Marlies ervaart Jezus' liefde dwars door verdriet
10 december 2024 · 06:30
Update: 10 december 2024 · 06:46
Marlies (51) moest kortgeleden afscheid nemen van haar vader, Henk Medema. In de EO-kerstcommercial vertelt ze hoe Jezus altijd merkbaar aanwezig was in het leven van haar vader, ook toen hij aan dementie leed. Hoe ervaart Marlies de rol van Jezus in de mooie en moeilijke momenten van het leven?
"De liefde voor Jezus speelde altijd een heel belangrijke rol", vertelt Marlies. Ze werd van kinds af aan met het geloof grootgebracht. "Ik kom uit een christelijk gezin waar uit de Bijbel werd voorgelezen en samen werd gezongen. Als we op vakantie gingen, bezochten we in Frankrijk ook een 'Vergadering' (Vergadering van Gelovigen, red.). Ineens stonden we dan in een of ander Frans huiskamertje, waar liederen a capella werden gezongen. Mijn vader schalde daar meestal bovenuit. Als puber dacht ik: 'Nou, pap. Hou je in'. Maar nu hij er niet meer is, zie ik dat zingen als een van de mooie dingen. Dat was typisch papa. Hij kon lekker galmen en raakte zo nu en dan ook ontroerd van de teksten. Soms zag ik hem echt even in zijn ogen vegen als het over Jezus ging."
Zorgen om gezondheid
Zo’n zeven jaar geleden ontstonden bij Marlies en haar familie zorgen over de gezondheid van haar vader. "Eerst merkten we hele kleine dingen. Zo struikelde hij ineens regelmatig, terwijl hij altijd heel sportief was. Toen hij ook meer moest zoeken naar woorden, zijn mijn ouders een onderzoekstraject ingegaan. Het duurde even voor de diagnose kwam: vasculaire dementie. Bij deze ziekte gaat dementie samen met hartklachten. In die periode heeft hij ook een hartoperatie gehad. Het was een spannende tijd, waarin we als gezin heel nauw met elkaar meeleefden.
Na de hartoperatie werd de dementie steeds merkbaarder. De eerste jaren ging het geleidelijk, maar toen kwam daar toch de rollator, toen een rolstoel… Vlak voor de zomer heb ik samen met mijn moeder nog gekeken naar een 'sta op stoel'. Maar deze zomer ging hij ineens zo hard achteruit dat we crisishulp moesten inschakelen. Binnen korte tijd zat hij in een verpleeghuis.
De eerste week dat ik bij mijn vader op bezoek was, dacht ik: 'O pap, jij hoort hier helemaal niet'. Het voelde zo raar. Maar een week later zag ik dat hij daar toch wel op z’n plek was. Nóg een week later dacht ik: 'Misschien is hij er nog wel slechter aan toe dan de anderen'. En in de week die daarop volgde, vroeg ik mij af of hij het einde van de maand wel zou halen." Die angst bleek terecht: "Een week later was hij weg".
Inleveren en moed houden
Het overlijden van haar vader volgt op een periode van zeker twee jaar waarin haar ouders al veel moesten inleveren. Marlies: "Mijn vader was uitgever, schrijver en spreker. Woorden waren alles voor hem. In het huis van mijn ouders in Apeldoorn had hij een studeerkamer die helemaal volstond met boeken. Maar op een gegeven moment merkten ze dat wonen in zo’n groot huis niet meer ging. Een appartement zou beter zijn; en het liefst op een plek wat dichter bij de kinderen."
Dat had grote consequenties. "Mijn vader heeft op een gegeven moment het grootste deel van zijn boekenvoorraad weggegeven. Daar zaten ook boeken van hemzelf bij. Op de begrafenis zei mijn moeder heel treffend: 'Mensen hebben de laatste tijd heel vaak tegen mij gezegd: 'Wat ben je dapper'. Maar wat was het eigenlijk dapper van hem dat hij iedere keer maar weer durfde in te leveren.'
Mijn vader bleef altijd goede moed houden. Het was een soort optimisme dat heel diep van binnen zat. Ik vond en vind dat heel bewonderenswaardig."
Mist in het hoofd, maar niet in het geloof
"Of er het laatste jaar nog iets zichtbaar was van mijn vaders geloof? Zeker weten! Wat ik heel bijzonder vond… Mijn vader moest op een gegeven moment naar een héleboel dingen zoeken. Er ging echt van alles mis. Hij wist zijn wachtwoorden niet meer, gesprekken kon hij niet meer goed volgen. Noem maar op. Maar wanneer hij ging bidden, ging er een soort sluis naar de hemel open. Dan kwam er ineens weer een hele stroom van woorden. Op zo’n moment klonk er ook iets in zijn stem door wat zo vertrouwd en zo blij was. Dan dacht ik: ‘Yes! Dit kan hij nog!’.
Hetzelfde gold trouwens voor zingen. Mijn ouders hebben tijdens mijn vaders ziekte samen in een participatiekoor gezongen. Dat is een heel bijzonder initiatief waarbij een mantelzorger en iemand die mantelzorg krijgt, samen in een koor zingen. Zo fantastisch: ik was bij een optreden van dit koor en hoorde hem er – als vertrouwd – bovenuit! Ik vond het zo’n cadeau dat dat nog kon."
Geloof als houvast
"Ook nu mijn vader is overleden, is het geloof mijn houvast. Ik ga regelmatig met mijn moeder naar het graf. Ook steek ik weleens een kaarsje aan. Ik ben meer van de rituelen dan ik in eerste instantie dacht. Daarnaast geeft de wetenschap dat papa bij Jezus is zoveel hoop! We zullen hem weer terugzien. Die hoop was ook al voelbaar tijdens de begrafenis. Ook daar sprak papa’s liefde voor Jezus.
Verdriet en vreugde staan veel dichter naast elkaar dan ik mij ooit had gerealiseerd. Ik dacht altijd: 'Rouw is alleen heel erg zwaar'. En dat verdriet ís er ook echt. Maar ik heb de afgelopen weken ook veel mooie dingen ervaren. Dankzij het geloof en de bemoediging die je daarin krijgt, maar ook de saamhorigheid die je met elkaar hebt. Het is een cadeau dat we een heel warme familie hebben en dingen goed met elkaar kunnen delen.
Ik wens iedereen Jezus toe
De afgelopen maanden was de gebrokenheid zó zichtbaar. En nu weet ik: mijn vader is op een veel betere plek. Natuurlijk missen wij hem enorm, maar ik denk dat hij nu uit volle borst aan het zingen is. Dat kan gewoon niet anders.
Juist op die heel moeilijke momenten, zoals met mijn vader, ervaar ik zó Gods aanwezigheid. Dat vind ik heel bijzonder. Juist in diepe dalen laat God zichzelf het meest zien. Dan schijnt Zijn licht nóg wat sterker."
Dit artikel hoort bij de campagne
Waar is Jezus?