Tirza van der Graaf: ‘Koningshuis heeft iets mysterieus’
26 april 2020 · 21:00
Update: 15 november 2024 · 08:46
Thuis op de bank met een Bossche bol. Zo viert Tirza van der Graaf Koningsdag 2020. Dit jaar zou de royaltyjournalist voor de vijfde keer op rij verslag doen van de nationale feestdag. “Het koningshuis heeft iets mysterieus. Je krijgt er nooit helemaal grip op, dat fascineert me.”
Het zijn chaotische weken, half maart. Op het moment dat de coronacrisis ons land stillegt en allerlei evenementen worden afgeschaft, maakt Tirza overuren om de website van EO-programma Blauw Bloed up-to-date te houden. Koningsdag en de Invictus Games worden afgelast, prins Albert van Monaco en de Britse prins Charles zijn getroffen door het virus, en haast alle Europese vorsten spreken hun volk toe.
Ondertussen staat er ook nog eens een verhuizing van Gouda naar Vleuten in Tirza’s agenda. Toch maakt ze twee dagen voor haar verhuizing tijd voor een videogesprek. Zij en haar man Thomas hebben al het nodige verhuisd, dus het is een kale boel, vertelt Tirza lachend.
Disneywereld
Je hebt nog wel een kleurrijk schilderij aan de muur hangen.
“Dat is van de christelijke kunstenaar Paul Boer. ‘Juichend koren’ heet het, gebaseerd op Psalm 65. Paul schilderde het op Texel. Omdat we hier enorme muuroppervlakten hadden te vullen, bood hij ons twee schilderijen aan. Het gaf ons interieur veel kleur.”
Het zal je al veel zijn gevraagd, maar hoe is jouw liefde voor royals ontstaan?
“Ik hield altijd al van verhalen en sprookjes en keek honderden Disneyfilms. En bij mijn grootouders of bij de kapper las ik Vorsten – dus die belangstelling zat er altijd al. Toen Willem-Alexander en Máxima trouwden, was ik 8. Ik herinner me nog dat een vriendinnetje een verjaardagsfeestje gaf die dag, dus dat ik niet alles kon kijken. Dat vond ik heel jammer.
Toen prins William jaren later trouwde met Kate Middleton, zat ik in mijn examenjaar. Het was op de laatste gewone schooldag en ik heb de laatste les geskipt om het thuis allemaal te kunnen volgen. De hele middag zat ik voor de buis, ik nam alles op en keek het de volgende dag weer. Wat veel mensen met het huwelijk van Charles en Diana hadden, had ik met dit huwelijk. Ik was echt weg van Kate. Het verliep allemaal zo sprookjesachtig. Die wereld van Disney werd even werkelijkheid. Zoiets mysterieus, waar je nooit helemaal grip op krijgt.”
Een niche vinden
Toen Tirza na haar bachelor Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam een master journalistiek ging doen, was ze vastbesloten haar fascinatie te professionaliseren. “Ik zag de documentaire Iedereen journalist met onder meer commentator en journalist Jeroen Smit. Hij zei: ‘Als je kans wilt maken in de journalistiek, moet je een niche vinden waar je álles van afweet en je je helemaal in vastbijt.’ Ik had interesse voor de zorg en het onderwijs, maar toen dacht ik aan het Koninklijk Huis. Dát was mijn niche! En dat bleek ook wel in het masterjaar: mijn medestudenten wilden allemaal iets met Amerika of het Midden-Oosten en ik ging voor het koningshuis.”
Geneerde je je daarvoor?
“Nee hoor, het was er gewoon. Ik had geen posters in mijn kamer hangen van royals of zo, het was geen obsessie, maar gewoon een interesse. Later kwam mijn familie met bekers en verzamelitems aanzetten, en met stapels tijdschriften, maar dat werd te gortig.” Lachend: “Veel daarvan ligt nu weer bij de kringloopwinkel."
De hele dag royals
Via het Nederlands Dagblad, het platform Dag6 en Visie kwam Tirza uiteindelijk terecht bij het EO-programma Blauw Bloed. “Ik volg dat ook nog niet helemaal,” lacht ze opnieuw terwijl ze naar buiten kijkt. “Het lukte steeds om op al die plekken in meer of mindere mate met koninklijk nieuws bezig te zijn, totdat het echt mijn werk werd. In die eerste weken bij Blauw Bloed, ruim een jaar geleden, leefde ik in een soort droom. Zo van: is dit echt? Mag ik nu de hele dag met die royals aan de slag? Ik vind het een feest.”
Elke zaterdag neemt Tirza met presentator Jeroen Snel het koninklijke nieuws van de week door in het programma. Daarnaast werkt ze door het jaar heen gemiddeld met zeven collega’s aan de website. “We hebben een trouwe schare fans die ons weten te vinden via social media en onze site. Ik geniet ervan om te zien hoe blij je mensen kunt maken met bijvoorbeeld een artikel over de mode van Máxima of een video over bijzondere juwelen. Er komen veel reacties binnen op de dingen die wij maken. En ons publiek verwacht iets van ons – als het niet goed is, horen wij het zeker.”
