Rachel Rosier: 'Ik ben niet meer dat meisje dat al die vreselijke dingen meemaakte'
1 februari 2020 · 16:32
Update: 15 november 2024 · 10:54
Als je jonge kinderen hebt, ken je haar vast van de programma’s Checkpoint en Topdoks die ze samen met Elbert Smelt presenteert. Rachel Rosier, een stoere vrouw met een bos krullen waar je spontaan jaloers op wordt, is moeder van twee jonge kinderen (Ezra en Siem) en bekend vanwege haar heftige levensverhaal.
Loop je het huis van Rachel Rosier binnen, dan word je meteen begroet door een makke hond genaamd Mozes én een alle charmantst katje. Tegenover de enorme keuken (“we wisten niet eens of die zou passen”) staat een donkerhouten eettafel vol verfspetters. Rachel, op een stoel aan de keuken terwijl ze door de visagist wordt opgemaakt, vertelt dat die tafel vroeger in het atelier van haar moeder stond. Haar moeder Christa Rosier overleed acht jaar geleden op vijftigjarige leeftijd. Ook moest Rachel vroeg afscheid nemen van haar broer Ephraïm; hij stierf na een langdurige pijnlijke ziekte. Of ze het lastig vindt als daarnaar gevraagd wordt?
Het overlijden van mijn moeder en broertje is voor mij geen dagelijkse struggle meer
Rachel: “Nee, ik vind het geen moeilijk onderwerp om over te praten. Ik begrijp het ook als mensen ernaar vragen. Het lastige is alleen dat het risico er is dat mensen dit lezen en nog steeds denken aan dat meisje van 21, of dat meisje van 12, dat toen al die vreselijke dingen meemaakte, terwijl nou ja … Ik ben nu 29. Die rouw is er nog wel, maar het overlijden van mijn moeder en broertje is voor mij geen dagelijkse struggle meer. Inmiddels ben ik mijn eigen verhaal aan het schrijven; ik ben getrouwd, heb leuk werk, leuke vrienden, ben bezig met mijn boek. Mijn vader is een eigen leven begonnen. Mijn moeder was ook een krachtige vrouw. Zij verwerkte haar verdriet om haar zoon in haar kunst; schilderde psalmen en schreef er boeken over. Ze had echt een verhaal te vertellen, werd ook uitgenodigd op plekken om erover te praten. Lijden was een terugkerend thema in haar leven.”
Rachel Rosier: stoer, vrolijk en levenslustig
Voor Rachel is dat anders. Als presentatrice van twee stoere kinderprogramma’s is ze vooral een stoere griet die altijd vrolijk en levenslustig lijkt. Ligt zij nooit eens een dag met een deken over haar hoofd getrokken in bed?
Rachel: “O jawel, natuurlijk. Als ik ongesteld moet worden, wordt de wereld ineens heel zwart voor mij. Ik heb ook mijn dagen dat ik me beroerd voel of chago ben en tegen niemand aardig doe. O, arme Jaap (man van Rachel, red.) denk ik dan. Mijn vrienden vinden dat ook, haha. Ik kan helemaal in mijn hoofd zitten en dan vind ik het bijvoorbeeld heel frustrerend als er mensen zijn die mijn gedachteprocessen storen met opmerkingen en gehuil. Maar als ik aan een programma werk, gaat er een bepaalde versie van mij aan. Die is zeker authentiek, want ik ben echt mezelf, maar het beeld is natuurlijk niet compleet.
Ik was 22 toen ik moeder werd. Hartstikke jong
Ja, ik moest heel erg wennen aan het moederschap. Ik was 22 toen ik moeder werd. Hartstikke jong. Ik werk met mensen samen die die leeftijd hebben. Nu begin ik pas te beseffen hóé jong ik was toen ik trouwde en een kind kreeg. De overgang van geen kind naar één kind vond ik het grootst. In feite ben je gewoon de hele dag in je hoofd bezig. Je bent constant aan het schakelen, aan het wennen aan de nieuwe rol van moeder zijn. En die onzekerheden die erbij komen. Bij de tweede had ik dat helemaal niet. Ik was al moeder en kon er volop van genieten.”
Jong getrouwd
Rachel trouwde jong. Ze was 21. “Veel te jong. Ik weet zeker dat als ik Jaap nu zou ontmoeten, ik weer verliefd op hem zou worden en absoluut weer met hem zou trouwen, maar voor de rest zou ik het niemand aanraden. Je hebt echt geen idéé waar je ja op zegt. Ik ben heel blij met Jaap, hij is een heel goede man voor mij en ik ben een goede vrouw voor hem, maar het is wel een beetje geluk dat het bij ons goed is gegaan, dat we een goede match zijn. Waarom? Nou ja, goed, ik werd in die tijd op iedereen verliefd.
