Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Rosa van der Vijver op een brug over een gracht.
© Ruben Timman

Rosa van der Vijver: ‘Ik dacht: hoe ga ik dat overleven?’

22 maart 2023 · 10:34

Update: 22 maart 2023 · 10:50

Van huis uit kreeg ze een rotsvast geloofsvertrouwen mee. In donkere tijden ontdekte Rosa van der Vijver dat dat overeind bleef. “Wij hebben de afgelopen tijd meerdere miskramen gehad. Ik dacht altijd: als mij dat overkomt, hoe ga ik dat overleven? Het leek me het ergste wat kon gebeuren en het was ook heel verdrietig en pijnlijk. Maar God was er wél.”

Rosa van der Vijver (26) – zandkunstenares en psycholoog – is geboren en getogen in Friesland. “Mijn ouders woonden in Drachten om daar te werken in de baptistengemeente Bethel.” Ook Rosa woont nog in Friesland, nu met haar man Igor en zoontje Boas van 2. Omdat het huis flink wordt verbouwd, bivakkeren ze tijdelijk in een klein Gronings dorpje. Daar vertelt ze uitgebreid over haar opvoeding en geloof. Ondertussen struint poes Moos regelmatig pontificaal over tafel om een aai te incasseren. Ook de boodschappenbezorgdienst belt aan tijdens het gesprek. In deze fase van haar leven is het ‘passen en meten’. Wat bijzonder is: er is weer een kindje op komst. “Na de miskramen blijft het heel spannend, maar het is fijn dat het nu goed lijkt te gaan.”

Schildermiddagjes

Rosa heeft een fijne, christelijke én creatieve jeugd gehad. “Ik was een vrolijk kind, voortdurend aan het kletsen, altijd aan het dansen, zingen en tekenen. Met mijn oma had ik schildermiddagjes. Met mijn broers en zusje was ik ook veel in de mooie volkstuin van pake en beppe. Daar leerde oma ons alles over de bloemen, planten en de dieren. Op de peuterschool was ik een verlegen kind en kroop ik bij de juf op schoot.”

Rosa is de oudste dochter in een kunstzinnig gezin. Muziek speelde een hoofdrol. “We luisterden vaak Elly & Rikkert en Herman Boon. Ik heb veel aan die liedjes gehad: ze leerden me over de Bijbel en hoe God werkt. Mijn ouders traden ook op. Mijn vader (zandkunstenaar Gert van der Vijver, red.) was mimespeler en mijn ouders zongen en speelden sketches op conferenties. Als kinderen gingen we vaak mee.”

Wat is je vroegste herinnering aan het geloof?
“Het moment waarop ik bewust koos voor Jezus. Ik zat op mijn bed en mijn moeder zalfde me met olie. We hadden in onze kerk geen kinderdoop en mijn moeder vond het een mooi symbool om me te zalven. Door het symbool kreeg de keuze voor Jezus extra betekenis.

Het was voor mijn ouders heel belangrijk dat we de Bijbelverhalen meekregen. Na het eten lazen we altijd uit de kinderbijbel en voor het slapengaan werd er gezongen en gebeden. Mijn moeder zingt die liedjes nu weer voor mijn zoontje als ze hem naar bed brengt. ‘De Here zegent jou’ en ook het liedje ‘Ik vertel je van een man’. Dat liedje gaf me rust.” Rosa draagt het voor:

Als Hij de storm bedaren kan
Droogt Hij de tranen op je wang
Hij die de doden op doet staan
Wil heel je leven met je gaan

Dus doe je oogjes nu maar dicht
En droom van Hem die het leven is
Word wakker in zijn morgenlicht
En zing de naam van Jezus

Ze vertelt: “Nog altijd als ik dat liedje hoor, geeft het rust. Het maakt me ook emotioneel. Dat heb ik sneller bij liedjes, die kunnen me heel erg raken. Als kind had ik best vaak nachtmerries en vond ik de schaduwen in de slaapkamer spannend. Dan baden we voor het slapengaan dat er geen ‘enge koppen’ zouden komen. Als er wat was, gingen we er altijd voor bidden. En nog steeds als er iets speelt of er gebeurt iets verdrietigs, stuur ik een berichtje naar mijn ouders: ‘Willen jullie bidden?’”

In de kerk geboren

De kerk heeft een prominente plaats in het familieleven. Met een lach: “Ik ben zowat geboren in de Bethel. Mijn ouders zouden die dag zingen, maar dat moesten ze afzeggen. Ze deden veel in de kerk, iedereen kende hen. Ik had vriendjes en vriendinnetjes en voelde me thuis. De kinderkerk was geweldig, echt een groot feest met toneelstukjes en activiteiten. Later ben ik zelf gaan zingen, eerst bij de jongste kinderen en later ook bij de tieners.”

