Op een dag weet je het: je wordt sportschooldominee
Alain is eigenlijk maar van één ding lid: de sportschool. En volgens hem zou daar ook best weleens de toekomst van de kerk kunnen liggen. Hij ziet het in ieder geval helemaal voor zich.
Zaaltje na zaaltje ga ik af als rondreizend theoloog, overal vertel ik over de Bijbel, overal hebben we daar enthousiaste gesprekken over en overal volgt diezelfde sfeerverlagende vraag: ‘Hoe Krijgen We De Jeugd Weer In De Kerk?’
Ik kan het niemand kwalijk nemen dat ze met die vraag zitten, want we zien de kerkpopulatie voor onze ogen grijzer worden. Bijna met de week. We zien de statistieken van de PKN en van de Rooms-Katholieke Kerk jaar na jaar kelderen. Als het zo doorgaat, kunnen we de deuren gaan sluiten.
Steeds geef ik hetzelfde antwoord: ‘Als ik wist hoe we de jeugd weer in de kerk kregen, startte ik direct een eigen gemeente’. Mensen lachen en ik ratel nog wat door. ‘Het is een maatschappij-breed verschijnsel, hè. Niemand wordt nog ergens lid van. Ben ik lid van een krant? Van een vakbond? Van een omroep? Van een politieke partij? Nee!’.
Sportschool
Tijdens een middag in Utrecht onderbreekt een oudere dame mijn opsomming. ‘Maar wel van een sportschool, zeker’. Ik toon haar mijn portemonnee met twee pinpassen, een ov-chipkaart, een AH Bonuskaart en, inderdaad, een pasje van de Basic Fit. Van sportscholen worden wij nog lid, de mevrouw had gelijk.
Misschien ben jij een van de velen die na de jaarwisseling een fitnessabonnement namen. Goede voornemens. Ik ben je voorgegaan, sinds afgelopen zomer: in de aanloop naar m’n dertigste verjaardag moest ik eraan geloven van mezelf.
Als je in zo’n sportschool rondkijkt, zie je dat ‘de jeugd’ daar inderdaad nog in groten getale rondloopt. Maar niet alleen jongeren: in de gym komen alle culturen, leeftijdsgroepen, genders, opleidingsniveaus en uiterlijke kenmerken samen. De diversiteit zonder aanzien des persoons waar de kerken van dromen.
Extreem flexibel
Wat is de kracht van een sportschool? Vooral: het individu extreem flexibel bedienen in een behoefte die elk mens nou eenmaal heeft. (En ja, deze individualisering gaat waarschijnlijk ten koste van de gevestigde traditionele groepsverenigingen).
Mijn gym is van 07.00 tot 22.30 uur open. Heeft vier verdiepingen vol faciliteiten. Als ik samen wil, zijn er ingeroosterde groepsactiviteiten of ga ik met vrienden. Als ik alleen wil, legt niemand me een strobreed in de weg. Als ik hulp behoef, kan ik die aanvragen. Er is eten en drinken te koop. Mijn fitnesshal is een megaplatform, gecrowdfund door honderden individuen die allemaal min of meer hetzelfde willen, maar allemaal nét even op een andere tijd en manier.
In een land met een groeiende ‘platform-economie’ krijg je steeds meer freelancers en flexwerkers en flexplekken en flexuren. Alles moet on demand, anders functioneert het systeem niet meer. De sportschool is de eerste plaats waar dat lekker op orde is. Er zijn al sportscholen met goede restaurants, met comfortabele bureaus en werkend wifi, fijn sanitair. Dat soort centra kan de basis worden van waaruit een flink deel van onze bevolking haar leven gaat vormgeven. Leven vanuit een fitnesshal, het gaat gebeuren.
De dominee gaat voorbij
Verplaats je nu eens in de kerken. Ze kunnen hun grote gebouwen niet meer betalen, de loonkosten van de dominee wegen zwaar, vaste vrijwilligers en vaste kerkgangers worden schaarser. Je hebt nog een historisch potje geld, je hebt nog een hele poel opgeleide kerkelijk werkers en predikanten, maar geen vaste plaats of trouwe gemeenschap meer. Wat doe je? Vroeg of laat bel je de sportschool.
Die sportschool is allang van fitnessapparaten via yoga naar gestreamde TED-talks en psychologen in residence gegaan. Na het halfuurtje ‘abs attack‘ voor je buikspieren is er een ingeroosterde carrièrecoach. Maar mensen willen meer. De dominee gaat voorbij, de gymzaaltheoloog komt eraan. De enige vraag is wie zijn loon betaalt: Basic Fit, een kerkgenootschap of de leden die het iets duurdere ‘Body Mind Soul Deluxe’ abonnement hebben afgesloten.
Sportschooldominee
Daar zal ik dan zitten, in een trainingsbroek met een kruisje. De biecht afnemen bij een zwetende Gerrit die zijn vriendin heeft bedrogen. ‘Drie minuten planken terwijl je het Onze Vader bidt. Daarna je vriendin bellen.’ Een bijbeltalk opnemen die zondag en maandag twee keer zal worden gestreamd op het scherm; voor sporters die iets anders dan Cupcake Wars willen kijken terwijl ze op de loopband staan.
Midden in een pastoraal dinsdagmiddaggesprek krijgen mijn bezoeker en ik dezelfde twee meldingen op onze mobiel. De pastorant en ik verdelen ze onderling: zij neemt de opdracht van Thuisbezorgd aan, ik doe de Uber rit. De schoorsteen moet roken.
Ik kan me nu al verheugen op de fotoshoots voor populaire blogs. Met de van mijn grootouders geërfde Statenbijbel op een trimfiets, en Mens sana in corpore sano als quasi-intellectueel opschrift. In mijn afgetrainde theologentorso, met de opmerking ‘De Kerk heeft het lichaam veel te lang genegeerd’. Tijdens het FitEucharist uurtje in de luxe conferentiezaal, met glutenvrij brood en YANGA® sportwater. En het eerste sportschoolhuwelijk tussen twee medewerkers die elkaar onder mijn toeziend oog leerden kennen, wekelijks de spiritual love training bij mij volgden en nu hun liefde grootscheeps gaan bezegelen.
Alles wordt anders
Misschien lach je omdat dit absurd is, misschien ben je boos omdat je het orgel of de kerkenraad niet wilt missen. Misschien vind je mijn geloof te klein of het scenario te cynisch. En natuurlijk is dit stuk met een glimlach geschreven.
Maar als ik straks als theoloog moet kiezen: óf een strikt orthodoxe kerk (de enige kerk waar ze mij nog kunnen veroorloven) óf een tiental zeventigplussers… Zal ik dan niet vroeg of laat een derde weg zoeken? De sportschool heeft de mensen, het geld en de faciliteiten. Ik heb iets waar ieder individu nog altijd een ongeneeslijke onderhuidse behoefte aan heeft. Match made in heaven.
Toch?
Geschreven door
Alain Verheij