Strijdbare christenfeministen
Dingen die mannen mogen (en vrouwen niet)
Een vrouw mag wel zondagsschool geven maar geen preek houden? Onbegrijpelijk, vinden christelijke feministen. Want die bestaan. Marlies Medema had nog nooit van ze gehoord, dus ondernam ze een persoonlijke zoektocht. “Mogen vrouwen van Paulus alleen koffie schenken? Vast niet.”
In een studio met een goedkoop grijs achtergrondje zitten een bebrilde, glimmende Amerikaanse presentator en predikant John Piper. “I’m a guy,” zegt de presentator. “Is it wrong for me to listen to Beth Moore?” (een populaire christelijke schrijfster, red.). Pipers mond valt open en hij schatert: “I thought it’s gonna be about sex!” Om dan serieus te antwoorden: “Nee. Tenzij je afhankelijk van haar wordt als jouw herder. Vrouwen die af en toe spreken op de zondagsschool, prima. Maar de Bijbel is er duidelijk over dat vrouwen niet behoren te onderwijzen en geen geautoriseerde leraren in de kerk mogen zijn.” Als deelgenoot van de babyboomergeneratie, luisterde Piper dolgraag naar Elisabeth Elliott, biecht hij op. “Zo toegewijd, zonder enigszins de bedoeling te hebben predikant te zijn. Ik wil leren van mijn vrouw, ik leer graag van Beth Moore, maar: ik wil niet in een relatie terechtkomen waarin ze mijn herder of pastor wordt. That, I think, would be an unhealthy thing.”
Toilet schrobben
Eerlijk is eerlijk, ik ben geen Dolle Mina. Maar als ik naar het filmpje kijk waaruit de bovenstaande scène afkomstig is, wil ik daarna ook heel graag een filmpje zien van Piper die het toilet schrobt. En ik ben niet de enige. “Mijn haren gaan recht overeind staan,” zegt Jacqueline Mulckhuijse, die in 2014 samen met een studiegenootje de Facebookgroep ‘Christenfeministen’ oprichtte, waar inmiddels een kleine honderdvijftig vrouwen én mannen deel van uitmaken. “Een vrouw mag dus wel lesgeven op de zondagsschool, maar niet in de kerk? Zijn kinderen minder waard of zo? Als het big business is, mag een vrouw opeens niet meedoen? Natuurlijk is het niet gezond om te veel te leunen op je voorganger, maar dat geldt net zo goed als het om een man gaat.”
Opgetrokken wenkbrauwen
Ook aan de andere kant van de Atlantische Oceaan bevinden zich vrouwen die hun wenkbrauwen zouden optrekken bij Pipers uitspraak. Zoals Rachel Held Evans, Joyce Meyer en de Canadese spreker Sarah Bessey, die in haar boek Jesus feminist beeldend schrijft hoe Amerikaanse kerken anno 2017 worstelen met de positie van man en vrouw. Zo was er een voorgangers echtpaar dat samen een gemeente leidde, totdat de man stierf. De vrouw leidde daarna de gemeente jarenlang. Maar zij kreeg bij ditzelfde werk de titel ‘coördinator’ in plaats van ‘pastor’, omdat het woord ‘pastor’ voor een vrouw niet passend was.
Witte, hoogopgeleide mannen krijgen meer en eerder kansen
Lelijke tuinbroeken
Ik heb me zelden bemoeid met dergelijke discussies. Feminisme is een woord dat me bij voorbaat moe maakt. Ik associeer het woord met snerpend venijnige debatten, gebalde vuisten en foeilelijke tuinbroeken. Of vooruit, sinds Opzij een aantal jaar geleden een make-over heeft ondergaan, horen ook naaldhakken, mantelpakjes, rode lippenstift en een barst in het glazen plafond bij dat beeld. Maar nog steeds, dat ben ik niet. Als je mijn profiel in het populaire persoonlijkheidsmodel van DISC bekijkt, zie je veel I (enthousiast), S (stabiel) en C (consciëntieus), en slechts een beetje D van dominantie. Ik ben getrouwd met een liefhebbende, parttime werkende man, ik maak er geen punt van als hij een knoop doorhakt (en zo wel, dan vindt hij het geen punt dat ik dat doe) en het feit dat ik mijn eigen achternaam heb aangehouden, was een administratief foutje bij de burgerlijke stand. Als andere dames nog iets uit te vechten hebben, ga je gang, maar val mij er niet mee lastig.
Calvinistische traditie
Tegelijkertijd is die houding wel een beetje makkelijk. Want wat als je als vrouw wél die nadrukkelijke ‘D’ in je profiel hebt,
en in een omgeving verkeert waarin je die niet mag gebruiken, onder het motto ‘dit zegt Paulus ervan’? Als de Heer je heeft gemaakt met een stevige dosis leiderschapskwaliteiten en je daar graag iets goeds mee wilt doen, maar je niet goed weet hoe? Ik ken de Bijbelteksten die iets over het onderwerp te zeggen hebben. Maar ik weet ook dat je die in hun context moet lezen, en dat velen de teksten veiligheidshalve maar laten ondersteunen door de calvinistische traditie.