Het koningshuis kost veel geld, zeggen critici.
“Daar krijgen we ook veel voor terug. Ik heb weleens gehoord dat het ons in Nederland per jaar een euro per persoon kost. Geen idee of dat klopt, maar als je kijkt naar de inhuldiging van de keizer in Japan vorig jaar, dan zie je ook hoeveel het ons brengt. Het is in zulke landen echt anders als je een president stuurt.
Tijdens de inhuldiging van onze koning in 2013 werkte mijn zus op een school in Frankrijk. Ze vertelde de kinderen erover en die vonden het fantastisch. ‘Jullie hebben tenminste iets blijvends, iets wat je als land verbindt.’ Dat verbinden vindt de koning trouwens ook juist zo belangrijk.”
'Wat ik doe, voelt kleiner'
Met welke royal identificeer jij je het meest?
“Dat is een lastige vraag… Ik bewonder de toewijding van de Britse koningin Elizabeth II. Ze zet zich al jaren in voor haar land en blijft dat op 94-jarige leeftijd nog steeds doen. Ik herken die toewijding bij mezelf in mijn werk. Ik geniet er zo van, dat eigenlijk niks te gek is. Soms sla ik daarin door, als ik ’s avonds weer mijn laptop openklap om iets online te zetten. De uitdaging voor mij is: weten wanneer ik moet stoppen. Maar ik hoop natuurlijk dat ik op mijn 94e gewoon boeken kan lezen en niet meer aan het werk ben.
Haar schoondochter Sophie, de gravin van Wessex, zou ik heel graag eens willen interviewen. Ze doet met haar man Edward een stap naar voren sinds Harry en Meghan zich hebben teruggetrokken en is heel down-to-earth. Ik heb eens wat feitjes over haar verzameld, bijvoorbeeld dat ze haar eigen haar doet. Stoer is ze ook, want ze heeft een keer meegedaan aan een sportwedstrijd om geld in te zamelen voor het goede doel.
Onze eigen koningin doet overigens ook stoere dingen voor de VN. Ik verbaas me erover hoe deze mensen dat allemaal kunnen: op het ene moment in vol ornaat bij een inhuldiging in Japan, dan op teenslippers in Afrika voor een VN-project, om vervolgens in Raalte een verzorgingshuis te openen. Oké, ik doe ook veel verschillende dingen, maar dat voelt toch echt ‘kleiner’.”
Op zondagmiddag warm eten
Je man Thomas noemt je ‘lief en doortastend, maar ook stevig en pittig’. Herkenbaar?
Na een schaterlach: “Wil je dat ik hierop ga reageren? Hij zegt het wel vaker en het klopt inderdaad. Ik kan best pittig zijn. Als ik ergens nieuw ben, kijk ik wel vaak de kat uit de boom. Ik vind het niet fijn om meteen het hoogste woord te hebben, daar ben ik zelfs een beetje allergisch voor. Maar ben ik eenmaal ergens op mijn gemak, dan geef ik mijn mening wel.”
Twee domineeskinderen op een kussen – slaapt daar de duivel tussen?
“Absoluut niet, het gaat heel goed. Toen we elkaar ontmoetten, ontdekten we al snel hoeveel we gemeenschappelijk hebben. Vrienden van ons moeten lachen om het feit dat wij altijd nog op zondagmiddag warm eten. Dat is echt iets van ons thuis, omdat onze vaders dan ’s avonds nog moesten preken – dan had je dat al lekker gedaan. We hebben die gewoonte erin gehouden.”
Bevrijdend gevoel
Je verhuisde in je puberjaren van Gouda naar Amsterdam. Wat deed dat met jou?
“In het begin ben ik best eenzaam geweest. Ik zat hier in Gouda in een warm bad. De vriendinnen van school zag ik ook in de kerk en op de club. In Amsterdam was ik de enige gelovige in mijn klas. Juist in die tijd wil je bij een groep horen, dan is het lastig om op zaterdagavond te zeggen: ‘Eh, ik ga morgen naar de kerk.’
In de kerk zaten ook weinig jongeren van mijn leeftijd, maar omdat ik van zingen houd, werd ik al snel lid van de band. Dat gaf me een bepaald houvast. Uiteindelijk ben ik het geloof in God nooit kwijtgeraakt en daar ben ik dankbaar voor.
Tijdens mijn studie leerde ik dat anders zijn niet uitmaakt. Er zat op de UvA van alles bij elkaar en dat was juist leuk. Amsterdam heeft me de ogen geopend voor andere culturen. Die stad zit echt in mijn hart.”
Je gaat over twee dagen verhuizen. Zie je ertegen op?
“Soms wel. We hebben tegen elkaar gezegd dat dit voorlopig de laatste keer is dat we onze spullen pakken. Als domineeskinderen heb je nergens wortels. Dat heeft voor- en nadelen. We kunnen overal zijn, maar je hebt geen plek waar je echt vandaan komt. Maar allebei hebben we zoiets van: we zien wel wat het ons brengt. En dat is best een bevrijdend gevoel.”
Beeld: Ruben Timman