'Niet aankomen, dokter!'
1 mei 2024 · 14:39
Update: 1 mei 2024 · 15:42
Aan de buitenkant is er nog niet veel te zien, maar de patiënt heeft veel pijn aan de wond die een week geleden gehecht is.
Het was een letsel ontstaan tijdens werk in de bouw, waarbij vrijwel zeker veel viezigheid in de wond komt. Zo in rust doet het niet veel pijn, maar bij aanraken en bewegen aanzienlijk meer. “Niet aankomen, dokter”, verzoekt de patiënt mij. Dit is een interessante. “Hoe wil je dat ik je help zonder aan je wond te komen?” vraag ik. Helaas lukt het me niet om op afstand wonderen te verrichten. Ik kan het niet ‘wegkijken’.
Als iets pijn doet, wil ik er juist wel aan zitten, dat is nou eenmaal de enige weg naar herstel. Dat is nagenoeg met alles zo. Gelukkig begrijpt mijn patiënt dat ook en na wat gelach samen is het tijd om te huilen. “Ik verwacht dat er ontsteking en pus dieper in de wond zit, dus ik moet de wond weer openmaken”, concludeer ik na mijn onderzoek. “Ik dacht het niet, dat is ontzettend pijnlijk. Kun je het niet met antibiotica behandelen?” protesteert de patiënt. Dit is precies waarom ik mijn werk zo leuk vind. Het is net het echte leven. We willen liever symptomen bestrijden, pus laten zitten, omdat eraan komen pijnlijk is.
“Als je een dokter zoekt die zacht over je wonden streelt en alleen maar zegt wat goed is voor de oren, dan moet ik je teleurstellen. Helaas is dat de weg naar de dood”, probeer ik mijn patiënt te bemoedigen. Gelukkig delen we dezelfde humor. Zelfspot en leedvermaak horen er een beetje bij. “Nou vooruit dokter, maar hopelijk kan het met een verdoving.” Helaas is deze beker vrij bitter en moet hij tot het einde leeggedronken worden. Ontstoken gebieden zijn vrij lastig tot nagenoeg niet te verdoven. Pijn zal hij zeker lijden. Maar gelukkig gaat deze patiënt zonder pus de deur uit en is de rest een kwestie van tijd.
Het wonder van het lichaam is dat dit herstellend vermogen heeft. En het litteken zal hem herinneren aan de strijd die gestreden is op de behandelbank – en gelukkig overwonnen.
Dit artikel hoort bij het programma
Op de spoed