Mannen krijgen kansen
“Ik las deze week dat er in 2018 voor het eerst een vrouwelijke spreker op het hoofdpodium van Opwekking komt,” zegt Karlijn Goossen, seniordocent journalistiek en diversiteit aan de CHE en eveneens lid van de ‘Christenfeministen’-Facebook- groep. “Mijn klomp breekt bij zulke dingen. Maar ik hoor hetzelfde op mijn werk. Met alle beste wil is het voor een vrouw, en zeker als je jong bent, lastig om een positie in te nemen. In onze maatschappij zijn veel impliciete structuren die ervoor zorgen dat veelal witte, hoogopgeleide mannen meer en eerder kansen krijgen. En dat geldt ook in christelijke organisaties.”
Revolutionair Jacqueline Mulckhuijse (26), redacteur bij EO-BEAM, groeide op in de gereformeerde gemeente. “Ik was als kind al een pittige tante. Mijn oma zei: ‘Jij moet ooit nog eens directrice van een bejaardentehuis worden.’ En ik dacht: dat kan ik. Ik heb me nooit afgevraagd of ik iets wel of niet kon vanwege het feit dat ik vrouw ben. Ik ben altijd al van mening geweest dat vrouwen en mannen in een gemeente dezelfde taken zouden moeten doen. Later, toen ik erover ging lezen, kwam ik erachter dat er ook theologen zijn die er zo over denken, op basis van studie van de Bijbel. Paulus was juist iemand die voor vrijheid stond: hij stond toe dat vrouwen onderwijs kregen in een periode waarin dat helemaal niet vanzelfsprekend was. Hij was revolutionair. Als Paulus anno nu zou leven, zou hij dan zeggen dat vrouwen alleen koffie mogen schenken na de dienst en de kerkzaal mogen stofzuigen? Ik kan het me niet voorstellen.”
Paulus was juist iemand die voor vrijheid stond
Dat moet anders
“Het nieuwe feminisme is anders dan vijftig jaar geleden,” zegt Karlijn. “Als ik denk aan de Dolle Mina’s, snap ik dat bij veel christenen de haren overeind gaan staan. In de nieuwe golf zie ik mannen en vrouwen die tradities een warm hart toedragen en met veel mildheid daarnaar kijken, maar die ook zeggen: dat moet gewoon anders. Ik zou het fijn vinden als de gedachte doorbroken wordt dat een gesprek rond feminisme onze hele traditie onderuithaalt. Ik denk dat je heel goed kritiek en zelfreflectie kunt toepassen, zonder dat de traditie helemaal verloren gaat. Sterker nog, daar wordt de traditie rijker van en dat levert zowel voor vrouwen als voor mannen heel veel op.”
Jezus-feminist
Toch is dat milde imago nog niet tot iedereen doorgedrongen, waardoor veel vrouwen zich niet snel feminist zullen noemen. “Als ik jou zo hoor, ben je feministischer dan je denkt,” zegt mijn man, als ik het onderwerp met hem bespreek. Zou kunnen, maar ik denk wel drie keer
na voordat ik me Jezus-feminist noem. Te strijdbaar. Bovendien is het makkelijker om te zeggen dat je opkomt voor vluchtelingen of andere minderheidsgroepen, dan voor de vrouwenzaak. ‘Vrouwen zijn nu eenmaal geen minderheidsgroepering’, lees ik die avond in NRC-Handelsblad. ‘En omdat ze doorgaans ook een man, zoon of vader hebben, in wie ze zich goed kunnen verplaatsen, zullen ze het onderwerp ook sneller relativeren. Daarnaast zie je in het bestuur van een bedrijf vaak één vrouw. Karig, maar hierdoor denken vrouwen: het kan wel, dus het is blijkbaar aan mijzelf te wijten.’
Seksueel misbruik
Spreker en schrijver Sarah Bessey, ook zo’n milde feminist, hanteert de titel ‘feminist’ bewust zo min mogelijk en pleit daarnaast in haar boek vooral voor wereldwijde gerechtigheid, ‘vanuit het hart van Jezus’. “Een op de drie vrouwen wordt eenmaal in haar leven seksueel misbruikt. Wereldwijd worden in ruim dertig landen honderddertig miljoen vrouwen onderworpen aan genitale verminking. Daar mogen we niet overheen kijken.” Die trend is ook terug te zien in een project dat TEAR dit jaar begon: Resister, een campagne om geweld tegen vrouwen te stoppen. Karlijn heeft daarbij wel een kanttekening: “Ik hoor dat meer mensen zeggen: de derde wereld, daar moet je je druk om maken. Maar ik vind dat wel een schijnargument. Het doet af aan het feit dat, los van die wereldwijde worsteling, de structuur ook hier soms echt tegenzit.”
Het wordt anders
Ik zit met mijn 11-jarige dochter op de fiets en vertel haar dat we moeten opschieten, want ik heb een deadline voor het feminisme-artikel. “Feminisme, wat is dat?” Ze kijkt me vragend aan. “Nou, weet je dat vrouwen vroeger niet mochten stemmen en niet naar school gingen?” zeg ik. Ja, dat weet ze. “Dat is veranderd dankzij feminisme. Maar toch zijn er nog steeds dingen die mannen wel mogen en vrouwen niet,” leg ik uit. “Je ziet ze hier niet meer zo goed, maar ze zijn er nog wel.” Stom, zegt ze. En daarna, na lang nadenken: “Ik weet zeker dat het later anders wordt. Want iedereen snapt toch dat mannen
en vrouwen even belangrijk zijn? Zet dat maar in het artikel.” Waarvan akte. Ik ben benieuwd naar de feministische golf van 2050.
Tekst: Marlies Medema
Beeld: Wijtze Valkema
Geschreven door
Marlies Medema