Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Uitgelichte afbeelding

Sajid (16) vluchtte uit Myanmar: ‘We werden slechter behandeld dan dieren’

21 februari 2023 · 10:24

Update: 21 februari 2023 · 08:23

In Cox’s Bazar - in het zuiden van Bangladesh - ligt een van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld. Dit kamp telt maar liefst 1 miljoen bewoners. Veruit de meeste vluchtelingen hier zijn Rohingya’s uit Myanmar. De 16-jarige Sajid is één van hen. Vijf jaar geleden sloeg hij samen met zijn ouders en zusje op de vlucht. Zijn zus kon niet uit de handen van het leger ontsnappen; zij kwam om het leven.

In Myanmar is het geweld tegen moslim-Rohingya’s zó bruut dat ze geen andere keuze hebben dan te vluchten. “Ze hebben onze huizen platgebrand. En daarna kleine kinderen in het brandende vuur gegooid”, vertelt Sajid over de afschrikwekkende gebeurtenissen. “We hebben zoveel ellendige situaties meegemaakt. Waarom moeten we zoveel lijden, alleen omdat we moslims zijn en een andere afkomst hebben? We werden slechter behandeld dan dieren. We zijn behandeld alsof we niets waren.”

Omsingeld door militairen

In het tv-programma Vervolgd ontmoet presentator Jurjen ten Brinke Sajid en zijn moeder Lalu. Geëmotioneerd vertelt Lalu over de dag waarop zij met haar gezin op de vlucht sloeg: “Het leger begon het hele dorp uit te moorden door iedereen neer te schieten die ze zagen. We slaagden erin om uit onze huizen te ontsnappen en we vluchtten de heuvels op. Maar degene die nog onderaan de heuvels waren, werden van alle kanten door militairen omsingeld.”

Acht maanden zwanger

Op die plek werd ook Lalu’s dochter – die op dat moment acht maanden zwanger was – gedood. Haar lichaam ophalen en meenemen durfde Lalu niet, uit angst dat het leger ook haar zou vermoorden. “Ik heb haar gezicht niet meer kunnen zien. We zijn ontsnapt zonder achterom te kijken, zelfs niet één keer.”

Veilig, maar verstikt

In het vluchtelingenkamp in Bangladesh zijn de gevluchte Rohingya’s veilig. Ook krijgen ze dankzij hulporganisaties eten en drinken. Toch is de toekomst weinig hoopvol: ze mogen van de overheid niet werken en kinderen mogen niet naar school. De Bengaalse overheid wil zo voorkomen dat vluchtelingen zich definitief in het land vestigen. “Waarom kunnen we niet dezelfde rechten krijgen als de andere kinderen?”, vraagt Sajid zich radeloos af. “We zijn dankbaar dat we hier mogen verblijven, maar we voelen ons hier verstikt."

De prijs van gastvrijheid

Even verderop wonen Saleha en haar vijf kinderen. Saleha is op deze plek in Bangladesh geboren en getogen. Waar haar huis eerst omringd was door uitgestrekte landbouwgronden, is ze nu volledig ingebouwd door het kamp. “Toen de Rohingya’s kwamen, gaven wij ze de helft van het land zodat ze konden blijven. We hadden medelijden met ze. Het zijn ook mensen; net als wij." Maar de gastvrijheid zorgde voor problemen: “Vroeger boerden we op de open velden. Nu zitten we in een financiële crisis. Omdat landbouw onze enige manier van inkomen was, hebben we nu niets."

Het programma Vervolgd komt tot stand in samenwerking met Open Doors.

Wil je meer weten over Sajid, Lalu, Saleha en de situatie in Bangladesh? Kijk de vierde aflevering van Vervolgd nu op NPO Start
Vervolgd
Vervolgd

Dit artikel hoort bij het programma

Vervolgd