Sluit je aan

Gratis inloggen

Doe je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen op alle sites van de EO.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Erika Kommers.
© Nathalie van der Straten-Folkertsma

'Machiel vraagt of ik doorheb dat ik op de grond lig te schreeuwen'

6 januari 2025 · 16:45

Update: 6 januari 2025 · 17:13

Machiel moet iets ophalen in Lissabon en omdat we een lang weekend vrij zijn, gaan we allemaal mee. Ik heb op internet een leuk huisje gevonden in Cascais, een stadje aan de kust.

Het is een huisje op een manege, met een echte receptie, een koffietentje en – wat mij betreft het beste van alles – op de begane grond. Best een gelukje, want er zijn voornamelijk appartementen op de eerste of hogere verdiepingen te huur. Maar met Simon die overal op onderzoek uitgaat, vind ik iets zonder trap en balustrade prettiger.

Na het doen van een paar boodschappen, til ik Simon op de ene arm en wat boodschappen in de andere en loop naar het huisje. Het enige trapje dat op het parkje te vinden is, zie ik niet goed in het donker en ik mis de onderste trede. Mijn voet klapt dubbel en ik verga van de pijn. Ik weet Simon nog tegen me aan te houden, maar ik val vol op de grond. Au, au, au! Verschrikkelijk wat een pijn, ik kan niet stoppen met schreeuwen. De receptioniste komt eraan rennen en pakt Simon van me over. Machiel komt er ook aan en vraagt of ik wel doorheb dat ik op de grond lig te schreeuwen.

Ik verga van de pijn!

Misschien kan ik beter even gaan zitten, want zo word ik helemaal vies. Maar ik verga echt van de pijn, ik kan niets – alleen maar “au” roepen. De eigenaar is inmiddels ook aan komen rennen en heeft meteen twee krukken in de aanslag. Ik kan echt niet bewegen, zitten gaat niet en antwoord geven al helemaal niet. Simon huilt inmiddels ook heel hard. “Honger!” roep ik naar de receptioniste. Ik weet dat Simon niets heeft, behalve enorme trek. Dus de eigenaar en de receptioniste brengen Simon naar Olivia en Laurens, die tijdens het boodschappen doen in het huisje gebleven waren.

Ik verman mezelf en besluit dat ik me niet zo moet aanstellen. Tanden op elkaar, de pijn valt best mee. Met de krukken strompel ik naar het huisje. Als ik even later op een stoel zit met mijn voet onder de koude douche, zit ik te huilen van de pijn. Later die avond, als Simon slaapt en de eigenaar beloofd heeft een oogje in het zeil te houden, gaan Machiel en ik naar het ziekenhuis.

Twee uur later sta ik weer buiten. Voor ietsje meer dan tweehonderd euro heb ik pijnstillers, de verlossende uitslag dat er niets gebroken is en het advies om zeker een week niet te lopen. Terug op het park is Laurens heel blij dat ik niet in het ziekenhuis hoef te blijven. Olivia heeft andere redenen om opgetogen te zijn. Zij krijgt namelijk die luie vakantie waar ze al langer zin in had, zonder dat eindeloze geslenter van haar moeder in al die stadjes, kerkjes en op pleintjes die bekeken moeten worden. Ik ben vooral heel blij dat we op een park zitten met echte mensen, dat die aardige eigenaar op de kinderen heeft gelet en dat ze ons zo goed hebben geholpen. En natuurlijk mijn voorzienende blik: een gelijkvloers huisje.

Deel dit artikel:

Meest gelezen

Lees ook