Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Uitgelichte afbeelding

Rouw­ver­wer­king: de gelijkenis van de libelle

22 november 2015 · 10:33Visie

Update: 15 november 2024 · 08:27

In dit artikel aan het woord

We hebben een creatieve, scheppende God, die de gever van leven is

We kunnen er soms over piekeren wat er gebeurt na de dood. Gods Woord is duidelijk, maar toch overvalt ons de twijfel als we bij het graf van een dierbare staan. Stel nu eens dat er niets meer komt! Juist dan kan de natuur – zichtbaar en tastbaar als ze is - veel hoop bieden.

Op de bodem van een donkere sloot leven een aantal larven. Zo nu en dan kruipt er één van hen omhoog langs de stengels van de lelies naar het wateroppervlak – om nooit meer terug te keren. ‘Wat zou er van hen geworden zijn?’ vragen ze zich af.

Daarom beloven de larven elkaar plechtig dat de volgende die de roep krijgt om de klim naar boven te maken, terug zal komen om te vertellen wat er daar boven gebeurd is. Al snel daarna voelt één van de oudste larve de innerlijke drang naar boven te gaan, de weg van de leliestengel naar het wateroppervlak. Rustend op het lelieblad, gekoesterd door de warme zon, ondergaat hij een glorieuze verandering van larve tot schitterende libelle met glinsterende vleugels. Trillend verheft hij zich van het lelieblad.

Ondanks de indrukwekkende metamorfose is hij zijn belofte aan zijn larvenvrienden niet vergeten. Heen en weer vliegend boven de sloot tuurt hij omlaag naar z’n vrienden beneden. Tevergeefs.

Plotseling realiseert hij zich: zelfs áls ze hem kunnen zien, zelfs dan zullen ze zo’n schitterend schepsel niet herkennen als één van hen.

Wat onaanzienlijk en zwak is wanneer het wordt gezaaid, wordt met schittering en kracht opgewekt.

1 Korintiërs 15:43

Het feit dat we onze geliefden niet kunnen zien en dat we niet met ze kunnen communiceren na de gedaanteverwisseling die we ‘de dood’ noemen, betekent niet dat ze ophouden te bestaan.

Schitterende bestemming
De rivier wordt een oceaan, zaad wordt een plant, de rups wordt een vlinder: als je je ervoor openstelt, zul je steeds meer metaforen in de natuur ontdekken. We hebben een creatieve, scheppende God, de maker van hemel en aarde en alles wat daarop leeft. Deze God, die de gever van het leven is, heeft vast en zeker een schitterende bestemming voor ons in Zijn nieuwe schepping aan de andere kant van de dood.

Vrij vertaald uit: “Beyond sorrow reflections on death and grief” by Herb and Mary Mongomery.