Lisa Loeb schreef ‘Bang’ over haar angststoornis
‘Ik dacht dat ik gewoon teveel stress had’
Lisa Loeb is presentator, schrijver en cabaretier. In 2021 won ze de televisiequiz ‘De Slimste Mens’. Deze maand kwam haar boek ‘Bang’ uit, waarin ze openhartig vertelt over haar pestverleden, depressie en angststoornis.
Het boek begint met een omschrijving van de paniekaanval die Lisa kreeg tijdens de finale van ‘De Slimste Mens’: “Ik heb het benauwd. Ben ik raar aan het ademhalen? Volgens mij niet, toch? Ik ben toch niet aan het hyperventileren? Maar ik krijg geen lucht. Ik krijg echt geen lucht. Mijn keel zit dicht. De spieren in mijn nek knijpen mijn keel dichter en dichter. Wat als ik een hartstilstand heb?”
Deze kenmerken klinken allemaal erg fysiek, misschien niet het eerste waar je aan denkt bij een angststoornis. “Daarom heb ik heel lang niet doorgehad dat ik een angststoornis heb,” zegt Lisa. “Ik krijg signalen van mijn lichaam, maar ik word niet bang. Mijn lichaam slaat op hol, het lijkt op een hartaanval. Alle gedachten gaan op zo’n moment over de fysieke sensaties die ik voel.”
Vader
Haar vader heeft ook een depressie gehad, en had veel last van hypochondrie. “Ik was toen acht, dus ik kreeg het alleen in flarden mee. Ik weet vooral dat hij heel lang ziek was, maar dat we niet wisten wat er aan de hand was. Hij zat soms huilend op de bank omdat hij bang was dat hij kanker had. Dan hoorde ik hem bellen met een arts en zeggen: ‘Het kan toch niet dat ik niets heb?’. Als kind is het niet te begrijpen dat je grote, stoere vader ineens zo mager en huilend op de bank zit. Dat was twintig jaar voordat ik zelf depressief werd, en in die periode werd er nog minder over gepraat dan nu. Ik snapte helemaal niet wat een depressie inhield.”
‘Je kan je er niet even overheen zetten’
Toen ze zelf gediagnosticeerd werd met een depressie begreep Lisa dat opeens maar al te goed. “Het was heel fijn om daar met mijn vader over te kunnen praten. Hij ving me altijd op na therapie, dan gingen we samen ergens een broodje eten. Mijn leven bestond heel lang uit één keer per week naar therapie gaan, alles was daaromheen ingericht. Daar hebben we samen veel over gepraat. Het is moeilijk om aan mensen uit te leggen hoe echt de angst en paniek voelen als je een paniekaanval hebt en hoe ingewikkeld het is om überhaupt de dag door te komen of je tanden te poetsen wanneer je een depressie hebt. Dan is het fijn dat iemand die zo dicht bij je staat precies begrijpt wat je bedoelt. Vroeger vond ik het best lastig als mijn vader een depressieve periode had, dan dacht ik: kom op, we zijn nu op vakantie, kun je niet één dag proberen om leuk mee te doen? Nu snap ik dat het geen kwestie van proberen is. Je kan je er niet even overheen zetten. Ik schaam me ervoor dat ik toen zulke harde gedachten had.”
Herinneringen
Vanaf het moment dat Lisa gediagnosticeerd werd met een angststoornis en een depressie is ze daar open over geweest. Zo maakte ze een theatervoorstelling met het thema ‘angst’. Toch bleek het schrijven van een boek nog weer andere koek. “Het was intenser dan ik van tevoren had gedacht. Misschien had ik het een beetje onderschat, omdat praten over mijn angststoornis niet heel moeilijk voor me is. Voor dit boek ben ik echt weer terug gegaan in mijn herinneringen, en heb ik ze allemaal weer naar boven gehaald. Je vergeet ook veel uit een soort zelfbescherming. Als ik schreef over mijn depressie, en de klachten die ik toen had, kreeg ik ook echt weer dezelfde hoofdpijn en misselijkheid. Het was een pittig proces, maar het werkt ook helend.”
Pesten
Het ophalen van alle herinneringen zette Lisa ook opnieuw stil bij haar pestverleden. “Dat het heftig was wist ik natuurlijk wel, maar als ik zo op een rijtje zet wat er allemaal gebeurd is, besef ik het weer extra goed. Zeker dat mijn lerares meedeed met pesten is echt bizar. zo gaf ze me vaak straf terwijl ik niks gedaan had en heeft ze me zelfs een keer opgesloten in het lokaal tijdens de grote pauze.Hoe kun je zo’n hekel hebben aan een kind van zes, zeven jaar? Het is niet zo dat ik de etter van de klas was. In het boek heb ik zelfs nog dingen weggelaten, anders werd het te lang, maar ik had een boek vol kunnen schrijven met anekdotes over die juf. Ik kreeg veel berichten van mensen die dit ook hadden meegemaakt, die zeiden: ‘Bij mij was het meester Hans in groep zeven’. Dat kinderen je pesten vind ik tot daar aan toe, ze weten misschien niet altijd beter,maar volwassenen horen je te beschermen.”
