Kristel Doreleijers: ‘Taal is een prachtige spiegel van de samenleving’
vandaag · 08:24
Update: vandaag · 14:15
Erger jij je groen en geel als je anderen ‘die meisje’ of ‘groter als’ hoort zeggen, of typische jeugdtermen als ‘skibidi’, ‘skeer’ en ‘bruh’? Hou je vast: taalkundige Kristel Doreleijers (31) kan er juist mateloos van genieten. “Taal verloedert niet, maar verandert wel constant.”
Het scheelde weinig of de Brabantse Kristel was topzwemster geworden. Jarenlang stond ze dagelijks om 5.00 uur op om keihard te trainen. Op haar 18e verbeterde ze het Nederlands record voor 18-jarigen op de 200 meter schoolslag. Twee jaar later werd ze nationaal kampioen op diezelfde afstand. “Op mijn 23e kreeg ik last van een hardnekkige blessure, waarna ik me fulltime op mijn studie besloot te richten.”
Mijn favoriete woord komt uit het Brabants
Op de universiteit bleek de Eindhovense al net zo’n uitblinker als in het zwembad. Drie keer verdiende ze het predicaat cum laude: met lof (zie kader).
Heb jij als taalkundige een lievelingswoord?
Na een korte stilte: “Mijn favoriete woord komt uit het Brabants. Voor mijn promotieonderzoek heb ik het Brabants onder de loep genomen, omdat mijn wortels – zoals je al aan mijn zachte G kunt horen – in Brabant liggen en het een deel is van mijn identiteit. Ik gebruik het altijd als ik afscheid neem, waar ik ook ben: houdoe. Een typisch Brabantse afscheidsgroet. Het betekent eigenlijk ‘hou je…’, en daar kun je zelf iets bij bedenken: hou je goed, of hou je taai. Het is een positief woord én je kunt er meteen aan horen waar je vandaan komt.”
Als je desalniettemin zegt, gaat je tong alle kanten op
Als het om een ‘echt Nederlands’ woord gaat, heeft ze ook een favoriet: desalniettemin. “Ik ben niet de enige, ontdekte ik. Uit onderzoek van het tijdschrift Onze Taal bleek dat veel Nederlanders dit een mooi woord vinden, of zelfs het mooiste.”
Bijzonder, want het is best een formeel woord.
“Ik denk dat het aantrekkelijk is omdat je er met je tong veel verschillende bewegingen voor moet maken om het uit te spreken. Probeer het maar eens: je tong gaat alle kanten op. Zelf zou ik het trouwens eerder gebruiken in een geschreven tekst dan bij het spreken.”
Je wijdde er een jarenlange studie aan, en verdient je brood er nu mee: wat fascineert jou zo aan taal?
“Van jongs af aan houd ik al van taal: mooie zinnen formuleren, goede grammatica, creatief schrijven. Dat is wat ik de vorm noem. Op de universiteit kreeg ik daarnaast oog voor de inhoudelijke kant: hoe zit onze moedertaal als systeem in elkaar? Hoe wordt ze door andere talen beïnvloed? Hoe werkt taalverwerving? En: hoe zit het met meertaligheid? Juist omdat er zo veel variatie is en omdat taal steeds weer verandert, is het een onderwerp dat me – ook wetenschappelijk gezien – mateloos boeit.”
Vroeger spraken we over Algemeen Beschaafd Nederlands: ABN. Die term is inmiddels losgelaten?
“Inderdaad. We spreken nu van Standaardnederlands, of de standaardtaal. Het woordje ‘beschaafd’ suggereert dat andere taal, zoals dialecten, onbeschaafd zou zijn. Het is een hardnekkig misverstand dat je taal maar op één manier goed kunt gebruiken.”
Heftige emoties
Discussies over taal roepen soms nogal heftige emoties op: daar weet Kristel alles van. “Als taalwetenschapper vind ik dat een heel interessant gegeven. Neem de standaardtaal. Daarvan is heel duidelijk wat de regels zijn. Die leer je, soms met pijn en moeite, op school. Of je kijkt in het beroemde Groene Boekje wat de officiële spelling is. Wat is juist: ‘pannekoek’ of ‘pannenkoek’? ‘Groter als’ of ‘groter dan’? ‘Een meisje dat’ of ‘een meisje die’? Wie regels belangrijk vindt, zal anderen eerder corrigeren. Het schuurt als taalnorm en -praktijk botsen. Veel mensen hebben op dit punt een sterk gevoel van goed en fout.”
