Margit lijdt na haar heftige bevalling aan PTSS
26 augustus 2021 · 14:07
Update: 15 november 2024 · 11:09
Margit de Puyt (32) werkt als verloskundige in het ziekenhuis als ze zes jaar geleden zelf moet bevallen van haar eerste kindje. Ze staat er relaxt in, ze weet immers wat ze ongeveer kan verwachten. Maar Margits bevalling loopt niet zoals ze hoopt en blijkt een traumatische ervaring voor haar. Als ze terugkomt van zwangerschapsverlof gaat het mis op haar werk. Kort daarna krijgt ze de diagnose PTSS.
“Ik heb tijdens de bevalling echt tegen beter weten in gedacht: ‘Ik ga dood hier. De baby komt dwars door mijn buik heen en niemand luistert naar me’,” vertelt Margit. Het meest traumatische aan de bevalling is voor haar dat ze op een zeker moment niet meer de regie heeft. Er worden beslissingen over haar lijf gemaakt, waar ze niet achter staat.
Weeënopwekkers
De bevalling van Margit begint in eerste instantie rustig. De weeën komen op gang en worden heftiger. Al snel worden de weeën zwaar en ook tussen de weeën door zakt de pijn niet. Margits ontsluiting gaat alleen niet in hetzelfde tempo mee. Inmiddels is ook duidelijk dat haar baby in een kruinligging ligt. Geen ideale houding om geboren te worden. Omdat de weeën zwakker worden en daardoor de ontsluiting niet vordert, wordt besloten om weeënopwekkers in te zetten. “Ik had toen al afschuwelijk veel pijn. Ondanks de pijn en mijn smeekbedes werden de weeënopwekkers toch verhoogd, terwijl ik dat niet wilde. Ik vroeg om een ruggenprik, maar die kreeg ik niet. Ik zat op 8 centimeter ontsluiting en dat kon zomaar 9 of 10 centimeter worden. Uiteindelijk heb ik drie uur lang op 9 centimeter gezeten met heel heftige weeën. Ik heb gesmeekt om een keizersnede. Gezegd dat ik echt niet meer kon, dat ik op was na uren pijn. Ik was alleen nog maar aan het overgeven. Zelfs als de weeën weg waren, had ik nog helse pijn. Ik kon niet meer ontspannen. Er werd steeds gezegd: nog één uurtje proberen. En dat urenlang.”
Ik heb tijdens de bevalling echt gedacht: Ik ga dood hier
Terwijl uiteindelijk toch de operatiekamer klaargemaakt wordt voor een keizersnee krijgt Margit persdrang. Haar dochter wordt kort daarna toch vaginaal geboren. Margit vertelt: “Ik was zo opgelucht dat het achter de rug was. Daarna vertelde iedereen me dat ik blij moest zijn dat het geen keizersnee was geworden en dat ik nu maar lekker moest gaan genieten. Maar ik was niet blij. Ik was boos en ik voelde me niet gehoord.”
Flasbacks
Tijdens een van de eerste diensten na Margits zwangerschapsverlof gaat het mis. Ze begeleidt de bevalling van een vrouw die lichamelijk uitgeput is. “Ze lag te huilen en gillen op bed dat het niet ging. Niemand luisterde naar haar. De gynaecoloog keek naar de monitor en vond de weeën toch nog niet effectief genoeg. De dosering werd opgevoerd, hoe ze ook protesteerde. Toen brak er iets. Ik zag mezelf. Ik lag daar weer in dat bed, in paniek terwijl tegen mijn wil de weeënopwekkers omhoog werden gezet. En nu moest ik deze vrouw hetzelfde aandoen. Ik ben de verloskamer uitgerend en heb daarna geschreeuwd, gehuild. Ik wist niet wat me overkwam, maar het ging niet meer.”
PTSS
Margit meldt zich ziek en gaat in gesprek met een Arboarts. Deze herkent de klachten direct. Ze stelt PTSS vast en verwijst haar door naar een psycholoog die ook EMDR-therapie biedt. Dit helpt Margit enorm en inmiddels kan ze in alles rust over haar bevalling praten.
Zo’n zeven maanden na de geboorte van haar eerste dochter is Margit opnieuw zwanger. Tijdens haar zwangerschap verhuizen Margit en haar man Tobias naar Tsjechië. Bij haar Tsjechische gynaecoloog uit ze haar zorgen over de bevalling gezien haar eerdere ervaring. Ze vertelt: “Er is natuurlijk een taalbarrière, dus ik hoopte maar dat hij echt zou snappen waar mijn angst zat. Maar deze bevalling ging zo anders. Alles ging in overleg. Wil je een tabletje om weeën op te wekken, zullen we de vliezen breken of liever nog even wachten? Wil je in bad of liever in bed blijven? Iedere stap werd met me doorgenomen en ik had de controle, zolang het medisch verantwoord was.”
Mijn bevalling in Tsjechië ging zo anders, alles ging in overleg
Het is haar Tsjechische gynaecoloog die Margit uiteindelijk erkenning geeft voor haar trauma bij de eerste bevalling. Ze vertelt hierover: “Normaalgesproken betaal je in Tsjechië voor een ruggenprik. Toen ik dat wilde doen zei dat gynaecoloog dat mijn ruggenprik op medische indicatie was, gezien mijn geschiedenis en dat ik anders niet goed had kunnen bevallen. Ik voelde me toen echt begrepen.”
Advies voor moeders en medische professionals
Margit adviseert aanstaande moeders om duidelijke afspraken met hun partner te maken: “Spreek af wat je grenzen zijn. Wat je absoluut wel en niet wil. Bedenk desnoods een codewoord. Dat als je dat gebruikt het echt menens is. Stel je er ook op in dat een bevalling anders kan lopen dan je in je hoofd hebt, zodat je niet teleurgesteld raakt.”
Hoewel de moeder zelf grenzen kan aangeven, heeft dit alleen zin als medisch personeel luistert. Margit vertelt: “Zorgverleners willen echt niet zomaar over een grens gaan. Maar een gynaecoloog is gericht op bevallen met zo min mogelijk complicaties. Een natuurlijke bevalling is dan het veiligst. Alleen moet hij daarbij wel goed naar de vrouw luisteren. Kijk hoe ze erbij ligt. Is ze al vanaf het begin in paniek? Gillen is niet altijd pijn, maar soms ook angst. Vraag hoe je de vrouw kunt helpen, wat ze wil dat je doet. Geef opties. Leg uit wat er wel kan, wat er niet kan. Maar beslis niet over haar lijf zonder haar bij de beslissing te betrekken of op z’n minst naar haar te luisteren.”
Gillen is niet altijd pijn, maar soms ook angst
Het belangrijkste vindt Margit verder om moeders geen woorden in de mond te leggen. “Het gebeurt nog regelmatig. Een vrouw is bevallen, een vriendin, verloskundige of kraamhulp zegt dan iets als: ‘wat ging het goed he? De borstvoeding komt goed op gang hoor ik. En wat zie je er goed uit! Fijn voor je dat het geen keizersnee werd.’ Vraag gewoon hoe ze er op terug kijkt, zonder het voor haar in te vullen. Dan krijgt de moeder de kans om te ventileren. Zonder het schuldgevoel dat je maar blij moet zijn, omdat er nu eenmaal een gezond kind is. Ook teleurstelling of boosheid mag er zijn.”
Debbie begeleidt als doula vrouwen tijdens hun bevalling. Lees haar verhaal: 'Samen met het zorgpersoneel heb ik één doel: een positieve ervaring voor de barende vrouw.'