'Plotseling zag ik voor me hoe een stier en een koe elkaar tegemoet traden'

Zo trapten we begin oktober een uitzending van 'Dit is de dag' af met een gesprek over de grondoorlog in Libanon, en over de vraag of dat een slimme strategie van Israël is geweest in het conflict met Hezbollah. Nog tijdens de uitzending kwam Iran met een tegenreactie en werden raketten afgevuurd. De beelden van de verwoesting in Israël stroomden binnen. Ik kreeg een verslaggever uit Beiroet op de lijn. Ze vertelde over de mensenstromen die met hun hele hebben en houwen op de vlucht sloegen, en het verdriet en de angst van de vluchtende mensen.

Het greep me aan, zeker ook omdat het iets is wat ik elke avond voor het slapen tegen mijn kinderen zeg: “Wat fijn dat we niet hoeven te vluchten.” Het idee dat je je boeltje achterlaat, je geboortegrond verlaat en met je kinderen onder de arm of in de auto moet vluchten voor geweld, raakte me diep.

En toen kwam de overgang. Het tweede onderwerp in de uitzending ging over de vraag of we moeten gaan fokken met emissiearme stieren om zo de methaanuitstoot omlaag te brengen. Beeld je maar eens in: van de hoop op minder raketten in Israël naar de hoop op minder scheten en boeren latende koeien in Nederland. Met lichte gêne in mijn stem vervolgde ik de uitzending, waarna de discussie losbarstte. De voorstander zag het wel zitten: als een stier en een koe die toch al minder uitstoten elkaar tegenkomen in de wei, dan leidt dat tot een minder methaanuitstotend kalfje. Daarop fokken zag hij niet als een probleem.

Mijn gedachten dwaalden af naar de oorlog en het geweld waar we het nog geen tien minuten eerder over hadden. Plotseling zag ik voor me hoe een stier en een koe elkaar tegemoet traden. De een vroeg: “Ben jij ook zo emissiearm?” “Ja”, zei de ander. “Dan zijn we zielsverwanten.” Te midden van al het oorlogsgeweld vonden zij elkaar in liefde. Ineens hoorde ik de eindtune lopen. Nog net op tijd kon ik de uitzending afsluiten en de luisteraars laten weten dat alle oorlogsontwikkelingen de rest van de avond te volgen waren op NPO Radio 1.