Mirjams man overleed plotseling tijdens vakantie
‘Op de waaromvraag zal ik nooit antwoord krijgen’
De zomervakantie van 2011 verandert voor Mirjam (51) in een nachtmerrie. Op de eerste vakantiedag overlijdt haar man in de hotelkamer, als hun kinderen op zomerkamp zijn. “Mijn jongste dochter had tien euro van hem gekregen als zakgeld voor kamp – die heeft ze nog steeds.”
Maandag 1 augustus 2011. Mirjam en haar man Hans hebben het goed geregeld: ze gaan een midweek met z’n tweeën weg, terwijl hun kinderen op zomerkamp zijn. ’s Ochtends zetten ze hun dochters van 13 en 9 jaar af op Oasekamp, daarna rijden ze naar camping De Betteld waar hun zoon van 15 op kamp gaat. ’s Middags nog even langs vrienden die op de Duitse grens wonen – daarna door naar het hotel in Sauerland, in een klein dorpje op een berg.
Nadat ze ’s avonds de sauna zijn in geweest, liggen Mirjam en Hans even op bed. Op een gegeven moment hoort Mirjam niets meer naast haar – Hans ligt stil en reageert niet. “Hij was al weg toen”, vertelt Mirjam. “De meeste mensen worden wit of vaal bij een hartstilstand, maar hij werd meteen al helemaal blauw. Ik heb zelf in de verpleging gewerkt – al meteen had ik het gevoel dat het niet goed zat.”
‘Help, hij gaat dood’
Mirjam vraagt de receptie of ze met spoed 112 kunnen bellen. Na een tijd komt er een hulpverlener met een AED de berg op rijden, pas later komt er een ambulance. Twintig minuten wordt Hans gereanimeerd. “Daar mocht ik niet bij zijn. Ik dacht alleen maar: ‘Help, hij gaat dood. Ik ben op vakantie, in het hotel – wat een bizarre plek.’ De vrijdag ervoor had ik nog iemand gesproken met een trauma, ik ben hulpverlener. Nu zat ik er zelf middenin.” Dan komt de arts haar vertellen dat ze niets meer voor hem kunnen doen.
Hij heeft zichzelf kapot gewerkt
Waarschijnlijk is Hans overleden aan een aneurysma in zijn hals, een verwijding van een slagader. “Een half jaar ervoor had hij last van druk op de borst, maar hij wilde geen onderzoek laten doen omdat hij ‘witte-jassen-angst’ had. Ook de avond van tevoren voelde hij zich echt niet goed. Hij had een eigen bouwbedrijf en had altijd veel stress. Daarom was deze vakantie zo belangrijk: even eruit. Zijn ouders zeiden: ‘hij heeft zichzelf kapot gewerkt.’”
Vaderskindje
De volgende ochtend moet Mirjam het aan haar kinderen gaan vertellen. Twee vrienden – bij wie ze die dag ervoor nog samen met Hans was geweest, en waar ze die nacht uiteindelijk mocht slapen – en een schoonzus en zwager gaan mee.
“Mijn oudste dochter wilde het niet horen: ‘Ik wil mijn leven hier niet door laten verpesten’, zei ze. Echt een puber. Ze vond het verschrikkelijk. De jongste dacht dat ze iets verkeerd had gedaan toen haar moeder ineens op het kampterrein was. Haar wereld stortte in, ze was echt een vaderskindje. Op haar derde hielp ze haar vader al met schroeven vasthouden tijdens het boren. Als hij vroeg waar de waterpomptang lag, wist zij dat precies. Ze had tien euro van hem gekregen als zakgeld voor kamp – die heeft ze nog steeds.”
Ik zie mijn zoon nog komen aanlopen vanaf het sportveld
Als laatste moet ze het haar zoon vertellen, op De Betteld. “Hij moest van het sportveld geplukt worden. Ik zie hem nog komen aanlopen met een handdoekje om zijn nek. Dat gezicht van hem toen ik vertelde dat papa niet meer leeft… De handdoek had hij nodig voor zijn tranen. Vreselijk om het je kinderen op die plek te moeten vertellen.”
Toch is Mirjam ook dankbaar dat haar kinderen juist die week op kamp waren. “Ze zijn een dag thuis geweest, ook om afscheid te nemen in het mortuarium, maar gingen daarna weer terug naar kamp. Dat wilden ze zelf. Ik moest van minuut tot minuut mijn kop erbij hebben om alles te regelen. Op kamp waren ze omringd door mensen die er voor hen waren en voor hen baden. Mijn zoon heeft iedere avond kunnen praten met kennissen op de camping, daar is hij nog steeds dankbaar voor.”
