Johan heeft een geloofscrisis: ‘Ik moet iets loslaten wat ik niet wil loslaten’
21 februari 2022 · 07:30
Update: 12 mei 2023 · 13:12
Johan ervaart zijn geloofscrisis als verontrustend, desoriënterend en beangstigend. Door een boek van Brian McLaren krijgt hij meer inzicht in het proces waar hij doorheen gaat.
Toen mijn vertrouwde geloof, dat altijd zo vanzelfsprekend was, begon af te brokkelen, voelde dat verontrustend, desoriënterend, vermoeiend en beangstigend. Ik was de grens over gestapt van het vertrouwde. Ik was mijn oriëntatiepunt verloren en had geen idee welke richting ik op moest gaan.
Ik vond geloof maar ingewikkeld geworden. Mijn geloof is altijd een bron van rust en vertrouwen geweest, maar opeens bezorgde het mij spanning en onrust. Daar waar sommigen zich er simpelweg niet meer voor interesseren, of wat onverschillig staan tegenover het geloof dat ze van huis uit hebben meegekregen, ervaar ik mijn geloofstwijfel echt als een crisis. En dan bedoel ik niet die populaire hipstervorm van twijfelen, waarbij het cool is om heel puberaal even lekker kritisch te zijn op alles en iedereen, maar de diepgewortelde twijfel die tot de kern doordringt van wie je bent.
- Johan legt uit waarom geloven zoals vroeger niet meer gaat
Johan legt uit waarom geloven zoals vroeger niet meer gaat
Geloofsverlies is een rouwproces
In deze periode in mijn leven voelde ik wanhoop, omdat ik iets moest loslaten wat ik niet wilde loslaten. Het voelde alsof ik een deel van mezelf was verloren. De taal die ik altijd heb gesproken raakte steeds meer uitgehold en verloor betekenis.
In het nieuwste boek van Brian McLaren, Faith after doubt, schrijft hij dat deze emoties soms lijken op een rouwproces dat iemand kan ervaren als hij iemand verliest die hem dierbaar is. Zo’n zelfde gemis kun je volgens hem ook ervaren als je iets fundamenteels in je leven verliest als:
- een bepaalde zekerheid en controle in je geloof,
- intimiteit met God die lang vanzelfsprekend was,
- een gemeenschap waar je deel van was.
Inzicht in mijn geloofsproces
Dit boek van McLaren was heel herkenbaar. Het heeft me geholpen om inzicht te krijgen in mijn eigen proces van afscheid nemen van dat wat onhoudbaar is geworden in mijn geloof. McLaren beschrijft het hele proces namelijk volgens de vijf stadia van rouw die psychiater Elisabeth Kübler-Ross ontwikkelde en dat ziet er zo uit:
Fase 1: Ontkenning – ‘Ik ben oké, er is niets aan de hand. We gaan gewoon door zoals altijd. Prijs de Heer.’
Fase 2: Boosheid – ‘Het is hun fout dat ik twijfels heb. Het komt door die predikant of die kerk, die vriend of vriendin, die podcast of dat boek!’
Fase 3: Depressie – ‘Ik ben mijn geloof aan het verliezen en ik weet niet of het ooit nog terugkomt. Dat maakt me verdrietig.’
Fase 4: Onderhandelen – ‘Misschien als ik meer naar de kerk ga, of op die retraite ga, of meer ga bidden en Bijbellezen, of meer christelijke boeken ga lezen en podcasts ga luisteren of harder mijn best ga doen, dan zullen de twijfels wel weggaan.’
Fase 5: Acceptatie – ‘Het is oké dat ik twijfels heb. Ze bestaan en ze gaan niet meer weg. Wat ga ik er vervolgens mee doen?’
Deze vijf stadia van rouw geven ruimte – daarmee bedoel ik allereerst dat er ruimte gemaakt wordt voor dat wat er is, wat er in ons binnenste gebeurt. Pijn om wat verloren is, kan niet helen door het te negeren of weg te stoppen, of door onszelf maar bezig te houden. Het kan alleen genezen als we de tijd nemen om te rouwen om wat verloren is.
Daarom is het goed om te zoeken naar ruimte voor het gemis, het niet-weten, de frustratie en machteloosheid. En volgens McLaren komt daarin ook ruimte voor God om te spreken. Als we geen ruimte maken voor verdriet, kunnen we namelijk ook de diepten van de liefde van God niet ontdekken, de genezing die God soms aan de pijn ontwringt.
Theoloog Tish Warren schrijft over rouw in haar boek Bidden in de nacht:
Als we geen tijd maken voor verdriet, zal het niet simpelweg verdwijnen. Verdriet is koppig. Het zal zijn stem laten horen, of we zullen sterven in een poging het te smoren. Als we het niet meteen onder ogen zien, komt het via omwegen bij ons, op een manier die niet altijd herkenbaar is als verdriet: explosieve woede, onbeheersbare bezorgdheid, dwangmatige oppervlakkigheid, broeiende bitterheid, onbeteugelde verslaving.
Een kans om spirituele verlangens aan te wakkeren
Ik heb geleerd om datgene wat in mij leeft niet in de schaduw te verbergen, maar in het licht te houden. Uiteindelijk zijn angst, verdriet, teleurstelling en frustratie geen plekken om me te settelen. Het zijn signalen die mij een richting willen wijzen. Ze zijn richtingaanwijzers die mij wijzen op nieuwe hoop en verwondering; een nieuwe taal die misschien andere woorden geeft aan aloude waarheden.
Ik heb mezelf toestemming gegeven om op deze plek te zijn. Ik geloof dat Gods liefde en genade op elk moment van mijn leven hetzelfde zijn, dus ook hier en nu. Als liedjesschrijver van de band Reisgenoten heb ik deze conclusie onder woorden proberen te brengen in het lied God van mijn reis dat je hieronder kunt beluisteren.
Ik heb geleerd om niet sneller te willen dan ik kan, ook al is de verleiding groot om deze droge periode zo snel mogelijk achter mij te laten. Ik wil juist vertragen en dit moment als een kans zien om mijn spirituele verlangens aan te wakkeren.
Misschien kan ik uiteindelijk dankbaar terugkijken op deze periode voor dat wat het mij heeft gebracht, niet ondanks, maar dankzij de dingen die ik verloren ben.
De weergave van Spotify vereist jouw toestemming voor social media cookies.