‘Ik blijf het spannend vinden om hierover te vertellen’
De kinderen die haar pestten, noemden haar vaak ‘dik’ of ‘varken’. Dat heeft later zelfs geresulteerd in een eetstoornis, boulimia. Ze draagt de woorden nog altijd met zich mee. “Het stomme is dat ik, hoewel ik heel trots op mezelf ben, nog altijd issues heb met mijn lichaam. Ik laat me er niet meer zo door beïnvloeden. Vroeger zat ik vaak thuis, omdat ik bang was om buiten de deur te eten. Dat is niet meer zo, maar als ik een mooie jurk aantrek voor mijn boekpresentatie, kijk ik toch nog even of mijn buik niet te dik is. Bij andere mensen zou ik dat nooit denken, maar bij mezelf wel, zo erg heb ik de woorden van de pesters geïnternaliseerd. Ik vind het ook nog altijd moeilijk om over te praten, terwijl ik over mijn angststoornis heel open ben. Maar dit vertellen blijft spannend en kwetsbaar. Ik doe het toch, dat vind ik belangrijk, omdat ik denk dat heel veel vrouwen hier last van hebben. Het hoort zo bij de beeldcultuur. In mijn jeugd spiegelde ik me aan actrices en modellen die ik op tv zag of in bladen, maar door sociale media lijkt het wel alsof iedereen een perfect lichaam heeft. Op instagram zie je bij wijze van spreken zelfs je buurmeisje met een sixpack. Dat speelt denk ik bij heel veel mensen.”
Nu durft Lisa zich uit te spreken, maar dat was vroeger wel anders. “Ik was me de hele tijd aan het aanpassen, omdat ik niet wilde dat mensen me zouden verlaten. Het pesten heeft er wel echt ingehakt en een kras op mijn ziel achtergelaten. Ik kon er toen niet de vinger op leggen wat ik fout deed, dus ging ik me maar op allerlei manieren aanpassen. Na mijn depressie ben ik meer voor mezelf op gaan komen en gaan zeggen wat ik vind. Ik ben toen al door zo’n diep dal gegaan. Als één of andere Richard uit Culemborg op Twitter het nu stom vindt wat ik zeg, doet me dat niet zoveel meer. Eerder ging ik zo aan mezelf voorbij dat ik er letterlijk ziek van werd. Dat wil ik niet meer. Ik doe geen dingen ten koste van anderen, maar ik geef wel goed mijn grenzen aan, en ik heb inmiddels mensen om me heen verzameld waarbij dat kan.”
Herkenning
Deze maand kwam haar boek uit, een spannend moment, maar de eerste reacties waren positief. “Dat was een geruststelling, ik ben van origine cabaretier en geen literaire auteur. Vrijdag zat ik bij Jinek, dus mijn uitgever had gezorgd dat mijn boek vanaf dat moment in de winkel lag. Het weekend daarna kreeg ik driehonderd berichten op Instagram van mensen die het boek wilden gaan lezen of zelfs al in één ruk hadden uitgelezen. Ik kreeg reacties als: ‘Ik moest huilen, want je vertelt mijn verhaal’, of ‘Ik snap nu zoveel beter wat een angststoornis is’. Dat mensen de moeite nemen om mij een bericht te sturen vind ik heel bijzonder. Voor mij biedt het ook troost om te horen dat mensen dezelfde klachten hebben als ik, het werkt twee kanten op.”
‘Ook met een angststoornis kan je lachen, en lachen om jezelf’
Haar doel met ‘Bang’ is herkenning creëren voor mensen die zelf een angststoornis of depressie hebben en inzicht geven aan mensen voor wie dat niet het geval is. “Het kan heel eenzaam zijn als je klachten hebt die allemaal in je hoofd zitten. Dan denk je: ik ben de enige die dit heeft, ik ben gek. Voordat ik een depressie kreeg, kon ik me niet voorstellen dat je niet uit je bed kon komen. Ik denk ook dat veel mensen een heel clichématig beeld hebben van een depressie. Voor ik de diagnose kreeg, dacht ik zelf ook dat ik gewoon te veel stress had. Als je als jonge, ambitieuze vrouw met stressklachten bij de huisarts komt, wordt al snel gedacht aan een burn-out. Zo werd ik eerst ook behandeld, maar daardoor werd het alleen maar erger, daarom is de juiste diagnose zo belangrijk. Als ik toen iemand had gezien zoals ik, die het ook had, had ik daar misschien herkenning in gevonden en eerder geweten wat het was.”
De thema’s waar Lisa over schrijft zijn zwaar, maar er zit ook veel humor en zelfspot in haar boek. “Ik wil niet dat mensen bang zijn dat ze alleen maar gaan huilen als ze het lezen. Humor is voor mij altijd een manier geweest om om te gaan met moeilijke dingen, of dat nu het pesten was of de ziekte van mijn vader. En het geeft wat verlichting om, ook als je een angststoornis hebt, nog wel een beetje te lachen en ook te lachen om jezelf.” Met haar humor én haar openheid hoopt ze te zorgen dat mensen zich gezien voelen of meer inzicht krijgen in het leven met een angststoornis. “Elke keer dat ik een podium krijg, hoop ik dat ik dat kan inzetten om de wereld een klein stukje mooier te maken.”
Geschreven door
Lonneke Tijhof