Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Margje Gambia.

Margje Fikse: 'De seks­in­du­strie in Gambia schokte me'

7 februari 2024 · 15:44

Update: 8 februari 2024 · 06:58

Ik sta op het vliegveld van Gambia. We zijn net klaar met filmen voor de nieuwe serie 'Oasis' met presentator Kefah Allush. Meestal gaan we naar oorden waar we weinig Nederlanders tegenkomen, maar Gambia is een plek waar het wemelt van de Nederlanders.

Dit Afrikaanse land was heel vroeg in de geschiedenis jarenlang een oase voor islamitische handelsreizigers. Daarna voor de Engelsen, en ook voor de Nederlanders die hier hun koloniale aspiraties tentoongespreid hebben. Veel Gambianen zijn in die jaren weggevoerd en als slaven teruggekomen, en nu is het land een oase voor de vakantievierende witte Europeaan. Dat vind ik best moeilijk om te zien, merk ik. Ik voel me beschaamd. Want de voorouders van deze mensen zijn door mijn voorouders weggevoerd. Misschien zijn ze teruggekomen, misschien ook niet, en nu komen wij hier vakantievieren. Dat heeft iets dubbels.

Met Kefah zijn we op zoek gegaan naar het verhaal achter alle verschillende stammen die hier wonen. Wat bindt hen? Wat verdeelt hen? En hoe gaan ze om met al die invloeden van buitenaf? Een van die invloeden schokte me. Die van de seksindustrie. Ik zag hier jonge Gambiaanse jongens op het strand hand in hand lopen met oude witte vrouwen. En jonge Gambiaanse meisjes hand in hand met witte oude mannen. Want sinds jaar en dag is Gambia een soort oase voor witte mannen en vrouwen die op zoek zijn naar de ‘liefde’.

Ik werd er verdrietig van en besprak het met Francis, onze gids. “It is all because of poverty”, zei hij. De armoede drijft deze jonge jongens en meisjes in de armen van witte vrouwen en mannen.

“Misschien is het wel jouw westerse bril”, zei iemand toen ik weer terug was in Nederland. Ik denk terug aan het gesprek dat ik de laatste dag had met een jonge Gambiaanse vrouw. Haar man leefde niet meer, dus ze moest nu alleen voor haar kinderen zorgen. “Niemand hier wil een alleenstaande moeder met drie kinderen”, zei ze. “Ik bid om een man uit Europa die voor mij zorgt. Dat zou een lot uit de loterij zijn.” Toen werd ik wel even stil. Want wat ik zie als vreselijk, is waar zij voor bidt. Ook hier blijkt maar weer: niets is wat het lijkt.

Deel dit artikel: