Navigatie overslaan
Sluit je aan

Gratis inloggen

Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

De barmhartige Marokkaan.
© Jedi Noordegraaf

Wat als Jezus zijn ge­lij­ke­nis­sen nu vertelde?

gisteren · 14:26

Update: vandaag · 15:27

Alles wat Jezus zei, kwam dichtbij. Toch zijn zijn woorden alweer tweeduizend jaar oud en woonde Hij helemaal in Israël. Kunnen we sommige verhalen van Hem misschien ietsje dichterbij halen, zodat de moderne Hollander het nog beter begrijpt? Alain Verheij denkt dat dit moet kunnen – en hij begint maar gelijk met het bekendste.

Het mooie en het moeilijke van Jezus’ onderwijs is dat het zo dicht bij de belevingswereld van de mensen kwam. Dat is mooi omdat iedereen zijn toegankelijke verhalen begreep. Ze gingen over druiven en graankorrels en herders, allemaal thema’s uit de alledaagse realiteit van Jezus’ tijd- en plaatsgenoten. Daar zit tegelijk ook de moeilijkheid voor ons Bijbellezers anno nu. Ik woon in het Alphen aan den Rijn van 2025 en kom niet zo vaak herders tegen. Ook zaai ik mijn akker niet in en vissen doe ik nooit. Voor een deel ligt dat aan mij, maar over het algemeen denk ik dat Bijbellezen steeds ietsje moeilijker wordt.

Als ik voorga in een kerkdienst, bid ik altijd voordat we de Bijbel openslaan. Daarbij benoem ik dat dat boek uit een tijd komt van lang geleden en uit een land ver van het onze. “Wil daar iets van landen in ons leven hier en nu, dan moet er een wondertje gebeuren”, zeg ik dan. En ik vraag aan God of onze ogen, oren en harten open mogen gaan. Gods Geest kan het ons helpen begrijpen – maar die heeft daar misschien wel wat extra werk aan bij mij als verstedelijkte westerse 21e-eeuwer. Mensen als Petrus en Marta konden Jezus in vele opzichten makkelijker volgen.

Hoe vertel je de gemiddelde Hollander wat een Samaritaan is?

De Samaritaan en de Hollander

Laten we de proef op de som nemen: een van de populairste verhalen van Jezus is dat van de barmhartige Samaritaan. Een doorgewinterde christen kan het verhaal dromen, maar hoe leg je nou eigenlijk aan een gemiddelde moderne Hollander uit wat een Samaritaan is? Het woord barmhartig vereist al genoeg uitleg, want ook dat is in onbruik geraakt. Als je erop gaat letten, zit dit verhaal van Jezus vol met ervaringen en zaken die we tegenwoordig helemaal niet meer kennen of meemaken. Eigenlijk is dat heel verdrietig, want toen Jezus het voor het eerst vertelde, voelde elke aanwezige precies aan wat Hij beoogde.

Het verhaal staat in de context van een discussie tussen Jezus en een wetgeleerde. Daar ga je al: dat woord hoor je nooit meer. Maar laten we er een jonge intellectueel van maken. Die jonge intellectueel vraagt aan Jezus: “Als ik mijn naaste moet liefhebben, wie is dan eigenlijk die naaste?” Een beetje een wijsneuzerige vraag. De meeste toehoorders van Jezus zullen wel hebben aangevoeld wie Hij bedoelde als Hij zei dat je je naasten moet liefhebben, maar deze slimmerik wil doorvragen. In dat kader begint Jezus zijn beroemde verhaal te vertellen. Dat gaat als volgt.

De vroomste mensen

Een man reist van Jeruzalem naar Jericho – die twee steden kunnen we nog wel ietsje dichter bij huis halen. Laten we ervan maken dat hij van Amsterdam naar Rotterdam reist. Daar wordt hij overvallen door rovers. Zij kleden hem uit, mishandelen en bestelen hem. Het slachtoffer blijft halfdood langs de weg liggen. Dit is een heftig verhaal dat niet helemaal op de moderne ervaring rijmt, maar we voelen wel direct aan wat voor scène Jezus ons voorschotelt. Desnoods maken we ervan dat een man van zijn elektrische fiets is gereden door een voorbijrazende auto, die vervolgens doorreed zonder om te kijken. De hoofdpersoon is in gevaar en heeft hulp nodig.

