb tegen Lina gezegd: Wat je ook doet, mama staat achter je. Toen werd mijn kind opener tegen mij.”

Ik hoorde de stem van God: Ik veroordeel jou niet

“Stichting Chris adviseerde me om het traject in te gaan. Dan konden we ontdekken of dit het juiste was om te doen. Het traject is lang en pittig. Je moet voor honderd procent achter de keuze staan. In de kerk hoorde ik de harde woorden van veroordeling en toen hoorde ik de zachte stem van God diep in mij: ‘Maar Ik veroordeel jou niet.’ Papa bevestigde mij zelf. Die bevestiging gaf zoveel vrede.

Lina kreeg hormonen toen ze twaalf was. Ze schaamde zich voor haar borsten. Die drukte ze plat met een speciaal kledingstuk. Ik zei tegen haar: ‘Geef dat maar aan mij, voor mijn buik.’ Daar kon ze wel om lachen. Humor helpt.

Mijn familie stond wel achter mij en mijn omgeving ook. Lina’s vader mag het niet weten. Hij komt uit het Midden-Oosten. Op mijn werk zijn mijn collega’s heel open. ‘Heb jij een transgenderkind, wat interessant!’ Behalve één collega, zij zei: ‘Allah vindt dat niet goed, als het mijn kind was, had ik het doodgemaakt’.”

De operatie

“Toen ik moest tekenen voor de operatie, heb ik dat biddend gedaan. ‘Papa, zie mij, U kent mijn hart, U ziet mijn strijd. Ik kan er niet achter staan, maar ik doe het toch’. Ik heb het in feite uit handen gegeven en daarna kreeg ik pas echt rust.

Op de dag van de operatie ging ik naar Amsterdam. Ik was aan het bidden, bidden, bidden en aan het huilen, huilen, huilen om wat ging gebeuren. Lina lag op de Joodse afdeling, dat vond ik zo mooi. Dit moet van U zijn, dacht ik. De operatie duurde acht of negen uur. Ze werd op vrijdag geopereerd. Normaal gesproken moet je vier dagen blijven, maar ze mocht al na een dag naar huis. Ik was God zo dankbaar.”

Ik noemde hem per ongeluk weleens bij zijn oude naam

“Toen het verband van het bovenlichaam werd verwijderd, zag ik dat de operatie heel mooi gedaan is. Je zag geen hechtingen en geen bloed, het zag er zo mooi uit. Ik weet niet of Marc, want zo heet hij nu, ook een geslachtsorgaan heeft gekregen, hij is daar heel gesloten over.

Ik heb een heel ander kind gekregen. Marc is veel meer open, hij is leuker en spontaner. Ik noemde hem per ongeluk nog weleens bij zijn oude naam en dan werd hij boos. ‘Sorry’, zei ik dan, ‘laat mij ook even wennen aan de nieuwe situatie.’ Dat snapte hij.”

Rouwproces

“Ik ben een na de operatie beetje ingestort. Iemand zei: ‘jij zit in een rouwperiode.’ Ik dacht nog: ben jij wel goed in je bovenkamertje? ‘Ja’, legde ze uit, ‘je bent een dochter kwijt en hebt een zoon gekregen, dat is jouw rouwproces.’

De vooroordelen blijven. Een broeder zei: Hoe gaat het met je dochter? Ik zei: ‘Ik heb een zoon.’ Op twee centimeter afstand van mijn gezicht beet hij me toe: ‘je hebt een dochter!’ Ik zei: ‘Ik heb een zoon, doei.’ Ik ga mijn kind niet verloochenen!”

Er was ook een lieve zuster uit de kerk die me een video stuurde van een transgenderkind dat vol voor Jezus gaat. ‘Kijk, zo kan het ook’, zei ze tegen me. Met vrouwen uit de kerk ging ik een weekend weg. We mochten onze zonden en zorgen bij het kruis leggen en daarna werd er voor je gebeden. Een zuster zei: ‘O Suus, o Suus, o Suus…’ Ik dacht: o nee, wat is er mis met mij. Ze zei: ‘De Heilige Geest overtuigt mij dat ik je om vergeving moet vragen omdat ik geoordeeld heb, terwijl ik gewoon naast je had moeten staan’.

Meningen

De meningen over transgenders op social media hakken erin. Mensen denken dat je dit traject zomaar eventjes doet. Je hoort over transgenders, genderneutraliteit, een agenda. Je wordt in een hokje geduwd en dat wil je niet. Je weet niet hoeveel pijn je mensen doet. Oordeel pas als je zelf in deze schoenen staat. Laatst ook dat meisje dat in elkaar werd geslagen omdat ze niet wilde zeggen of ze een jongen of meisje was. Dat deed zo’n pijn. Ik kan me zo goed inleven. Zelf maak ik me geen zorgen over geweld tegen mijn kind. Ik dek hem en zijn vriendin onder het bloed van Jezus en zegen ze.”

Tips

Suzans tips om met dit soort situaties om te gaan:

  • Blijf dicht bij God, bid om wijsheid, leg alles bij Hem neer, laat je door Hem leiden. Ook als het verkeerd is, dan is Hij er voor je, zonder veroordeling, maar met Zijn genade. Hij is er als je Hem nodig hebt. Zonder Hem had ik het niet gered.
  • Christenen en voorgangers moeten sowieso niet oordelen. Bied een luisterend oor, sla een arm om iemand heen, geef een knuffel. Wees er voor iemand. Wees ook eerlijk. Je mag gerust zeggen: ‘Ik worstel ermee maar ik wil er voor je zijn.’ Dat komt heel anders over dan een veroordeling.
  • Vergeef de mensen die jou pijn hebben gedaan. Ook dat geeft rust en vrede bij het proces.
  • Tegen mensen die worstelen met hun gevoelens zeg ik: God houdt van jou. Hij ziet jouw angst, jouw strijd, jouw pijn. Hij ziet alles en Hij houdt van je.

*De namen van moeder en zoon zijn om privacyredenen gefingeerd.

Lees ook: Mijn zoon is transgender: 'Wij zijn samen in de overgang’

Geschreven door

Anneke Houtman

--:--