Kerst: op zoek naar een kraamcadeau voor baby Jezus
20 december 2024 · 14:44
Update: 20 december 2024 · 14:45
Terwijl heel Nederland kerstinkopen doet, gaat redacteur Pieter-Jan Rodenburg op zoek naar een cadeautje voor het Kerstkind. Maar dat blijkt eigenlijk helemaal niet zo’n goed idee.
Het is behoorlijk koud, maar toch breekt het zweet me uit. Ik sta tussen prachtige, propvolle, glimmende etalages, heb heel Utrecht rondgezworven, maar het gigantische, gouden cadeaupak dat ik bij me heb, is nog steeds helemaal leeg en de winkels gaan bijna sluiten. Mijn hoofd tolt van de adviezen, suggesties en mogelijkheden. Wat kan ik kopen voor een koning? Gaat het me nog lukken deze cadeauverpakking te vullen?
Drie hedendaagse wijzen
Hoe ik hier kom? Dat verhaal begint dik tweeduizend jaar geleden bij de wijzen (of koningen of magiërs, net welke Bijbelvertaling je leest). Zij namen goud, wierook en mirre mee voor de pasgeboren vorst Jezus. Een inspirerend verhaal, vind ik, dus besluit ik hun voorbeeld te vertalen naar vandaag. Ik ga op zoek naar een hedendaags kraamcadeau voor Jezus. Wat zou ik voor Hem kunnen vinden in de Utrechtse binnenstad? Drie hedendaagse wijzen helpen me met het maken van een verantwoorde keus. Zo begin ik, vol goede moed en met een bijzonder grote, lege, in goud verpakte doos. Wat ik ook voor de Koning koop, hier moet het zeker in passen.
- Speel nu
Vind jij de 15 cadeaus in het kerstverhaal?
Speel onze speciale kerstgame op eo.nl/kerst! Verzamel binnen de tijd alle cadeaus en laat je verrassen door het grootste kerstcadeau ooit.
Bontjasje
Zelfs op deze frisse dinsdagavond is het druk in het centrum van Utrecht. De winkels zijn volop in kerstsfeer en de terrasjes zitten vol, dankzij de hittelampen (wat is dat toch met Nederlanders die zelfs in de winter buiten willen zitten?). Als ik ergens moet slagen bij het kopen van een passend kerstcadeau, is het hier.
Jasmijn draagt een vrolijke kerstmuts-haarband en overhandigt mij direct een bijpassende rendiervariant. Zij weet wel wat ze voor baby Jezus zou kopen: “Een lekker warm dekentje, in deze koude dagen.” Daar is de in vrolijk paars geklede Rina het helemaal mee eens: “Het is hier koud, dus een bontjasje komt vast van pas.” Waar we de pasgeboren Koning kunnen vinden, weet ze niet. “In een kerk, gok ik. Niet hier, hier is veel te veel glitter en glamour. Dat past niet bij Jezus.”
Persoonlijke liefde en moeite
Kleertjes dus. Of een dekentje. Maar die moeten natuurlijk wel een beetje verantwoord zijn. In deze tijden van overconsumptie, klimaatproblemen en uitbuiting móét het lukken een presentje te vinden dat past bij de rechtvaardige en liefdevolle Schepper van de aarde. Daarvoor ga ik te rade bij mijn eerste wijze: een kledingexpert. “Als je écht iets duurzaams wilt, kun je het beste iets doorgeven wat je al hebt”, adviseert Christine van Dorp me. Als specialist duurzame kleding werkte ze voor grote kledingmerken – waaronder Zeeman – en weet ze het fijne van de herkomst van stoffen en kledingstukken. “Geef iets wat al een leven achter zich heeft, wat een verhaal met zich meedraagt. Iets wat bijvoorbeeld al lang in de familie meegaat. Dan is het helemaal niet erg als het gebruikerssporen heeft; daar kun je met creativiteit en leuke technieken iets heel moois van maken. Door gaatjes te repareren, bijvoorbeeld met een oud lapje stof. Wat is er dierbaarder dan een cadeau waar je persoonlijke liefde en moeite in hebt gestoken?”
Geef iets door wat je al hebt
Sta ik daar in het shopwalhalla van de Utrechtse binnenstad. Winkels lonken, reclames lokken, etalages kietelen mijn shophonger. “Als je iets nodig hebt, ga je bijna automatisch shoppen. Zo zitten we nu eenmaal in elkaar. Maar dat hoeft in de meeste gevallen niet. Kijk eerst eens naar wat je in de kast hebt liggen.”
Oersterk
En als je dan – zoals in mijn geval – tóch besluit de winkelstraat in te gaan? Christine geeft een paar kleding-vuistregels. “Geen kersttrui natuurlijk, die je één keer per jaar aandoet en verder in de kast hebt. Tweedehands is altijd beter. Het liefst lokaal tweedehands, en dat is volop te vinden. Kijk naar kringloopwinkels, vintagekledingwinkels of bijvoorbeeld ruilbeurzen.” Oké, helder. Maar wat als ik tóch zo’n verleidelijke kledingwinkel wil bezoeken? “Ga voor mooie, natuurlijke materialen, het liefst ongeverfd en het liefst biologisch. Een wollen dekentje of rompertje bijvoorbeeld, of iets van linnen: oersterk en met een heel lage milieu-impact. Katoen kan ook, maar dat heeft een vrij vervuilend maakproces. Dat geldt helemaal voor verven. Over het algemeen geldt: hoe donkerder, hoe meer verf er nodig is. Dus koop vooral geen zwart.”
