'MOKUM' vertelt de Joodse geschiedenis van Amsterdam
15 februari 2022 · 15:47
Update: 19 november 2024 · 14:27
Amsterdammers noemen hun stad liefkozend Mokum, wat 'plaats' betekent in het Jiddisch. De Joodse gemeenschap speelt een rol in de wording van Amsterdam, omgekeerd is de hoofdstad nauw verbonden met de Joodse geschiedenis.
In het Jeruzalem van het westen is al meer dan 400 jaar een Joodse gemeenschap. Historici Bart Wallet en Irene Zwiep weten alles van deze geschiedenis. In het tweeluik 'MOKUM' dat door de EO wordt uitgezonden nemen zij de kijker mee door de stad.
Tweeluik
In maart laat de EO in het tweeluik 'MOKUM' de geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Amsterdam zien. Aan de hand van historici Bart Wallet en Irene Zwiep wordt er stilgestaan bij de bijzondere band en historie van de Joden en de Nederlandse hoofdstad. Het verhaal wordt verteld op de plekken die tekenend zijn voor de geschiedenis. Het tweeluik is een productie van de Joodse programmering binnen de EO.
Van Amsterdam naar Mokum
Deel één van het tweeluik 'MOKUM', 'van gabbers naar geteisem' start met de komst van de eerste Joodse immigranten vanuit Portugal in de zeventiende eeuw. Amsterdam is booming, een van de rijkste steden ter wereld en volop in ontwikkeling. De snelle groei vraagt om ruimte en zo ontstaat het eiland Vlooienburg, waar vooral Joodse migranten zich vestigen. In Amsterdam voelen de zogeheten nieuwe christenen, Portugese Joden die katholiek gedoopt zijn, zich vrij om weer te kiezen voor de religie van hun voorouders: het Jodendom. In de Joodse wijk verrijst de Portugese synagoge, de Esnoga, en deze is door de bouw en het indrukwekkende interieur een bezienswaardigheid. Maar ook de afwijkende diensten prikkelen de nieuwsgierigheid van de Amsterdammers, die er graag binnenlopen. De Amsterdamse Joden verdienen de kost met de handel in geld, diamanten, suiker, tabak en zijde.
Zoals voor alle groeperingen geldt, zorgt ook de Joodse gemeenschap voor hun hulpbehoevende ouderen en wezen. Maar het is niet allemaal pais en vree in de stad want als de economie eenmaal krimpt, wordt het voor Joden moeilijk hun eigen gemeenschap overeind te houden. Zeker de groep arme Joden wordt getroffen en vangt de eerste klappen op. Door de Amsterdammers worden ze met de nek aangekeken want ze pikken banen in en verspreiden ziekten. Een groep mensen waar je niets mee te maken wilt hebben.
Onrust in Mokum
De oprichting van de Bataafse republiek staat in het teken van vrijheid, gelijkheid en broederschap, maar het blijkt dat gelijke rechten in de praktijk van alledag niet altijd tot gelijke behandeling leiden. 'Stennis en sores' is de titel van het tweede deel van 'Mokum'. De Joodse bewoners in de stad vormen een eigen samenleving, met eigen voorzieningen en in hun eigen taal. Er wordt een integratieproject gestart. Duidelijk wordt dat de Nederlandse taal de sleutel is voor een betere toekomst van de Joode kinderen. Intussen ontwikkelt zich de industrialisatie met als schaduwkant dat Amsterdam door de vele fabrieken vervuilt en de hygiënische omstandigheden slecht zijn. Welvarender stadsgenoten, onder wie de armenarts en weldoener Samuel Sarphati, zetten zich in voor de verbetering van hun Mokum. Er komt een broodfabriek zodat er beter voedsel beschikbaar komt, en de afvalverwerking wordt opgezet.
Tijdens de opkomst van het socialisme gaan Amsterdamse arbeiders zich inzetten voor betere arbeidsomstandigheden en wordt onder leiding van vakbondsman Henri Polak de basis voor de achturige werkdag gelegd. De Joodse gemeenschap in Amsterdam telt inmiddels 80.000 burgers, die zich in de eerste plaats Amsterdammer voelen. Daar komt in 1940 abrupt een einde aan als ze door de Duitse bezetter worden gekenmerkt als 'Jood'. Niet minder dan 60.000 van hen worden vermoord, ze worden weggevoerd met de plichtsgetrouwe medewerking van Amsterdamse gemeenteambtenaren en de politie. Geen andere West-Europese stad kent zoveel Joodse slachtoffers.
Na de oorlog is het Joods Amsterdam grotendeels verdwenen, de zwaargehavende Joodse wijk wordt gesloopt. Maar het leven gaat door en gaandeweg ontstaat in Amstelveen en in de wijk Buitenveldert een nieuwe Joodse gemeenschap.
Bart Wallet en Irene Zwiep
Bart Wallet is hoogleraar Joodse geschiedenis, in het bijzonder van Amsterdam, aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoek richt zich op de vroegmoderne en moderne Joodse geschiedenis. Hij publiceerde onder meer over achttiende-eeuwse Jiddische geschiedschrijving uit Amsterdam, de integratie van Joden in de Nederlandse samenleving, de relaties tussen het Huis van Oranje en de Joden en de wederopbouw van de Joodse gemeenschap na de Tweede Wereldoorlog.
Sinds 1997 is Irene Zwiep als hoogleraar Hebreeuws en Joodse Studies verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Haar terrein is de culturele en intellectuele geschiedenis van Joodse meertaligheid, de impact van Joodse Verlichtingsbewegingen, en de manieren waarop Joodse minderheden hun positie hebben bepaald ten opzicht van Europa en de moderne natiestaat.
Heleen Minderaa
Heleen Minderaa is een documentairemaker en regisseur met ruim 25 jaar ervaring in het maken van televisieprogramma's voor diverse omroepen van de NPO. Voor de Joodse redactie van de EO maakte zij eerder o.a. de 2Doc 'Tedje en Meijer'. Deze werd genomineerd als Beste Televisie Documentaire 2018.
'MOKUM' is een productie van Moondocs in coproductie met de EO. Deze productie kwam tot stand met steun van Stichting Collectieve Maror-Gelden Nederland en de Joodse Erfpachttegoeden.
Op tv
Je ziet 'MOKUM' op maandag 7 maart om 22.30 uur en maandag 14 maart om 23.00 uur bij de EO op NPO 2 of kijk via NPO Start.
Er is meer
Het project MOKUM is een samenwerking tussen Moondocs en de Joodse redactie van de EO. De serie kwam tot stand met steun van Stichting Collectieve Maror-Gelden Nederland en Gemeente Amsterdam uit Joodse Erfpachttegoeden. Rondomproject Mokum worden er allerlei activiteiten georganiseerd, van koffieochtenden tot stadswandelingen. Kijk op de speciale site om te zien welke activiteit jij kunt boeken.
Dit artikel hoort bij het programma
MOKUM