Stef Bos: ‘De beste versie van mezelf zit in de muziek’
‘Voor het schrijven van liedjes, ga ik op zoek naar wat er rondgaat in mijn hoofd’, zegt Stef Bos. En die rondgaande gedachten weten menig luisteraar te raken. In deze aflevering van Tekstuele Voorlichting gaan Martine ten Klooster en Matthijn Buwalda met hem in gesprek. Hoe maakt hij zijn liedjes? Speelt het geloof daarin nog een rol?
Stef Bos: ‘Toen ik jong was, dacht ik dat ik de antwoorden had. Nu ik ouder ben, weet ik dat ik het niet weet. En met het niet-weten kun je eindeloos vooruit. Ik heb geen doel in mijn leven en op die manier kan ik voortbewegen. Als ik een doel heb, dan zou ik het allemaal al behaald hebben.’
Zingen wie je bent
‘Het was pas rond mijn veertigste dat ik de plaat ‘Zien’ gemaakt had en dat ik naar mezelf luisterde en dacht: dit ben ik’, vervolgt hij. ‘Raymond Groeneveld zei het al: je moet zingen wie je bent. Ik leer mezelf kennen via mijn kinderen. Die zeggen ook heel eerlijk: ‘leuke muziek, maar soms een beetje saai’. Ik sta in de traditie van andere liedjesschrijvers en hoop daaraan iets toe te voegen. Ik zocht altijd dat moment in mijn leven, van: nu ben ik er, qua succes. Maar toen was ik er en werd muziek pas echt leuk voor mij want toen had ik niks meer te bewijzen. Ik ben niet ambitieus, ik ben nieuwsgierig naar de ruimte die voor me ligt.’
Stroom van alle tijden
‘De grote ontdekking in mijn leven als het gaat om taal: dat ik het niet moet verzinnen. Het begint bij het hart. Je zit op een stroom die van alle tijden is. Daarna ga je naar het hoofd, dán ga je ‘editen’. Vroeger maakte ik wel eens de fout om al te beginnen met editen terwijl ik nog in die eerste fase zat. Ik heb heel veel moeten schrijven om op een punt te komen het los te laten, dat ik niet meer nadenk. Die nummers die daarna kwamen hadden een soort noodzakelijkheid en zijn door zichzelf geschreven. De wezenlijke impuls komt van buiten mij, niet van binnenin mij. De beste versie van mezelf staat op het podium en zit in de muziek. Verder ben ik een sukkel eerste klas. Ik voel dat ik in de muziek iets bij mezelf teweeg kan brengen wat ik in de praktijk wat meer zou moeten toepassen.’
Ik voel dat ik in de muziek iets bij mezelf teweeg kan brengen wat ik in de praktijk wat meer zou moeten toepassen.
Mooie zinnen
‘Een liedje is vaak een gestolde vorm van wat we soms vergeten te zeggen. Klank is relevanter dan de tekst. Terwijl ik echt uit een nest komt van het woord; ik hou van mooie zinnen. Maar ik heb wel ontdekt dat als de klank niet klopt, je nergens bent. Soms kan een tekst heel slim in elkaar zitten, maar ontroert het me niet. Dat is de magie van muziek. Je moet ritme gebruiken.’
Het geloof van Stef Bos
‘Het maakt me niet uit waar ik sta, dat sowieso’, antwoordt Stef op de vraag of hij kan leven met het niet-weten. ‘Jezus gaf weinig antwoorden. In de rest van de Bijbel worden wel een paar waarheden geponeerd, maar dat houdt de reis niet spannend. Ik heb geworsteld met een heleboel dingen. In de jaren 70 was het niet cool om gereformeerd te zijn. Ik kom uit een heel liefdevol nest. Voor mij was het allemaal oké, maar naar buiten moest ik erkennen waar ik vandaan kom en dat ik ervoor sta. Het is fijn om ouder te worden, ik ben in mijn hoofd veel jonger dan vroeger. Ik voel me lichter, zie veel meer het grote verband.’
Over de podcast Tekstuele Voorlichting
NPO Radio 2-dj Martine ten Klooster graaft, met hulp van liedjesschrijver Matthijn Buwalda door een betekenisvolle songtekst. Ze nodigen de artiest erachter uit om te ontdekken uit welk hart de woorden komen en wat ze betekenen.
Geschreven door
Esther Tims-Van Helden