Sta ik hier, in mijn zwarte, kerstachtige trui tussen de glimmende kledingzaken. In mijn gedachten galmen de adviezen van Christine. Glitters zijn niets meer dan glimmende microplastics, die wil je niet in de voederbak. Fleece is ook plastic, dat z’n microsporen achterlaat. Voor mij is het duidelijk: babykleding komt in ieder geval niet in het giga-pak. Eens kijken wat dan wel.
Geef Hem een kerstliedje!
De Friese Tjitske en Geertje besteden een dagje in Utrecht. Ze moeten lang nadenken over een cadeau-idee. Maar als ze hoort dat het budget ongelimiteerd is, weet Tjitske het wel: “Wijsheid, gezondheid en veel geluk. Want materiële zaken zijn niet zo belangrijk, het gaat om hoe je met mensen omgaat.” Geertje knikt instemmend: “Een vredige wereld, met lieve mensen om je heen.” Een andere voorbijganger raadt me aan: “Geef Hem een kerstliedje! Niets mooiers dan zingen!”
Dat is natuurlijk allemaal wel mooi en leuk, maar ik kan als hedendaagse kraambezoeker uit het Westen toch niet met lege handen bij de pasgeboren Koning van hemel en aarde aankomen? Wellicht moet ik gewoon hetzelfde doen als mijn illustere voorgangers en goud, wierook en mirre kopen. Ik stap al bijna een juwelier binnen als ik bedenk dat ook hiervoor geldt: kan ik dit een beetje schepping-vriendelijk aanschaffen? Voor een goed advies bel ik met mijn tweede wijze: Alfred Slomp. Onder de titel ‘God in de supermarkt’ geeft hij workshops over bewust boodschappen doen, hij is co-host van de eigenwijze, vrolijke podcast Groene Mafkezen en in zijn boek Wat je wél kunt doen! laat hij aanstekelijk zien dat je in het klein kunt bijdragen aan een betere wereld. Als iemand me kan helpen, moet hij het zijn. “Je stelt een prachtige vraag”, vindt hij. “Want een cadeau voor de Koning mag best wat moeite kosten. Daarvoor ga je niet even snel langs de Action.” Hij legt uit: “De spullen die we kopen, hebben de grootste impact op het milieu. Meer nog dan ons reisgedrag en de keuze voor eten.” Wees dus terughoudend in het kopen van cadeautjes, raadt hij me aan.
Goud is een no-go
Maar goed, ik sta hier op de drempel van de juwelier en ik wil wél een cadeau kopen. Kan hij me advies geven? Alfred geeft me een handige vuistregel: komt iets uit een ontwikkelingsland en kost het maken ervan veel fysieke arbeid, dan kun je ervan uitgaan dat er moderne slavernij of op z’n minst uitbuiting aan ten grondslag ligt. “Goud is dus een no-go. Het komt vrijwel altijd uit ontwikkelingslanden en het delven en bewerken kost veel arbeid. Je kunt gerecycled of eerlijk goud met een keurmerk kopen, maar anders weet je dat er mensen voor misbruikt zijn die vastzitten in een verdorven systeem. En ik neem aan dat je de Koning geen cadeau wilt geven waar zijn onderdanen voor vermorzeld zijn.”
Goud is een no-go
Ik sta in de schaduw van de Utrechtse Dom en kijk om me heen. Drie juweliers zie ik, maar de aandrang om naar binnen te gaan, is helemaal verdwenen. Hoe kan ik met deze kennis in mijn achterhoofd nog met een beetje genoegen goud shoppen? Alfred: “Ik ervaar juist een enorme vreugde sinds ik bewuster ben gaan winkelen. Als ik iets koop, weet ik dat er een mooi verhaal achter zit, waar ik vol plezier over kan vertellen aan de ontvanger van het cadeau. Wat kan er meer voldoening geven?”
Kom snel terug
Geen goud dus. Ik draai me om, weg van de juwelier, en besluit maar weer aan een voorbijganger advies te vragen. Alicia Walter is met haar grote bontmuts, gebreide jas en stralende lach de vleesgeworden kerstsfeer. Wat zou zij kopen voor de pasgeboren Koning? “Wat een moeilijke vraag! Ik denk automatisch aan iets materieels, maar wat je aan Jezus geeft, is denk ik veel dieper. Liefde. Aanwezigheid. Elkaar écht zien. Dat zijn cadeaus die bij Jezus passen. Het cadeau zit in jou, niet in het pakket.” Jonathan – lang, in het zwart gekleed – krabbelt even aan zijn kale hoofd als hij de vraag krijgt. “Ik zou Hem een vraag geven. Kom snel terug. Dat was immers ooit zijn belofte. Het lijkt erop dat we Hem heel hard nodig hebben.”