Hoe komt dat?
“Dit lijkt inherent aan taal en taalgebruikers. Taalgebruik heeft te maken met je identiteit. Dus komt iemand in jouw beleving aan jouw taal, dan komt hij of zij daarmee óók aan jouw identiteit. Of je de regels nu op school leert, of – in het geval van dialecten – van huis uit meekrijgt: mensen hechten aan een houvast in taal.”
Taalverloedering
“Die verwevenheid van taal en identiteit is natuurlijk heel mooi”, vervolgt Kristel. “Alleen: op het moment dat taal daar te veel van gaat afwijken, voelen mensen zich niet meer thuis in die taal van de ander. Dat roept emoties op.”
Vooral ouderen in Nederland mopperen nog weleens over taalverloedering. Kan taal inderdaad ‘verloederen’?
“Taalverloedering vind ik een heel moeilijk, en tegelijk ook wel een grappig woord. Het is inderdaad voor velen een zorg. Dat merk ik ook als ik lezingen geef voor een breed publiek. Als taalonderzoeker sta ik neutraal in die soms verhitte discussie. Maar daarvoor heb ik wel moeten leren mijn eigen gevoel te parkeren. Toen ik van de middelbare school kwam, vond ik het ook belangrijk dat ik geen ‘fouten’ maakte in mijn Nederlands, en de regels van de standaardtaal respecteerde. Tegelijkertijd weet ik, ook vanuit mijn eigen onderzoek, dat heel veel van ons dagelijkse taalgebruik zich daar niks van aantrekt.”
Waarom niet?
“Juist omdat het régels zijn, geen wetmatigheden. Die officiële regels gelden alleen in het onderwijs, bij examens en bij de overheid. Daarbuiten zijn de spellingregels niet verplicht, alleen een richtlijn. Over grammatica, uitspraak of woordkeuze zegt de wet niets. Er is bijvoorbeeld nergens formeel vastgelegd dat ‘groter als’ fout is en alleen ‘groter dan’ goed.”
Regels zijn er toch niet voor niets?
“Ze zijn wel degelijk belangrijk, maar in de praktijk is er gewoon heel veel variatie. Die probeer ik te verklaren. Als mensen eenmaal begrijpen dat de standaardtaal slechts één mogelijke taalvorm is, naast andere, kunnen ze ook het grotere plaatje overzien én hopelijk waardering krijgen voor al die taalvariatie. Taal verloedert niet, maar verandert wel constant. Daar kun je je ook niet echt tegen verzetten.”
Taal verandert onherroepelijk?
“Precies. Contact, interactie, is de belangrijkste factor wat betreft verandering en taalvariatie. In de middeleeuwen en later, toen we handelscontacten hadden met andere volken, gingen talen zich vermengen. Omdat je met anderstaligen in contact komt, ga je automatisch dingen overnemen. Nu is dat taalcontact in een stroomversnelling geraakt, door digitalisering, migratie en globalisering. Daardoor vind je heel veel anderstalige invloeden in het Nederlands. Vroeger is het Nederlands beïnvloed door het Latijn, het Duits en het Frans. Tegenwoordig vooral door het Engels.”
Veel ouderen storen zich er mateloos aan dat Engelse woorden overal opduiken.
“Dat herken ik. Sommigen vragen zich zelfs af: spreken we over een tijdje nog wel Nederlands? Een interessante discussie, waar ik als taalwetenschapper graag een bijdrage aan lever. Op basis van de geschiedenis kun je mensen geruststellen.”
In welke zin?
“Zo’n vaart zal het echt niet lopen – alsof een taal zomaar verdwijnt.”
Jongerentaal
“Een ander belangrijk punt voor mij”, zegt ze, “is dat er nog zoveel meer is dan Nederlands en Engels. Er zijn óók dialecten, die ik als cultureel erfgoed beschouw. Daarnaast is er de jongerentaal. En we hebben in Nederland bijvoorbeeld ook te maken met de thuistaal van migranten, die voor hen verweven is met hun cultuur. Afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen komt er vroeg of laat meer invloed van de ene of van de andere taal. Ook dat is iets van alle tijden. Neem jongerentaal. Tieners gebruiken tegenwoordig veel Engels, maar vooral als een stijlmiddel. Ze communiceren gewoon Nederlands, en mixen daar Engelse woorden doorheen. Dat vind ik ook wel weer heel knap.”
