Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Jolanda Doornbos groeide op bij ouders met een verstandelijke beperking.
© Jeannine Rijsdijk Visagie: Joselien Hoogendam

Jolanda groeide op bij ouders met een ver­stan­de­lij­ke beperking

12 maart 2023 · 12:00

Update: 21 november 2024 · 08:55

“Het vroor dat het kraakte, die twaalfde februari 1991. Maar het was niet in mijn moeder opgekomen dat ik een panty nodig had. Dus stond ik met blote benen aan het graf van mijn opa.” Na zijn sterven staat Jolanda Doornbos er alleen voor met haar ouders die beiden een verstandelijke beperking hebben. Ze is zeven jaar oud.

Jolanda Doornbos maakt, als ze niet lesgeeft in de werkplaats, bij haar huis meubels en objecten van hout en metaal. Ze is afgestudeerd als eerstegraads docent beeldende kunst en vormgeving aan de Hogeschool voor de Kunsten ArtEZ. Haar man is advocaat en samen hebben ze twee kleine meisjes. Maar haar leven vertelt een minder rimpelloos verhaal. “Ik ben beschadigd door mijn jeugd. Intern is er een stuk van gemis.”

Licht verstandelijk beperkt

Jolanda groeit op in een dorpje onder de rook van Rotterdam. Haar vader is timmerman, haar moeder huisvrouw. Ze is enig kind. In de andere helft van de twee-onder-een-kapwoning woont haar opa. Hij heeft een kruidenierswinkel aan de voorzijde van zijn huis. Met z’n vieren redden ze het. “Ik was heel gelukkig,” Jolanda zegt het beslist, “tot opa overleed.”

Jolanda’s vader is licht verstandelijk beperkt doordat hij vlak na de oorlog met 24 weken is geboren. Haar moeder heeft daarnaast psychiatrische kenmerken. Jolanda schetst ze een beeld van een klein meisje dat veel te verstouwen krijgt. “Tussen de middag at ik met mijn moeder, maar daarna rende ik altijd naar opa toe. “De band met opa was zo intens, dat kun je niet definiëren. We hadden een zielsconnectie. De band met mijn vader was ook goed. Hij knuffelde mij veel en pakte me op. In de grote werkplaats bij het huis maakte hij meubels. Speciaal voor mij maakte hij een poppenkast en bouwde hij een legokist.

De relatie met mijn moeder was lastig. Ik kon me niet met haar identificeren. Ze zat aan tafel en dronk thee. Ze kon wel goed tekenen en deed dat samen met mij. En ze stimuleerde me om te lezen. Maar ze praatte ook in zichzelf als ze alleen was. Alsof er een tweede persoon in de kamer was. Ze werd dan boos en haar ogen spuwden vuur. Nu denk ik dat het psychoses waren, maar als kind vond ik het beangstigend. Dankzij school wist ik dat ik mocht bidden als ik bang was. Ik kende de illustraties van Jezus uit de kinderbijbel van Kees de Kort. Tijdens mijn bange momenten dacht ik aan die tekeningen.”

Betrokken

Als Jolanda zeven is, overlijdt haar geliefde opa na een ziekbed van ruim een half jaar. “Tijdens zijn ziekenhuisopname namen mijn ouders mij mee naar gesprekken met artsen. Alles wat ze met elkaar bespraken, kreeg ik mee. Ook bij de begrafenis zelf werd ik betrokken: het maken van de kaart, het gesprek met de uitvaartondernemer, de uitvaart.

© Jeannine Rijsdijk Visagie: Joselien Hoogendam

Jolanda wordt zo al jong volwassen. “Op mijn verjaardagsfeestje zorgde ik zelf voor spelletjes. Mijn moeder was druk met pannenkoeken bakken. Ze had geen idee hoe ze een feestje moest organiseren. Op een gegeven moment durfde ik bij een vriendinnetje thuis te spelen. Bij haar stond drinken met iets lekkers klaar. Ik ontdekte dat Paulien, haar moeder, voor gezelligheid zorgde en met haar knutselde. Mijn moeder vond knutselspullen onzin. Paulien zag er leuk en verzorgd uit. De wc was wit en schoon, in tegenstelling tot die van ons. Mijn kleren waren altijd te groot en schoenen werden in maat 40 gekocht, terwijl ik nog steeds maat 38 heb.

Ik heb vrienden verloren nadat ze mijn ouders hadden ontmoet

De juf op school vertelde dat je iedere dag een schone onderbroek aan moest, dus waste ik mijn ondergoed zelf en zorgde ik dat ik met de weinige kleren die ik had setjes maakte, zodat ik elke dag andere kleren aanhad. Ik maakte zelf de afspraken voor de tandarts en de huisarts. Toen ik eindexamen deed, moest en zou ik een eindexamenfeest hebben. Dus poetste ik met een vriendin het hele huis en ruimde de tuin op. De omstandigheden kon ik niet veranderen, dus als ik iets wilde, moest ik het zelf regelen.”