Kinderarbeid en ontbossing
Lekker is dat. Loop ik me in het zweet te shoppen, op zoek naar een mooi kerstcadeau, blijkt dat ik misschien wel op het verkeerde spoor zit. Maar zo makkelijk geef ik het niet op. “Koop iets wat op kan gaan, iets waar je tijdelijk plezier van hebt. Chocola of koffie bijvoorbeeld”, raadde Alfred mij nog aan. Even verderop zie ik een chocolatier. Wellicht niet iets voor de kleine baby, maar moeder Maria en stiefvader Jozef doe ik er ongetwijfeld een plezier mee.
Kinderarbeid, ontbossing en uitgebuite boeren
Opnieuw is de vraag: hoe koop ik met een gerust geweten Koningswaardige chocola? Daarvoor moet ik bij wijze nummer drie zijn: Antonie Fountain, internationaal een van de meest vooraanstaande experts op het gebied van eerlijke koffie en chocola. Hij heeft meteen goed nieuws voor me: “Hoe beter de chocola en de koffie is, hoe groter de kans dat de grondstoffen een eerlijke en goede oorsprong hebben.” Hij legt me uit hoe ingewikkeld het is misstanden aan te pakken. “Kinderarbeid, ontbossing en uitgebuite boeren zijn de drie grote issues. Die worden in stand gehouden door grote bedrijven, die te weinig betalen aan de boeren. En omdat we gewend zijn aan goedkope chocola en koffie uit de supermarkt, houden we dat systeem in stand. Maar je kunt er als consument heel eenvoudig iets aan doen, door jezelf drie vragen te stellen: Worden de boeren eerlijk betaald? Weet je waar de cacao vandaan komt en is dat ontbossingsvrij? En is de producent eerlijk over kinderarbeid en doen ze er iets aan? Over het algemeen geldt de vuistregel: speciaalwinkels – zowel chocolatiers als koffiezaken – weten heel goed waar hun ingrediënten vandaan komen en letten op die drie zaken.” En is er een manier om met een goed geweten wel supermarktchocola te kopen? “Kijk naar het Open Chain-symbool van Tony Chocolonely. Die chocola is gemaakt van zo eerlijk mogelijk gekochte cacaobonen. Het is niet perfect, maar een grote stap in de goede richting.”
Wonderlijke chocolade-items
Vol goede moed loop ik dus de chocoladewinkel binnen. Het is niet alleen heerlijk warm, maar de geur van cacao vrolijkt mijn ontmoedigde shophartje weer een beetje op. Wonderlijke chocolade-items kijken me aan in alle vormen en maten. Mijn oog valt op een goud gespoten, levensgrote pump van chocola. Is dat iets voor Maria? Helaas. Als ik de dame achter de kassa vraag waar hun cacao vandaan komt, kijkt ze me aan alsof ze water ziet branden. Ze heeft geen idee en ik druip ontmoedigd af. Geen gouden chocoladepump voor Maria dit jaar.
In de doos
Moeder Ina en dochter Emma komen net uit een restaurantje lopen als ik ze aanschiet voor een cadeau-idee. “Vrede”, antwoordt Ina op de vraag wat zij aan Jezus zou geven. “Dat is lastig in een pakket te krijgen, maar wel waar de wereld behoefte aan heeft. Als iedereen in Nederland één persoon in zijn of haar omgeving zou helpen, zou de wereld er zóveel beter aan toe zijn.” Dochter knikt instemmend. Ik knik braaf mee, maar met vrede krijg ik mijn pak niet vol.
Zo komt het dat ik in de kou met een lege, gouden cadeauverpakking tussen de winkels sta. Vertwijfeld vraag ik me af of ik er überhaupt iets in móét stoppen. Een vrolijke lach haalt me uit mijn concentratie. “Mag ik in dat pakket?” vraagt een opgewekte jongeman in motorjack me. Op het vizier van zijn helm staat de tekst ‘saved by grace’. De eigenaar van die helm – Aron – hoeft niet lang na te denken over de vraag wat hij baby Jezus zou geven. “Het is misschien een heel cheesy antwoord, maar het enige wat Hij verlangt, is dat we onszelf geven.” En waar we Jezus kunnen vinden? Hij klopt op z’n hart. “Gewoon hier. Hij woont in ons. En Hij is overal te vinden, zolang je maar zoekt.”
Leeg pakket
Ik betrap mezelf op een brede grijns. Die komt niet alleen door Arons vrolijke lach (en zijn halsbrekende toeren om de gouden doos in te klimmen). Het komt ook doordat ik ineens heel goed kan leven met een leeg cadeaupakket. Want Aron heeft gelijk: op kraambezoek bij Jezus hoef ik niks meer mee te brengen dan mezelf. En ik hoef dat gigantische pakket niet eens mee te zeulen. Ik kijk nog even naar de sfeervol verlichte etalages en de gevulde terrassen, en kijk dan even naar boven. Mijn kerstinkopen zijn geslaagd.