Knap?
“Ja, je moet het maar kunnen! Repertoire vind ik altijd een mooi woord hiervoor: ze maken gebruik van verschillende talen. Om die creatief te kunnen vermengen, moet je taalgebruik lenig zijn.”
Tig ouderen storen zich aan al die ‘gekke’ woorden uit tienermonden, zoals ‘akward’, ‘skibidi’, ‘skeer’, ‘bruh’, ‘sigma’ en ‘slay’. Jij niet?
Lachend: “Nee, ik geniet er juist van! Als ik zo’n woord vaak hoor, denk ik: waar komt het vandaan? Hoe verspreidt het zich? Wat betekent het? Hoe gebruiken jongeren dit soort woorden? En waarom? Omdat ik zelf onderzoek doe naar jongerentaal, vind ik het belangrijk om met hen in contact te komen.
Zelfs als je 31 bent, loop je zomaar achter de feiten aan
Ik geef bijvoorbeeld workshops taalkunde op middelbare scholen, en ik heb de website Profielwerkstuktaalkunde.nl gelanceerd, voor jongeren die een werkstuk over taalkunde willen maken. Via die site onderhoud ik ook contacten met hen. En ik volg natuurlijk de social media. Op allerlei manieren pik ik zo taaltrends op. Zelfs als je 31 bent, loop je zomaar achter de feiten aan.”
Waarom kun jij er wél van genieten?
“Omdat taal – ook jongerentaal – altijd een spiegel is van de samenleving. Met dat de maatschappij verandert, verandert de taal. We zien bijvoorbeeld hoe bepaalde woorden dankzij influencers, artiesten, of populaire voetballers viraal gaan. Taal is een prachtig venster op de samenleving. Het laat zien hoe de maatschappij in elkaar zit en wat er aan het veranderen is.”
Als je één ‘taaladvies’ mocht geven aan iedereen die dit leest, wat zou je dan zeggen?
Kristel denkt even na. “Probeer je wat vaker te verwonderen over taal. Want het is toch wel heel bijzonder dat we onszelf kunnen uitdrukken via taal, en dat er ook zo veel variaties in zitten. We spreken allemaal Nederlands, maar elk van ons met subtiele verschillen en nuances. Onze taal weerspiegelt de samenleving en haar invloeden. Geen reden tot ergernis of zorg, maar tot verwondering. Houdoe!”
Over Kristel Doreleijers
Kristeldoreleijers.nl
Meest gelezen
- Maaike Martens verloor ‘Wie is de Mol?’: ‘Ik was vereerd dat mensen op mij zaten’
Wil je zien
Maaike Martens verloor ‘Wie is de Mol?’: ‘Ik was vereerd dat mensen op mij zaten’
- Gerdine Blom uit 'Een huis vol' is zwanger van negende kindje
'We zijn dankbaar en heel benieuwd'
Gerdine Blom uit 'Een huis vol' is zwanger van negende kindje
- Michelle kreeg kanker én een terugval in een eetstoornis: ‘Dan heb je het ene overleefd en rol je in het andere’
Persoonlijk verhaal
Michelle kreeg kanker én een terugval in een eetstoornis: ‘Dan heb je het ene overleefd en rol je in het andere’
Lees ook
- Mirjams dochter Livia heeft downsyndroom: ‘Wie zijn wij om te bepalen welk leven waardevol is en welk niet?’
Actueel
Mirjams dochter Livia heeft downsyndroom: ‘Wie zijn wij om te bepalen welk leven waardevol is en welk niet?’
- Vragen zonder filter in een nieuw seizoen 'Een buitengewoon gesprek'
Gasten zijn onder andere Hanneke Groenteman, Rico Verhoeven en Jandino Asporaat
Vragen zonder filter in een nieuw seizoen 'Een buitengewoon gesprek'
- Column Tijs: 'Gelovigen kunnen niet zonder een eeltlaagje op hun ziel'
Tijs over de uitspraken van Mona Keijzer
Column Tijs: 'Gelovigen kunnen niet zonder een eeltlaagje op hun ziel'