Knipogen van God
“De avond voor de begrafenis is er op De Betteld voor ons gebeden met duizend man. Daar wist ik niets van. Ik zat thuis en zag op tegen de begrafenis. Waarom heeft God de vader van mijn kinderen weggehaald? Toen ik naar buiten keek, stond er voor het huis een hele grote regenboog. Een teken van Gods trouw, Hij Die zegt ‘Ik ben erbij.’ Later hoorde ik dat ze rond diezelfde tijd, half tien, voor ons hadden gebeden.”
Op de dag van de begrafenis komt de regen met bakken uit de hemel. “Toen de kist langs ons huis werd gereden, stonden we als gezin onder een parapluutje te bibberen. Ook tijdens de dienst regende het pijpenstelen. Maar toen we naar buiten gingen, was het droog. Tijdens het zakken van de kist scheen de zon en vlogen er vlindertjes boven het graf. Ik vind dat wel knipogen van God.”
Het is elke keer een keuze om op God te vertrouwen
“Toen Hans overleed, heb ik mijn geloof even geparkeerd. Maar ik heb ervaren dat God trouw is. Het is elke keer een keuze om op Hem te vertrouwen. Al snap ik niks van Zijn plan, Zijn gedachten zijn hoger dan mijn gedachten. Ik wist het wel, maar nu heb ik praktijkervaring. Hij helpt je erdoorheen. In die eerste periode dacht ik: ik ga nooit meer zingen. Een pastoraal medewerker van de kerk vertelde dat David dat ook heeft gehad. In Psalm 42 en 43 zegt David: ‘Eens zal ik Hem weer loven.’ Daar heb ik me aan vastgehouden.”
Eigen verantwoordelijkheid
“Ik heb weleens gedacht ‘Wat als we Hans’ klachten serieuzer hadden genomen?’. Maar hij wilde zichzelf niet laten onderzoeken. Daardoor had hij ook geen levensverzekering afgesloten voor z’n zaak. Ik was daar achteraf boos over. Een week ervoor was hij nog bij de dokter geweest. Een assistente stuurde hem naar huis: ‘Neem maar een paracetamol en kijk even hoe het gaat.’ Daar heb ik later met de huisarts wel een gesprek over gehad: waarom heeft hij niet eens de dokter gezien? Maar Hans was volwassen en had zélf die verantwoordelijkheid om aan de bel te trekken.”
“De waaromvraag heb ik soms nog. Maar, wat ik mijn cliënten ook altijd leer: het is een logische vraag, maar het helpt niet. Ik zal er nooit antwoord op krijgen, in de hemel misschien zelfs niet. Het is meer helpend om te vragen hoe we er goed mee om kunnen leren gaan.”
Tienduizend redenen
De eerste maanden na zijn overlijden is Mirjam druk met de afhandeling van financiële zaken. “Je krijgt zoveel gedoe, mensen gingen letterlijk over lijken en probeerden er nog een slaatje uit te slaan. We hadden een grote schuld, pas drie jaar geleden is dat afgehandeld. Maar we zijn al die jaren niets tekortgekomen. We konden gelukkig in ons huis blijven wonen.”
Mijn dochter vroeg of ík haar de kerk in wilde brengen, dat vond ik een lastige
In september 2015 trouwt Mirjam opnieuw, met Paul. “We hebben nu een samengesteld gezin met zes kinderen. Gelukkig kunnen ze goed met elkaar door één deur. Het siert hen zoals ze dat alle zes opgepakt hebben en hiermee omgaan. We hebben niet uitgekozen dat het leven zo zou lopen, maar er zijn tienduizend redenen tot dankbaarheid. We wonen nog steeds in hetzelfde huis, waar Hans veel heeft gemaakt. Daar praten we gewoon over, er zit geen taboe op.” Vorig jaar trouwde Mirjams middelste dochter. “Ze vroeg of ík haar de kerk in wilde brengen. Dat vond ik een lastige. Je markeert zo de afwezigheid van je vader. Maar als zij dat wil, dan doe ik dat.”
Ons verdriet wordt een lied
“Een paar maanden na het overlijden van Hans kreeg ik op een conferentie een profetie. Iemand zei tegen me: ‘God vindt jou zo leuk, Hij geniet ervan als je voor Hem zingt.’ Ik snapte er niks van: ik ben juist heel vertwijfeld, ik ben in de rouw. Een jaar later werd ‘God maakt vrij’ gezongen op Opwekking, met daarin de regel ‘Ons verdriet wordt een lied’. Ook al zien we het niet, Híj maakt een lied van ons verdriet. Ik kon weer voorzichtig meezingen. De profetie is uitgekomen. Dat lied hebben we uiteindelijk gezongen tijdens de trouwdienst van Paul en mij.”
Ben jij ook een dierbare verloren? Op de website van Ik Mis Je kan je een digitale kaars aansteken.
Geschreven door
Eline van Lindenberg