Dan komt er een priester langs. Een beroepsgelovige, dus. Iemand van wie je wel wat goedheid zou mogen verwachten. Laten we daar de lokale dominee van maken. Deze geestelijke gaat met een boog om de gewonde persoon heen. Vervolgens komt er een Leviet. Dat was vroeger een lid van de priesterlijke familie, die dienstdeed in de tempel. Die veranderen we voor onze moderne hervertelling in een auto met een Ichtusvisje achterop. Deze auto stopt niet voor het slachtoffer, maar rijdt ook haastig verder. Misschien op weg naar een belangrijke kerkenraadsvergadering of een oefening met zijn aanbiddingsband – dat weten we niet. We begrijpen wat Jezus hier laat gebeuren in zijn verhaal: de vroomste mensen schieten niet te hulp als het nodig is.

Samaritanen van vandaag

Ten slotte komt er een Samaritaan. Maar wat is dat nou eigenlijk? Het Samaritaanse volk woonde in Jezus’ tijd in dezelfde omgeving als de joden. Dat volk las ook de Thora, net als joden, maar dan net in een andere variant. Samaritanen hadden deels een joodse achtergrond en deels een heidense. Hun religie en cultuur leken genoeg op de joodse om een broedervolk te zijn, maar ze verschilden ook genoeg voor etterend wederzijds wantrouwen. Waar de gewonde man hulp van de dominee had verwacht, komt de hulp juist van deze Samaritaan: hij verzorgt hem en brengt hem naar een herberg. Laten we die veranderen in de spoedeisendehulp-afdeling.

In wie zullen we de Samaritaan veranderen als we deze gelijkenis van Jezus naar het hier en nu trekken? Een jaar of vijf geleden gaf een oudere mevrouw na een kerkdienst haar antwoord aan mij. “Ik heb dit verhaal meegemaakt”, zei ze. “Toen ik door Middelburg wandelde, viel ik midden op een plein op de grond. Ik kon niet goed overeind komen. Het ergste vond ik, dat alle mensen gewoon langs me heen liepen en me lieten liggen. Ik voelde me hulpeloos, totdat een jonge Marokkaanse man zich over me heen boog, vroeg hoe het met me ging en me op de benen hielp.”

Uitgerekend een Marokkaan ontfermde zich als enige over deze vrouw

Marokkaanse jongemannen: de groep die in de politiek en de media continu verdacht wordt gemaakt. Hun religie lijkt een beetje op het christendom, maar toch ook weer niet. Ze wonen in hetzelfde land als ik, maar over hun inburgering wordt voortdurend gedebatteerd. Met alle heersende vooroordelen is een voorbijgaande Marokkaan voor een witte, oudere vrouw in Nederland misschien onbewust reden om op haar hoede te zijn. Maar toen deze mevrouw hulpeloos op de grond lag, was het uitgerekend een Marokkaan die zich als enige over haar ontfermde. Ik denk dat haar verhaal een schot in de roos was: als Jezus dit verhaal vandaag de dag in Nederland zou vertellen, koos hij voor de behulpzame Marokkaan.

Jezus draait de vraag om

Als je het zo navertelt, komt de oorspronkelijke twist in Jezus’ verhaal misschien beter aan bij de hoorder van vandaag. Wij voelen de lading van het begrip Samaritaan niet meer, maar de witte Nederlander kent wel het stigma dat aan Marokkanen kleeft. Dus terwijl de jonge intellectueel bijdehand probeert te zijn door Jezus te vragen welke naasten Hij nou wel en niet moet liefhebben, draait Jezus het om.

Jezus zegt: “Stel je voor dat jij ergens onderweg van je fiets wordt gereden. Allemaal keurig nette mensen rijden, lopen en fietsen je straal voorbij, niemand komt je helpen. Uiteindelijk stopt er een jonge Marokkaan om jouw wonden te verbinden. Hij legt je achterin zijn auto en rijdt je naar de huisartsenpost. Wie is nu jouw naaste geworden?” Ineens heeft de jonge zeurpiet zélf een naaste nodig die hem liefheeft. En dan heb je de luxe niet meer om kieskeurig te zijn. 

    Deel dit artikel:

    Meest gelezen

    Lees ook