Roué Verveer blijft zeggen wat hij denkt in 'Gewoon Roué'
'Als cabaretier moet ik mijn werk kunnen doen'
Al meer dan twintig jaar staat Roué Verveer op de planken. In zijn tiende voorstelling gooit hij zijn grappen weer de zaal in, waarbij hij zijn publiek, maar ook zichzelf niet spaart. Maar kan de cabaretier nog zeggen wat hij denkt? “Het wordt steeds moeilijker om ‘gewoon Roué’ te zijn, al is het de enige manier om mijn werk te doen.”
“Mensen zijn zó gevoelig tegenwoordig. Wat je zegt, is al snel discriminerend en zelfs boeken worden aangepast. Daar voel ik me ongemakkelijk bij", zegt Roué Verveer. "In discussies over woke moet je blijkbaar een kant kiezen, maar ik wil gewoon Roué blijven en op het podium blijven zeggen wat ik denk. Als cabaretier moet ik mijn werk kunnen doen.”
Je bent toch wel tegen discriminatie?
“Natuurlijk, maar ik weiger de krampachtige houding van deze tijd over te nemen. Ik moet dicht bij mezelf blijven. Vroeger in Suriname maakten we thuis al grappen – waar een kern van waarheid in zat – over Javanen, Hindoestanen of andere bevolkingsgroepen, gewoon waar ze bij waren. Door onze zelfspot konden we dat van elkaar hebben. We lachten er samen om en gingen als vrienden uit elkaar.”
Wie is Roué Verveer?
•
50 jaar
• Comedian, presentator en acteur
•
Werkte bij Postbank Effecten en Worldcom; richtte zich in 2002 volledig op theater
•
Maakt deel uit van gezelschap Comedy Train
•
Op tv te zien in De Slavernij (NTR) en Scrooge Live (MAX)
•
Auteur van Waarom? Daarom! en Gelukkig zijn is geen kwestie van geluk hebben
•
Theatershows als Zo goed als nieuw, Heppie de Peppie en In zeer goede staat
•
Vanaf eind februari 2023 in theaters met Gewoon Roué
Wat wilde je als kind worden?
“Ik was de enige in mijn klas die dat nooit wist. Achteraf gezien misschien al een teken dat ik een creatief beroep moest kiezen. Ik heb eerst in de financiële sector gewerkt, voordat ik mijn roeping vond: mensen aan het lachen maken.”
Wat was je laatste schietgebedje?
“Het is misschien geen schietgebedje, maar één minuut voordat ik opga, bid ik in de coulissen altijd het Onze Vader. Het geloof was in mijn jeugd iets vanzelfsprekends. Bij het ouder worden is de kerkgang op de achtergrond geraakt, maar sinds een jaar of tien kom ik op zondagmorgen graag tot rust in een kerk in Amsterdam-Zuidoost, waar ik ook veel bekenden van vroeger tegenkom.”
Voordat ik opga, bid ik altijd het Onze Vader
Wat is je favoriete Bijbelverhaal?
“Het kerstverhaal, omdat ik geniet van de positieve sfeer die er rond Kerst heerst. Veel mensen zijn opgewekter en gaan vriendelijker met elkaar om. Dat zou het hele jaar zo moeten zijn. Vroeger geloofde ik echt dat Jezus vrede kwam brengen; nu geniet ik vooral van de vrede, zonder dat ik het verhaal letterlijk geloof.”
Wat is het mooiste plekje op aarde?
“De bank in de woonkamer bij ons thuis, voor mij het symbool van veiligheid en rust. Daar ga ik zitten als ik thuiskom na een drukke dag, daar geniet ik van een gezellige dag met mijn gezin of verzamel ik krachten voor de dag die mij wacht.”
Welke vraag zou elk mens zichzelf moeten stellen?
“Soms klagen mensen, terwijl ze goedbeschouwd geen al te grote problemen hebben. Dus stel jezelf af en toe deze kritische vraag: hoe erg is het nu echt? De oplossing is vaak dichterbij dan je denkt; geef je niet te snel over aan zo’n neerslachtige houding.”
Beeld: Raúl Neijhorst
Geschreven door
Bart van Delen