Kefah Allush: 'Sinds 7 oktober heb ik elke dag een knoop in mijn maag'
2 oktober 2024 · 09:00
Update: 2 oktober 2024 · 12:54
Dat na de aanval van Hamas op Israël niets meer hetzelfde is, kan EO-presentator Kefah Allush als geen ander beamen. Hij is geboren in Palestina en heeft er later nog een jaar gewoond. Visie spreekt hem een jaar na de aanslagen van 7 oktober 2023. “Toen ik het nieuws hoorde, zag ik de bui meteen al hangen: de wereld zou in brand gaan staan.”
“Toen ik die zaterdag hoorde van de aanval van Hamas, was ik totaal verbijsterd. Ik wist meteen: dit gaat vreselijk uit de hand lopen. Zo’n gedachte komt op als een soort reflex als je daar vandaan komt.”
Kefah is geboren in de Palestijnse stad Nablus en groeide op in Vlaardingen. Toen hij een jaar of 7 was, ging hij met zijn moeder terug naar zijn geboorteland en woonde daar een jaar. “Elke dag zag ik soldaten over straat lopen die de stad bezetten. Er werd constant geschoten en als klein jongetje kreeg ik klappen van volwassen mannen.” De herinneringen staan vers in Kefahs geheugen. “Van onrust en oorlog was daar elke dag sprake, maar zo'n aanval als die van 7 oktober was van Palestijnse kant nog nooit eerder vertoond. Dat was tot dan toe voorbehouden aan het Israëlische leger."
Als een mot naar een vlam
“Ik ben opgegroeid met het idee dat er altijd wat aan de hand is daar. Aan dat idee was ik gewend geraakt”, vertelt de presentator. “Maar voor het eerst hield dat gevoel nu constant aan. Vroeger had ik weleens dagen dat ik niet bezig met het feit dat ik geboren ben in Palestina, maar nu is het geweld, de dood en het verdriet er altijd, bewust of onbewust. Elk moment van de dag heb ik een knoop in mijn maag.”
Een jaar is lang. Hoe ga je daarmee om?
“Ik probeer tegen mezelf te zeggen dat ik er niet de hele tijd mee bezig moet zijn, maar je zit er als het ware in gevangen. Elk nieuwsbericht dat erover verschijnt, lees ik. Op social media komen voortdurend beelden voorbij. Ik word er als een mot naar een vlam naartoe getrokken. Het is allesoverheersend.”
Welles-nietes-discussie
Dat Kefah ook nog eens in de journalistiek werkt én een publiek figuur is, helpt daar niet bij. Na 7 oktober vorig jaar nodigden bijna alle talkshowredacties in Hilversum hem uit om op tv over de oorlog te praten, en telkens gaf hij hetzelfde antwoord: nee. “Lang geleden heb ik al bedacht dat ik geen beroeps-Palestijn wil zijn, en nu kwam daar ook nog eens bij dat er al zoveel mensen opsprongen die stellig van alles over dit onderwerp vinden. Daar erger ik me mateloos aan, dus ga ik daar zelf niet aan meedoen.”
Ik ben naar mijn Joodse collega's gelopen om ze een knuffel te geven
De presentator vervolgt: “Ze belden me niet met de vraag wat deze situatie met mij doet. Ze vroegen me om tegenover iemand met een andere mening te zitten, maar ik wil niet in een welles-nietes-discussie over dit onderwerp belanden. Het is voor mij een typisch voorbeeld van tot wat de journalistiek verworden is. Het gaat vooral om herrie maken rondom een bepaald onderwerp door voor- en tegenstanders tegenover elkaar aan tafel te zetten. Daar word ik misselijk van.”
Voel je je ergens ook niet verantwoordelijk om een rol in dit gesprek te vervullen?
“Eerst zei ik op alle interviewverzoeken ‘nee’ en stond ik zwaar op de rem. In de loop van het afgelopen jaar heb ik hier en daar wel interviews gedaan. Dan maakte ik de afweging: kan ik in alle rust met iemand praten, zonder dat iemand in m’n nek zit te hijgen? En ik ben niet bang om een kant te kiezen. Als je weet waar ik vandaan kom, weet je ook aan welke kant ik sta.”
Knuffel
“De situatie zorgde af en toe voor enorme worstelingen tussen mij als persoon en mij als programmamaker.” Kefah geeft een voorbeeld: “Eind vorig jaar, vlak na 7 oktober, moest ik het programma De Middag van ’44 maken, over de Tweede Wereldoorlog. Dat kon ik niet los van de situatie in Gaza zien, dus wilde ik hoe dan ook een verwijzing daarnaar maken. Op die manier wil ik wel een rol in deze kwestie spelen. Ik wil mensen erover laten nadenken en telkens weer een manier zoeken om het dichterbij te brengen.”
Vind je het lastig om in je werk de verschillende kanten te belichten?
“Ik heb er mijn levenswerk van gemaakt om mensen duidelijk te maken dat dit soort kwesties niet in twee partijen te vangen zijn. Er zitten duizenden kanten aan, die ik het liefst allemaal zou willen belichten. Tegelijkertijd ben ik er zelf onderdeel van: ik praat en denk vanuit mijn eigen perspectief over deze oorlog. Ik ben zelf heel bewust naar mijn collega’s van de Joodse redactie gelopen om ze een knuffel te geven. Verder hoefden we niet over de situatie te praten. Ik wilde ze alleen laten weten dat ik hen als mens wil blijven zien, en ik hoop dat ze dat andersom ook zo voelen.”