‘Parels voor de zwijnen’, deze uitleg ken je vast nog niet…
29 januari 2019 · 07:45
Update: 30 januari 2023 · 16:18
Rob Bell gaat in deze aflevering in op een vraag van een lezer over een bijbeltekst waarin honden en zwijnen in een adem worden genoemd als metafoor. Wie zou Jezus daarmee bedoelen?
I’ve been here for years."
LL Cool J.
Ik kreeg een vraag van een lezer over de parels voor de zwijnen:
Hé Rob! Kom maar op met je blogs! Ik lees ze graag. Ik kwam een tekst tegen in de Bijbel waarmee ik altijd moeite heb: Matteüs 7:6. Geef wat heilig is niet aan de honden, en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze maar met hun poten vertrappen, zich omkeren en jullie verscheuren. Misschien is de vraag wat te specifiek voor deze serie, maar als je tijd hebt… Ik zou graag weten hoe jij denkt over dit vers. Dank!
Parels voor de zwijnen
Goed dan, hier komt een stukje over Matteüs 7 en het gedeelte over de parels voor de zwijnen.
Allereerst, deze woorden van Jezus zijn onderdeel van een groter gedeelte aan het begin van het bijbelboek Matteüs, dat de Bergrede wordt genoemd. Het is belangrijk om te begrijpen dat het hier niet gaat om een willekeurige verzameling van interessante stukjes en spreuken – ze zijn gerangschikt in een bepaalde volgorde, omdat er een geniale innerlijke logica zit in wat Jezus hier doet, een opbouw die duidelijk wordt wanneer je het leest als één geheel.
Leven vanuit zuiverheid
Even een korte samenvatting van het gedeelte voordat we aankomen bij dat deel over de honden en de varkens.
Om tot bloei te komen in je leven, moet je goed kunnen onderscheiden welke dingen je kunt beheersen en waarover je geen controle hebt.
Met betrekking tot de dingen die we kunnen beheersen, leert Jezus ons in dit gedeelte om geweldloosheid toe te passen, om de juiste dingen te doen om de juiste redenen, om overvloedig en trouw te leven vanuit zuiverheid en vreugde.
Vervolgens spreekt Jezus over zorgen, en leert ons hoe we onszelf kunnen toevertrouwen aan de God van liefde die weet wat wij nodig hebben, nog voor we erom vragen. Dit is een rustige, beheerste, stabiele, niet-reactieve leven, waarin we erop vertrouwen dat, hoe chaotisch of onzeker de dingen ook zijn, het goed komt met ons. Jezus leert ons om een rustige geest te krijgen, om de stemmen die soms eindeloos kunnen rondzeuren in je hoofd, vol spanning en stress, het zwijgen op te leggen.
Onvermogen om volledig aanwezig te zijn
Waarom is dit zo belangrijk voor onze bloei? Omdat zoveel mensen een buitengewone hoeveel tijd en energie besteden, of beter gezegd: verspillen aan dingen waarover ze geen controle hebben.
Je zorgen maken is dodelijk voor bloei, omdat het leidt tot een onvermogen om volledig aanwezig te zijn. Je zorgen maken over iets betekent dat je daar bent en niet hier – je bent druk met piekeren over de toekomst, en kunt niet genieten van het heden. Jezus leert ons om helemaal aanwezig te zijn in het moment, om niets te missen van het hier en nu.
Deze woorden van Jezus bevatten concrete, praktische en geniale wijsheid voor hoe je met de meeste vreugde kunt leven in deze wereld. En Jezus blijft volhouden dat God vertrouwd kan worden – en dat is cruciaal voor dit soort leven. Hoofdstuk 6 eindigt met Jezus’ woorden: Maak je dus geen zorgen. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last.
Bezorgd zijn en oordelen
En dan begint hoofdstuk 7 met ‘Oordeel niet’.
Hoe zijn we nu precies van je zorgen maken terechtgekomen bij oordelen?
Zeker omdat bezorgd zijn gaat over mij,
en oordelen over anderen?
Dat klopt, en dat is precies zijn punt.
Let op de opbouw: van oordeelt niet gaat hij verder over een balk in je eigen oog hebben en kijken naar de splinter in het oog van een ander en dan komen we aan bij:
Geef wat heilig is niet aan de honden en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze maar met hun poten vertrappen, zich omkeren en jullie verscheuren.
Wat? Hoe zijn we van je zorgen maken via oordelen, splinters en balken beland bij honden en varkens?
Goede vraag.
Hier is een antwoord.
Controle willen door een gebrek eraan
Om tot bloei te komen moeten we ons eerst toevertrouwen aan Gods liefdevolle zorg. Dat houdt in dat we onze zorg en angst en drama en stress overgeven.
Zo begint het.
Je vertrouwt jezelf toe aan God.
Vervolgens vertrouw je anderen toe aan God.
We vertrouwen anderen toe aan God, want als we dat niet doen, zullen we onvermijdelijk een oplossing proberen te zoeken voor onze angst en zorg en bezorgdheid door over anderen te willen beheersen en hen te manipuleren.
En hoe doen we dat?
Soms proberen we controle uit te oefenen over anderen door negatieve dingen, zoals hen beoordelen en veroordelen en alles afkeuren wat ze ook maar doen. We bekritiseren hen, we maken hen kapot, we proberen hen onder druk te zetten om dingen op onze manier te doen.