Het geheim in je huwelijk: geen donkere kamers in je hart voor elkaar
Ik heb tijdens mijn huwelijk ook weleens iemand anders heel leuk gevonden. Direct aan Jaap verteld. ‘Ja, snap ik wel, heel knappe man, ga er maar geen koffie mee drinken,’ zei die. Zo, wat ben jij een ontzettend veilig persoon, dacht ik. Dat is ook het geheim in je huwelijk: geen donkere kamers in je hart voor elkaar. De ander moet overal bij kunnen komen, hoe lelijk ook. Zodra ik het uitsprak, hoorde ik ook hoe belachelijk het was. Die crush was meteen weg. Dat is het mooie aan gevoelens, die zijn zo grillig. En meteen ook het probleem dat als je verliefd bent, je je eigen verliefdheid zo serieus neemt. Je hart volgen is echt het slechtste advies dat we van Amerikanen hebben gekregen. Gevoelens zijn mooi, maar geen gids. Helemaal niet als je in een relatie zit.
Ik geloof dat ik geen uitzondering op die regel ben. Ik heb dit al van zoveel mensen gehoord en ook van vrienden met huwelijken die fantastisch zijn. Als je er niet over praat, is het gevaar dat je denkt dat je de enige bent. En dat je zo onder de indruk bent van je gevoelens dat je gaat twijfelen over de kwaliteit van je huwelijk. Terwijl je, als iedereen daar eerlijk over is, weet dat dit er gewoon bij hoort. Je bent nou eenmaal een mens van vlees en bloed. God is greater then your heart and He knows all things.Je hart en je gevoel kunnen op zo’n moment de hele waarheid in zich hebben, maar God is groter. Zelfs mijn oma aan wie ik het vertelde begreep me. ‘Jij komt ook zoveel leuke mensen tegen,’ zei ze. Dat had zij vroeger niet.”
God als suikeroom
Rachel: “God speelt een heel prominente factor in mijn leven. Daarmee bedoel ik niet dat het perfect is. Ik ben continu mezelf aan het bijschaven en telkens weer moet ik mijn beeld van God bijstellen. Er zitten ook heel veel struggles in, net als in de relatie met mijn man, mijn kinderen en mijn vrienden. Soms gaat het heel goed. Dan lees ik elke dag mijn bijbel en ben ik ontroerd door God en de dingen die in de Bijbel staan. Dan voel ik dat mijn hart zacht is en ik dat ik iets uit te delen heb van Zijn liefde. Maar er zijn ook momenten dat ik denk: ik geloof het helemaal niet. Ik heb er geen zin in. Dan faal ik een beetje in Jezus’ schoonheid zien en dat boven alles zetten en Jezus willen volgen boven alles.
Dan merk ik dat er toch in mij zit: het gaat meer om wat Hij te bieden en te geven heeft dan om wie Hij is. Dat is voor mij een fase waar ik nu in zit. Ik bid vaak als ik in de auto zit op weg naar mijn werk. Ik hou van God om alles wat Hij mij geeft met betrekking tot mijn creativiteit. Ik heb Zijn Heilige Geest nodig in mijn werk en het boek dat ik aan het schrijven ben. Ik luister dan veel preken over alles wat God je te bieden heeft. En dan besef ik weer dat Hij een soort suikeroom voor me wordt. Wie Hij is, is veel kostbaarder dan welke schat ook in de wereld. Als dat andere belangrijker voor je wordt, dan is dat afgoderij.”
Bang dat God het weer afpakt
Rachel geeft de visagist haar eigen stijltang die met plakband bij elkaar gehouden wordt: “Weet je, de andere kant is dat God voor me zorgt. Je mag Hem zeker om dingen vragen. Maar ook dat vond ik lastig. Ik weet nog dat we nét in Zeist woonden, mijn moeder was net overleden en onze baby net geboren. Dat we dat huis hadden gekregen zonder ingeschreven te staan, was al een wonder op zichzelf. We hadden geen geld, er was weinig werk, maar toen ik was afgestudeerd, kreeg ik zomaar een baan aangeboden. Ineens ging alles goed. Ik weet nog dat ik dacht: dit is een test. Voor je het weet neemt God alles weer van je af. Die zorgen maakten dat er altijd een bepaalde angst in me zat.
Terugblikkend denk ik: God was er toch? Altijd
In die tijd hadden we ook net een nieuwe hond gekocht. Maar die pup had van het begin af aan baknijd. Dat betekent zoiets als: je geeft hem eten, maar vervolgens wordt hij daar heel beschermend en agressief over. Hij wil niet dat je in de buurt komt, want hij vertrouwt je niet en is bang dat je het afpakt. We moesten Beer dus heel voorzichtig met de hand voeren. Jaap en ik waren er maar druk mee. Ik weet nog dat ik in het bos liep en echt het gevoel had dat God tegen me zei: ‘Je lijkt Beer wel. Ik koop eten voor je, wil goed voor je zorgen. Ik zet het voor je neer en vervolgens ben je bang dat Ik het van je afpak.’
Als een hond kijkt naar de hand die hem voedt en zijn baas leert kennen, weet hij dat de intenties van het baasje goed zijn. Dat was echt een les voor mij. Als er nu twijfels zijn aan de goedheid van God, dan gaat dit meer over mij. Dan ben ik te veel met mezelf bezig. Ik moet ontdekken wie Hij is en wat Zijn karakter is. Dan kun je dit alles in perspectief zien. Angsten die ik heb gehad, gingen namelijk nooit over de situatie van dat moment. Ze gingen altijd over: is God er morgen ook nog? Zo vermoeiend om daarmee bezig te zijn. Terugblikkend denk ik: Hij was er toch? Altijd.”