Niemand

Trok er in al die jaren niemand aan de bel? “Een keer per jaar kwam de meester of juf van school thuis langs. Dan gingen mijn ouders enorm poetsen en schoonmaken.” Als tiener klopt Jolanda zelf bij de familiehuisarts aan. “Ik wilde uit huis geplaatst worden, al was het maar tijdelijk om in alle rust te studeren. De huisarts vroeg waarom. Dus vertelde ik dat mijn ouders anders waren, dat ze me niet begrepen. Maar ja, dat zegt elke puber. Hij vroeg of ik geslagen werd of dat ze verslaafd waren. Dat was niet zo. Ik wist en weet me geliefd door mijn ouders.

Waar ik de kracht vandaan haalde? God heeft me echt geleid. Zo zie ik dat wel. Mede door het voorbeeld van mijn opa. Hij had vijf kinderen verloren en zijn vrouw. Toch had hij een rotsvast geloof. Maar goed ging het niet. Ik heb het ook wel uitgeschreeuwd naar God toe: waarom zit ik hier?

Vooroordeel

Als kind en tiener wordt Jolanda geconfronteerd met het vooroordeel dat mensen ook over haar hebben. “Ik werd altijd in het groepje met de slechte lezers en rekenaars gezet. Op school hoorde ik de hulpmoeder zeggen: ‘Die Jolanda is er eentje van je weet wel, dat kan wel met de Franse slag.’ De meester aan het eind van de lagere school zei: ‘Ik heb mavo voor Jolanda opgeschreven.’ Doordat ik tegen de verwachtingen in mijn citotoets goed had gemaakt, kwam ik terecht in de combinatiebrugklas havo-vwo.”

Ik organiseerde mijn eigen kinderfeestje

Daar lijkt het tij te keren. Maar dan overlijdt Jolanda’s andere opa en komt haar gehandicapte oom tijdelijk bij hen wonen. Ondertussen wordt Jolanda door haar ouders ingeschakeld bij het afhandelen van de erfenis. Binnen een mum van tijd kelderen haar cijfers en belandt ze op de mavo. “Op een gegeven moment ga je je er ook naar gedragen. Ik was een verschrikkelijk kind. Op sommige dagen werd ik wel vijf van de zeven uur uit de les gestuurd. De decaan zei tegen mijn ouders dat ze blij mochten zijn als ik een administratief baantje op mbo-niveau 2 wist te vinden.”

Na de nodige omzwervingen weet Jolanda tegen de sombere voorspellingen in de opleiding SPW af te ronden. “Die opleiding rondde ik in twee jaar af in plaats van de gebruikelijke vier, met een cijfergemiddelde van 8,3. Vervolgens studeerde ik ook nog af als eerstegraads docent aan de kunstacademie. Dat was het moment dat ik dacht: ik ben niet beperkt, zoals mijn ouders.”

Missie

Als twintiger verwacht Jolanda niet dat iemand bij haar zal passen. “Kon iemand mij wel leuk vinden? Ik heb vrienden verloren nadat ze mijn ouders hadden ontmoet. Maar toen Anjo me ontmoette, wist hij direct dat ik zijn vrouw zou worden. Na ons eerste bezoek aan mijn ouders zei hij: ‘Ik heb alleen maar bewondering voor hoe jij hieruit bent gekomen. Met hulp van God. Dat zegt mij hoe krachtig jij bent!’

© Jeannine Rijsdijk Visagie: Joselien Hoogendam

Het gaat nu goed met Jolanda. “Ik zie dat mijn talent tot zijn recht mag komen en mag floreren.” De relatie met haar ouders is nog altijd gecompliceerd, maar ze heeft manieren gevonden om daarmee om te gaan. “Als de gesprekken over thema’s gaan die mijn ouders niet begrijpen, worden ze boos door onbegrip. Conversaties zijn daarom eenvoudig en gaan over interesses, dagelijkse gebeurtenissen of gevoelens. Dat is goed. Nu ik volwassen ben, zie ik hun frustratie, maar als kind begrijp je dat niet.”

Beperkt volmaakt

Haar bewogen levensverhaal beschrijft Jolanda in het boek Beperkt volmaakt. Met dat boek heeft ze een missie. “Een derde van de jongeren op school komt uit een lastige – vaak onbekende – thuissituatie. In de docentenkamer spuwen sommige collega’s gal over de moeilijke jongens en meisjes. Maar is er een reden waarom iemand zo doet? Ik hoop met mijn verhaal en mijn boek leerkrachten te bereiken. Ik wil hun met lezingen en gastlessen een spiegel voorhouden, zodat ze nadenken voordat ze wat zeggen. Veel te vaak heb ik in lerarenkamers gehoord dat een docent een diagnose opplakt of iemand veroordeelt tot een toekomst die hem juist naar beneden haalt in plaats van motiveert. De buitenkant is niet het hele verhaal, dus oordeel niet! Mijn ouders zijn eenvoudig, maar dat zegt niets over mij. Wat er over mij werd gezegd, heb ik wel onthouden.”

Beeld: Jeannine Rijsdijk
Visagie: Joselien Hoogendam