Heb je weleens een ouder gezien die vanuit zijn bezorgdheid over zijn kinderen eindeloos zat te vitten op hen, over zo’n beetje alles?
Als je innerlijke leven een rotzooi is, wanneer je gekweld wordt door zorgen en schuld en angst, ben je wanhopig op zoek naar afleiding, iets wat je gedachten afleidt van de pijn en de chaos binnen in je. Wat zich vaak uit in veroordelen en anderen het gevoel geven te falen en hen aanvallen.
Mensen die de behoefte hebben om controle uit te oefenen over anderen doen dat vaak vanuit een gebrek aan controle dat ze in zichzelf ervaren.
(Daarom is een van de eerste dingen die je leert in de psycho-pastorale hulpverlening dat je mensen, plaatsen of dingen niet kun beheersen.)
Anderen beheersen door goede dingen
In andere gevallen, en dit is de onverwachte wending, proberen mensen anderen niet door negatieve dingen te beheersen, maar door goede dingen. Bijvoorbeeld door het geven van cadeaus en overmatige complimenten – allemaal in een poging tot overheersing.
Heb je weleens iets gekregen waarbij je, in plaats van dat je je dankbaar voelde, het onheilspellende gevoel kreeg dat het geschenk geen oprechte en zuivere afkomst had, maar dat de gever iets van jou wilde? Het was een geschenk, maar er zat van alles aan vast…
Of als we even doordenken: heb je weleens gehad dat iemand iets goeds voor je probeerde te doen, maar dat dit toch een ontzettend gevoel van boosheid en wrok teweegbracht in je? Verwarrend, nietwaar? Want het ging om iets goeds en toch veroorzaakte dat zo’n heftige reactie in je…
Ouders, schoonouders, echtgenoten, vrienden, gezagsdragers – dit soort dingen gebeuren altijd… mensen geven iets goeds, maar er zit iets anders achter, iets wat niet goed is en je voelt een grote behoefte om dat geschenk (en hen) kapot te maken.
Medogenloos jezelf onderzoeken
Dit is precies waarom Jezus spreekt over iets aan honden geven wat heilig is en aan varkens iets waardevols zoals parels. Hij waarschuwt ons om voorzichtig te zijn in hoe we ons verhouden tot anderen, want als we anderen niet volledig hebben toevertrouwd aan Gods liefdevolle zorg, geven we hen misschien wel goede dingen, maar om slechte redenen. Dan zouden we hen dingen kunnen opdringen die ze niet willen, of waarvoor ze nog niet klaar zijn en dan kunnen ze zich onder druk gezet voelen of gemanipuleerd. En als mensen dat voelen, zullen ze meestal heftig reageren op je.
(Ik vraag me af of kinderen die naar een christelijke school werden gestuurd met verplichte religieuze bijeenkomsten juist daarom vaak zo’n haat-liefdeverhouding hebben met geloof. Hetzelfde geldt voor kinderen die steeds werden verplicht om naar de kerk te gaan. Dat kan wel iets goeds zijn geweest, maar het werd ze opgedrongen met zo’n regelmaat en druk, dat zo elk verlangen uit die ervaring verdween… Dallas Willard schrijft daar verhelderend over in zijn boek Gods geheime plan.)
Jezus leert ons om ons hart en onze motieven en onze redenen om iets te doen meedogenloos te onderzoeken. Als we onszelf en de mensen om ons heen niet hebben overgeven aan Gods liefde, dan is het onvermijdelijk dat we zullen proberen te heersen over gebeurtenissen en mensen waarover we ten diepste geen controle hebben.
(Dit geldt vooral voor systemen als gezin of familie, waarin de dingen op een bepaalde specifieke manier worden gedaan. Wie in zo’n systeem uit de pas loopt, ontmoet vaak enorme afkeuring en veroordeling. En als ze doorgaan op hun pad, wat gebeurt er dan? Meestal komt ‘het systeem’ erachter dat veroordeling en schaamte niet werken, dus gaat het over op het geven van complimenten en geschenken, om zo te proberen om diegene weer in het gareel te krijgen… Dat alles is onvermogen om anderen aan God over te geven, om hen te laten groeien tot mensen zoals God hen heeft gemaakt…)
Mensen zonder verborgen agenda
Denk eens aan de mensen die de grootste invloed op je hebben gehad, mensen bij wie je je op je gemak voelt, mensen die een vrede hebben waarnaar jij ook verlangt. Ik stel me zo voor dat ze een bepaalde houding hebben zonder angst, een kalmte en rust die voortkomt uit leven in vrede. En dat brengt een bepaalde houding naar anderen met zich mee: ze houden van je en geven aan je, maar zonder dat het dwingend of plakkerig is. Ze hebben geen verborgen agenda. Ze proberen je niet te overheersen of je een rotgevoel te geven of je iets te laten doen, omdat ze hun plannen loslaten voor jou, en daarom zijn zij het enige soort mensen dat jou kan helpen.
Het zit ‘m hierin: wanneer jij anderen aan God overgeeft, kun je pas echt helpen, omdat je niets meer nodig hebt van anderen. Je bent niet bezig om onopgeloste zaken of spanningen of behoefte om te heersen op te lossen via hen, je kunt nu echt vrij geven, zonder verborgen motieven.
En dat, beste mensen, is het stuk over de parels en de zwijnen.
Dit blog werd eerder geplaatst op 31 augustus 2016