‘Mijn vader leerde me mijn fantasie de ruimte te geven’

Rosa is blij en dankbaar dat ze het geloof van haar ouders heeft meegekregen. “Mijn moeder heeft een sterk geloof en groot vertrouwen in God. Voor stille tijd probeerde ze altijd ruimte te maken. Ik vind het mooi dat dit een prioriteit voor haar is. Zelf vind ik het soms lastig om daar de tijd voor te vinden. Bij mijn vader vind ik het mooi dat hij zijn creativiteit inzet om te uiten wie God voor hem is en wat Hij in zijn leven doet. Door zijn creativiteit kan hij anderen bemoedigen. Zo heeft hij een tijdje geleden een grafsteen ontworpen met een zandtekening voor iemand uit onze kerk. De steen had de vorm van een boekrol waarin Jezus met open armen stond te wachten, geïnspireerd op Psalm 91. Hij heeft zo’n creatieve geest! Het is mooi om te zien hoe hij dingen bedenkt en er dan ook volledig voor gaat. Die passie is voor mij een voorbeeld. Van hem heb ik het beelddenken. Als kind vertelde hij mij de mooiste verhalen die hij allemaal zelf verzon. Elke avond kwam er weer een nieuw, nog spannender, stuk bij het verhaal. Hij leerde me vrij te denken en mijn fantasie de ruimte te geven.”

Christelijke bubbel

Rosa besluit haar eigen creativiteit in te zetten als danseres. Ze volgt tijdens haar middelbare school de vooropleiding voor de dansacademie en gaat vervolgens op kamers in Groningen. “Ik kwam in een andere wereld terecht. Buiten mijn christelijke bubbel. Op de dansacademie was niemand christen. Mensen vonden het gek dat ik überhaupt geloofde.” De opleiding valt haar zwaar. “Het ging vooral om presteren en de beste zijn. Je moest vechten voor je plekje. Het was ook confronterend: ik stond de hele dag voor de spiegel en werd veel bekritiseerd. Als ik iets niet kon of als er iets niet lukte, werd er soms naar me geschreeuwd. Ik dacht: wat doe ik hier, dit is niet de wereld waarin ik terecht wil komen. Na het behalen van mijn propedeuse ben ik gestopt. Ik snapte op dat moment niet waarom God me op deze plek had gebracht.

Achteraf gezien heeft de opleiding me toch veel gebracht; ik heb geleerd hoe ik op een podium moet staan en hoe ik me kan uiten als artiest. Ik kon niet meer dat verlegen, schuwe meisje zijn. Het heeft ook een mooie vriendschap opgeleverd. Een klasgenoot met wie ik een tijd samenwoonde, is nog steeds een goede vriend. Hij is geen christen, maar we kunnen het er wel goed over hebben. Ik ontdekte ook dat ik andere kunstvormen, zoals zingen en zandschilderen, miste en dat ik juist deze veelzijdigheid nodig had.”

‘God geeft mij hoop. Hij ís hoop’

Zo treedt Rosa bijna tien jaar geleden in de voetsporen van haar vader en wordt ze ook zandkunstenares. “Het is een kunstvorm die bij me past. Ik blijf dansen, maar dit keer met mijn handen. Tijdens het zandschilderen ben ik meer op de achtergrond en ligt de focus van het publiek op het beeld. Dat past goed bij mij.” Inmiddels heeft ze opgetreden voor duizenden mensen, bijvoorbeeld in Ziggo Dome en tijdens de EO-Jongerendag.

Anders kijken

Na een aantal jaren zandschilderen volgt Rosa de studie psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en inmiddels werkt ze als psycholoog bij een christelijk ggz-instelling. “In mijn werk als psycholoog probeer ik mensen te begrijpen zonder dat ik een oordeel over hen heb. Je weet niet wat mensen hebben meegemaakt. Je bent er gewoon om hun verhaal te horen en ze te helpen. Ik zeg niet: ‘Het zit zo’, maar probeer het verhaal van de ander te horen en accepterend te zijn. Ik heb niet altijd een stellige mening en vind het fijn om meerdere kanten te horen en hier een tijd over te filosoferen zonder dat ik één kant kies.”

Heb je ooit getwijfeld aan het geloof?
“Nee, God is er, dat staat voor mij vast. En ook wat Hij voor mij heeft gedaan. Hij is altijd mijn steun geweest. Toen ik op kamers ging, ben ik wel meer gaan nadenken: wat vind ik nou eigenlijk zelf? Voor die tijd heb ik veel gewoon aangenomen en als waarheid gezien. Ik heb nog steeds wel vragen: over de eindtijd, vragen over bepaalde Bijbelteksten – bijvoorbeeld over het zwijgen van vrouwen in de gemeente – en over je roeping als christen. Heeft God überhaupt een plan voor je leven, of is dat iets wat men als vertroosting zegt? Of zijn er misschien meerdere wegen? Ik geloof dat iedere christen hier een eigen interpretatie van heeft en dat niemand alle antwoorden kent.

Onze huiskring is een mooie plek waar je met zulke vragen kunt komen. We delen ons leven, lezen samen uit de Bijbel en stellen elkaar vragen. We hebben verschillende opvattingen, maar het mooie is dat we toch samen hetzelfde geloof delen en open kunnen staan voor elkaars ideeën.

Zonder geloof zou mijn leven best leeg zijn. Met alles wat er in de wereld gebeurt, de crisis waar mensen in zitten, rouw en verdriet. Als je God niet hebt om daarin je steun te zijn, als je niet weet dat Hij een hoopvolle toekomst voor je heeft, dan lijkt mij dat best een zwaar, donker en oneerlijk leven. God geeft mij hoop. Hij ís hoop. Het komt goed, hoe dan ook.”