Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Op de foto staat Sandra. Ze heeft blonde krullen en kijkt lachend in de camera.

Sandra (52) liep niet-aangeboren hersenletsel op door een auto-ongeluk op de Franse tolweg

23 juni 2023 · 14:08

Update: 15 april 2024 · 11:48

Als Sandra de Greef (52) en haar vriend Arie slachtoffer zijn van een heftig auto-ongeluk op de Franse tolweg, beseft ze nog niet hoe drastisch de gevolgen gaan zijn. Waar ze eerst fulltime werkte, zit ze nu met NAH (niet aangeboren hersenletsel) thuis. Toch is ze dankbaar dat ze na zo’n heftig ongeluk nog leeft. “Kleine dingen leer ik steeds meer waarderen. Het ongeluk heeft mij en Arie ook dichter bij elkaar gebracht.”

In augustus 2018 gaan Sandra, Arie en hun twee kinderen uit een vorige relatie, voor het eerst met z’n vieren op vakantie: ze hebben een stacaravan gehuurd in Fréjus, Zuid-Frankrijk. Sandra en Arie gaan met de auto, en hun kinderen komen een paar dagen later met het vliegtuig. “Het was een eind rijden naar de Provence, maar dat vonden we niet erg: we houden allebei van autorijden. Bovendien hadden we een overnachting geboekt om scherp te blijven.”

Auto-ongeluk op de tolweg

Als ze na hun overnachting weer op weg gaan, gaat het mis. “Het was zeven uur ’s ochtends en we reden op de tolweg. We wisselden van baan en de vrachtwagen die voor ons reed, remde plots af. We zijn achter op de vrachtwagen terechtgekomen, de laadklep schoot lot en kwam over ons heen.” Sandra, die op dat moment slaapt, schrikt wakker van de enorme klap en het geschreeuw van haar vriend. Tollend over de weg, weet hij de auto toch aan de kant te krijgen.

Met moeite weten ze uit de auto te komen. Ze brengen zichzelf in veiligheid door achter de vangrail te gaan staan. “Ik was misselijk, bang om weg te vallen. Mijn vriend keek verdwaasd om zich heen”, herinnert Sandra zich. “Het leek een eeuwigheid te duren voor de hulpdiensten arriveerden. Mijn vriend was benauwd en hapte naar lucht, ik zat in de overlevingsmodus. De adrenaline golfde door mijn lijf en ik belde de ANWB om te vragen wat we moesten doen. De ambulance bracht ons naar een academisch ziekenhuis.”

Adrenaline rush

Sandra loopt naar de spoedeisende hulp terwijl haar vriend er in een brandcard naartoe wordt gereden. “We werden uit elkaar gehaald en apart van elkaar onderzocht. Mijn vriend had een kneuzing in zijn hand – omdat hij hard in het stuur had geknepen – en kreeg een brace. Ook had hij een gekneusd borstbeen. Ik had in mijn nek allemaal brandplekken zitten door de schurende autogordel en de airbag”, vertelt Sandra. “Vreemd genoeg ervaarde ik geen pijn.” De artsen communiceren met elkaar in het Frans, ze krijgt er geen woord van mee. “Ik voelde mij heel machteloos, en besefte ook niet echt wat er was gebeurd. Ik zat in een soort rush.”

Ik besefte niet wat er gebeurd was, ik zat in een soort rush

Sandra en Arie krijgen te horen dat ze mogen gaan. Maar als Sandra opstaat van de behandelbank, tolt en duizelt het om haar heen. “Ik werd met spoed afgevoerd naar de röntgenafdeling, waar ik een uur op een kamertje heb gelegen. Uiteindelijk heb ik medicatie gekregen tegen de misselijkheid en ben naar de observatieruimte gebracht, waar ik vier uur heb gelegen.”

Haar buik kleurt blauw en zwelt op; haar organen zijn gekneusd. Ze voelt veel pijn en krijgt morfine toegediend. “Ik kreeg een recept mee, ze wensten ons een fijne vakantie en veel succes.” De euforie overheerst bij Sandra en Arie. “We hadden net een vreselijk ongeluk overleefd en werden niet eens opgenomen. We hoefden alleen maar medicatie op te halen bij de apotheek.”

Ongeluk stilhouden

Hun auto is total loss verklaard. Bij een garage vissen ze hun spullen eruit, tussen de glassplinters. “Dat was heel confronterend, je beseft dan echt wat er is gebeurd. We stonden wel voor een dilemma: zetten we de vakantie door of gaan we terug naar huis?” vertelt Sandra. Ze besluiten er het beste van te maken. Via de ANWB krijgen ze een huurauto en vervolgen hun reis naar de vakantiebestemming.

“Thuis zit je toch alleen maar op de bank, bovendien had ik voor twee weken morfine.” Ze houden het ongeluk in eerste instantie stil voor het thuisfront. Pas als ze zoon en dochter van het vliegveld halen, vertellen ze wat hen is overkomen. “We wilden hen niet bezorgd maken en laten zien dat wij gezond zijn. Mijn dochter was heel boos dat we niets gezegd hadden, de zoon van Arie wist er niets op te zeggen. Hierna hebben we pas familie en vrienden ingelicht.”

Blij dat je er nog bent

Zowel Sandra als Arie hebben veel pijn. “We konden niet bewegen van de kneuzingen, en mijn buik was intussen zwart gekleurd door de bloeduitstortingen. Ik slikte drie morfinepillen per dag en was eigenlijk de hele vakantie high. Mijn dochter hielp met aan- en uitkleden, douchen en naar het toilet gaan. Je bent blij dat je er nog bent en maakt er met elkaar het beste van.”

