Samantha is zeemansvrouw: ‘God weet wat ik aankan’
‘Ik hoef me nooit eenzaam te voelen’
Vier weken alleen voor de kinderen zorgen, dan vier weken samen zijn, om daarna weer afscheid te nemen voor vier weken. Hoe is het leven als zeemansvrouw? Samantha vertelt wat ze het moeilijkst vindt en waarom ze zich nooit alleen hoeft te voelen.
“Mensen zeggen dat ik wist waar ik aan begon,” vertelt Samantha. “Maar dat is onzin. Ik was verliefd, en toen hij vertelde dat hij vaart, dacht ik: leuk! Maar je weet dan nog niet hoe het voelt om iemand zo te missen. Daar zijn we inmiddels wel achter.” Samantha (31) is inmiddels zes jaar getrouwd met Pim, die zeeman is van beroep. Samen hebben ze twee kindjes: Noud van vijf en Loïs van twee jaar. “In de begintijd was het drie maanden op, drie maanden af: dat was wel heel heftig. Je kon toen niet vaak bellen en mailen was lastig. Dat is nu wel beter, maar het blijft moeilijk – op zee heb je niet continu wifi-verbinding.”
Alleen zijn
Inmiddels is Pim vier weken op, vier weken af. “In de weken dat Pim weg is, zorg ik alleen voor de kinderen. Dat gaat gelukkig goed, de kinderen zijn sociaal en dansen de hele dag. Maar als ik gebeld word door school omdat Noud op de zandbakrand is gevallen en direct naar de huisarts moet, denk ik: hoe dan?! Maar ik ga er gewoon voor. Ik kan niet een dag in bed blijven liggen. Ik vind het wel moeilijk dat ik niet zomaar een avondje de deur uit kan gaan, of meedoen aan een sportclub of toneelvereniging bijvoorbeeld. Onze familie woont ook niet om de hoek, dus ik ben vaak op mezelf aangewezen.”
“Wanneer er iets heftigs gebeurt – zoals een overlijden – hoop je dat hij erbij is, zodat je het samen kunt verwerken. Gelukkig was Pim wel bij de geboortes van de kinderen. Aankomende Kerst is hij er niet. Ik kan dan zielig in een hoekje gaan zitten, maar kan er ook wat van maken. Anders heb je geen leven.”
‘Zeemansvrouw zijn heeft ook voordelen, zo ben ik heel zelfstandig’
Van God
“Ik geloof dat dit van God is, Hij weet wat ik aankan. Anders was het niet zo gelopen. Ik kan gelukkig goed alleen zijn. En er zitten ook voordelen aan: ik ben bijvoorbeeld heel zelfstandig. Als er iets kapot is in huis, pak ik de schroevendraaier. Het heeft wel een tijdje geduurd voor ik dat inzag. Toen ik net bevallen was van Loïs, ging ik door m’n rug. Op handen en voeten kroop ik door de woonkamer, ik kwam niet meer overeind. Loïs lag te huilen in de box en Noud zat op de bank. Gelukkig kon m’n moeder komen, maar dat is zo’n moment dat je je man echt nodig hebt. Ik heb er wel van geleerd, ik ben er sterker uitgekomen. We hadden toen ook nog geen gemeente. Maar God heeft ons geleid naar een hele fijne kerk. Het was alsof we daar thuiskwamen. Echt een godswonder. Het is belangrijk dat je mensen om je heen hebt die je kunnen opvangen.”
De vlag uit
“Pim mist wel dingen van de kinderen, maar tegenwoordig kun je alles filmen en doorsturen. Hij is maar vier weken weg, niet een half jaar. De kinderen hebben er ook niet echt last van. Ze zijn het gewend. Ik heb weleens het gevoel dat Noud denkt dat alle vaders op zee zitten. Hij vroeg laatst aan een vriendje: ‘Komt jouw papa ook weer thuis volgende week?’”
“We maken een papakalender, waarbij we tellen hoeveel nachtjes slapen het nog is totdat hij terugkomt. Dat helpt in het proces van wachten. Als hij thuiskomt, hangt de vlag uit en wachten we hem op met zelfgemaakte tekeningen.” Af en toe mogen Samantha en de kinderen ook de boot op, als hij stil ligt. “De kinderen vinden dat helemaal geweldig, met de matrozen en de machinist. Ze zijn grote vrienden met de kok, die ze Koekie noemen. We zijn weleens blijven slapen, dat is één groot feest. Ik ben ook een keer meegevaren, van Den Helder naar Beverwijk, maar dat is niets voor mij – ik lag zeeziek op bed!”
Het symbool van ‘hoop’ spreekt tot ons, we moeten ons anker uitgooien bij God
Levellen
Als Pim weer thuis is, merkt Samantha dat ze weer even moeten levellen. “Het voelt als een puzzel die stuk is en weer in elkaar moet vallen. In die vier weken bel je elkaar wel, maar dat is toch anders dan dat je elkaar ziet. Je hoort elkaar, maar ziet niet de gezichtsuitdrukking en kan geen knuffel geven. De eerste avond kijken we geen tv, dan praten we met elkaar en bidden we samen. Het is niet altijd in één avond goed. Toen we net getrouwd waren, overleed zijn opa terwijl Pim net op zee zat. Ik was boos, ik begreep niet waarom Pim niet naar huis kwam. Nu begrijp ik dat beter. Het is ook een proces: je groeit naar elkaar, maar ook naar het vak wat hij doet. Het is wat anders dan slager zijn. Als Pim thuis is, gaan we ook vaak op vakantie. Even de tijd inhalen met z’n vieren.”
Nooit eenzaam
“Vier weken ben ik een alleenstaande moeder. Natuurlijk met mijn man op de achtergrond, maar hij is er niet. Ik doe alles zelf vier weken lang. Jaren heb ik het gevoel gehad dat ik er alleen voor stond. Maar God was er steeds om mij te helpen. Ik hoef me nooit eenzaam te voelen, omdat ik weet dat Hij er is. Ook aan alleenstaande ouders wil ik dat meegeven: je doet het niet alleen. Zoals het gedicht ‘Voetstappen in het zand’: als je naar de voetstappen kijkt, weet je dat je gedragen bent. Natuurlijk is het fijn als je lijfelijk contact kunt hebben met je partner, dat je in het bos loopt en z’n hand kan pakken. Maar als ik alleen ben, pak ik de hand van God. Ook al zie je Hem niet.”
“Onze trouwtekst komt uit 1 Korinthe 13, over geloof, hoop en liefde. Vooral het symbool van hoop spreekt tot ons, het anker. Wij als mensen moeten ons anker uitgooien, rust vinden. Waar vind je die rust? Dat vind je bij de Liefde. Dat past zo in ons leven. Ook het lied ‘God van Licht’ vinden we heel mooi. ‘U bent de rust, als het stormt op zee’. Of het nu op een boot is of in je leven, er komen stormen. Ga ze niet alleen aan, maar zoek God erin.”
Lees ook: Op vakantie met kinderen (maar zonder man).
Geschreven door
Eline van Lindenberg