Mijn buik was zwart gekleurd door de bloeduitstortingen

Ondanks de heftige pijn ondernemen ze activiteiten, al is dat in een trager tempo. “We zijn naar Saint Tropez geweest en een dagje naar Monaco. Om de drie kwartier moesten we zitten om bij te komen. Ik zei tegen mezelf: het hoort erbij, er is niks aan de hand, want we zijn niet opgenomen in het ziekenhuis.”

‘Kortsluiting in mijn hoofd’

Sandra heeft dan nog de gedachte dat ze in Nederland haar morfine kan afbouwen en aan het werk kan gaan. Maar na het stoppen van de morfine, komt haar lijf in opstand. Ze heeft moeite met bewegen en lopen, kan geen licht, geluid of bewegende beelden verdragen. “Ik had continu kortsluiting in mijn hoofd. Ik ben toen doorgestuurd naar een neuroloog omdat ik zo overprikkeld en vermoeid was. Ik werd ziek van mensen, drukte en geluiden. Op de verjaardag van de overburen ben ik na vijf minuten weggerend, zo overprikkeld was ik.”

Revalidatie van elf maanden

De neuroloog geeft aan dat ze kampt met ‘diffuus hersenletsel’, wat inhoudt dat ze op meerdere plekken in haar hersenen beschadigingen heeft. “Ik had klachten op allerlei gebieden. Ik stelde mij dus niet aan.” Ze start met een intensief revalidatietraject dat elf maanden duurt. Ze krijgt hulp van een fysiotherapeut, ergotherapeut, een psycholoog en een hulpverlener die gespecialiseerd is in NAH (niet aangeboren hersenletsel).

“Het was heel pittig”, blikt ze terug, “Je leert zoveel over jezelf en doet nieuwe inzichten op. Ik had weinig energie, een lage belastbaarheid. Ook had ik moeite om op woorden te komen. Ik leerde hoe ik beter met mijn energie om kon gaan.”

Op een verjaardag was ik er als eerste en ging als laatste weer weg. Nu ben ik de eerste die afhaakt

Door de revalidatie gaat ze vooruit, maar sommige klachten zijn blijvend. “Mijn leven is drastisch veranderd. Voor het ongeluk wist ik amper hoe mijn bankstel eruitzag, zo druk was ik. Nu zitten er doorzitplekken op”, zegt ze sarcastisch. “Toen was het: lang leve de lol. Op een verjaardag was ik er als eerste en ging als laatste weer weg. Nu ben ik de eerste die afhaakt. De spontaniteit is weg: na een uitje moet ik een paar dagen bijtanken.”

Volledig afgekeurd

Voor het ongeluk heeft Sandra een fulltimebaan binnen de jeugdhulpverlening bij de crisisdienst en als manager van gezinshuizen. Haar werk betekent veel voor haar en ze doet er alles aan om te re-integreren, zelfs zoveel dat het revalidatie-team dreigt om het traject stopt te zetten. “Ik kwam niet verder dan twee keer twee uur werken. Wat ik vroeger met gemak deed, lukte niet meer. Dat is zo frustrerend. Ik kon geen gesprekken meer onthouden of moeilijke teksten lezen.” Ze wordt volledig afgekeurd en krijgt een IVA-uitkering. “Ik mis mijn werk nog steeds.”

Onzichtbare aandoening

Deze zomer is het vijf jaar geleden dat Sandra’s leven in één klap veranderde. “Ik kan twintig à 25 minuten lopen, daarna ben ik afhankelijk van rolstoel of scootmobiel. Ik moet veel pauzes inlassen: na een activiteit moet ik mijn accu opladen.” Haar vriendenkring is ‘aardig uitgedund’. “Dat doet pijn. Je wereld wordt kleiner, als je niet meer naar alle uitstapjes en feestjes kunt. Dan word je snel vergeten: mensen vragen je niet meer, omdat ze denken dat je toch niet mee kunt.

Het lastige is dat je aan de buitenkant niets aan mij ziet. Soms krijg ik ook opmerkingen: ‘oh, je hebt lachende foto’s op Facebook.’ Mag ik dan niet meer lachen?” zegt Sandra. “Ik heb ook een depressie gehad toen duidelijk werd dat mijn leven anders zou worden dan ik voor ogen had.”

Dankbaarheid

Voorzichtig durft Sandra weer naar de toekomst te kijken en plannen te maken. “Ik miste een uitdaging, dus ben ik een opleiding fotografie gestart. Het is enorm leuk om bezig te zijn en weer een focus te hebben. Mijn vriend en ik willen samenwonen en een plekje zoeken waar we niet te veel last hebben van prikkels.”

Het ongeluk heeft ons dichter bij elkaar gebracht

Door het ongeluk is ze anders in het leven gaan staan. “Kleine dingen leer ik steeds meer waarderen. Het ongeluk heeft mij en Arie ook dichter bij elkaar gebracht. Het is een groot life event, waardoor het ook de andere kant op kan gaan met relaties. Dit is bij ons gelukkig niet gebeurd. Mijn vriend voelde zich lange tijd schuldig, omdat hij achter het stuur zat. Maar zo zie ik dat totaal niet. Hoezeer mijn leven ook veranderd is, ik ben nog steeds blij dat we leven. Dat blijven we tegen elkaar zeggen.”