Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Uitgelichte afbeelding

Is mijn kind hoog­sen­si­tief of heeft het AD(H)D? De over­een­kom­sten en verschillen

29 april 2024 · 13:53

Update: 29 april 2024 · 16:42

Wat hoogsensitiviteit en ADHD gemeen hebben, is een verhoogde gevoeligheid voor zintuiglijke prikkels. Maar er zijn ook belangrijke verschillen. Hoe weet je nu als ouder wat je kind het beste kenmerkt, zodat hem of haar beter kunt ondersteunen? Expert Esther Bergsma geeft tips.

Je kind heeft vaak woede-uitbarstingen of huilbuien. En ook op school zeggen de leerkrachten dat je kind opvallend vaak overprikkeld is, en het hem regelmatig niet lukt om het schoolwerk af te maken. Terwijl jij weet dat je kind meer in z’n mars heeft.

Voor veel ouders van jonge kinderen is dit het begin van een lange zoektocht: heeft mijn kind AD(H)D? Of autisme? Of is het toch hoogsensitief? Esther Bergsma, expert hoogsensitiviteit en sociaalwetenschappelijk onderzoeker, adviseert ouders zich vooral te verdiepen in de achterliggende oorzaken van het gedrag. “Stel jezelf de vraag: wat houdt ADD of hoogsensitiviteit nu werkelijk in? Lees erover. Verdiep je in de kern van hoe zo’n brein werkt, en of je dit herkent bij je kind.”

Verdiep je in de kern van hoe zo’n brein werkt, en of je dit herkent bij je kind

Verschillen tussen AD(H)D en hoogsensitiviteit

Wat zijn nu de grootste verschillen tussen AD(H)D en hoogsensitiviteit? “ADHD is een aandachtstekortstoornis, en hoogsensitiviteit een persoonlijkheidskenmerk”, legt Esther uit. “Bij ADHD heeft het brein moeite met binnenkomende prikkels doorgeven, zodat het op de juiste plek komt om tot actie over te gaan. Je kind is bijvoorbeeld snel afgeleid, en gaat steeds andere dingen doen: hyperactiviteit en impulsiviteit. Juist die hyperactiviteit en impulsiviteit komt bij de meeste hoogsensitieve kinderen niet voor. Natuurlijk kan een hoogsensitief kind uit enthousiasme opeens heel druk doen. Maar over het algemeen overdenken ze de situatie voordat ze in actie komen. En ja, soms zijn ze ook afgeleid. Maar dat komt dan vooral doordat ze in hun eigen fantasiewereld zitten.”

Nieuw: online training ‘Het hoogsensitieve kind’

In deze unieke online training, samengesteld door HSP-coach Margreet Bronk, ontdek je meer over de invloed van hoogsensitiviteit op jouw (klein)kind en wat dit voor jullie beiden betekent. Bestel hem nu! Meer informatie over de training vind je hier.

‘Het hoogsensitieve brein maakt overuren’

Om echt het verschil te ontdekken, moet je dus terug naar de kern: wat veroorzaakt welk gedrag? “Als je alleen naar de buitenkant kijkt, zie je misschien vergelijkbaar gedrag”, vertelt Esther. “Maar het grote verschil tussen ADHD en hoogsensitiviteit is dat het brein totaal verschillend functioneert. Neem het voorbeeld van het afgeleide kind in de klas. Om dat gedrag te begrijpen, moet je onderzoeken waar het vandaan komt. ADHD heeft onder andere te maken met de verstoorde doorgifte van dopamine, die verhindert dat de aandacht bij informatie blijft.

Bij hoogsensitiviteit werkt dat heel anders. Daar komt de 'dromerigheid' voort uit het feit dat je brein veel waarneemt, en vervolgens allerlei verbindingen legt. Het brein van een hoogsensitief kind is voortdurend bezig met informatie analyseren, verbindingen leggen met eerdere ervaringen, vooruitdenken over de mogelijke gevolgen, en afstemmen op de sociale groep. Dat hoogsensitieve brein staat continu aan en maakt overuren. Naast die diepgaande verwerking zijn prikkelgevoeligheid en het ervaren van intense impact de belangrijkste kenmerken van hoogsensitiviteit.

ADD: een verouderde afkorting

ADD staat voor Attention Deficit Disorder (letterlijke vertaling: aandachtsstoornis). Hoewel deze afkorting nog volop in de volksmond wordt gebruikt, is het een verouderde term. Hij staat al jaren niet meer in de DSM-5 – het diagnostisch handboek van psychiatrische aandoeningen.

Tegenwoordig zijn er drie soorten diagnoses van ADHD, met elk hun eigen kenmerken:
  1. ADHD-I (Inattentive): deze kinderen hebben vooral moeite hun aandacht bij dingen te houden. Ze zitten vaak in hun eigen wereld, voor anderen lijkt het alsof ze dagdromen. Dit type heette vroeger ADD, en wordt vanwege de overeenkomende kenmerken het vaakst verward met hoogsensitiviteit.
  2. ADHD-H (Hyperactive/Impulsive): kinderen met dit type ADHD bewegen veel en kunnen moeilijk stilzitten. Ook doen en zeggen ze vaak dingen zonder er eerst over na te denken.
  3. ADHD-C (Combined): de naam zegt het al – hier hebben kinderen kenmerken van allebei de andere soorten. Ze zijn dus druk én hebben moeite met aandacht. Deze vorm van ADHD komt het meest voor.

Geen diagnose voor hoogsensitiviteit

Als een kind vier of vijf jaar oud is, kan ADHD als diagnose gesteld worden – en komt er vaak geld vrij voor begeleiding. Voor hoogsensitiviteit bestaat geen diagnose. “ADHD en autisme zijn ontwikkelingsstoornissen: er gaat iets verkeerd in het brein en daar komen problemen in het functioneren uit voort”, legt Esther uit. “Al is de visie daarop de laatste jaren wel veranderd, en spreken veel mensen liever over neurodiversiteit of ‘anders functionerende breinen’. Maar ooit is de definitie van deze diagnoses dus wel ontstaan vanuit het idee dat het om een stoornis gaat. Hoogsensitiviteit komt bij één op de vijf mensen voor – het zou raar zijn als zo’n grote groep een stoornis heeft.

Hoogsensitiviteit komt bij één op de vijf mensen voor

Bovendien blijkt uit biologische onderzoeken onder meer dan honderd diersoorten dat ook daar twintig procent van elke diersoort op een vergelijkbare manier reageert als een HSP. Het blijkt zelfs belangrijk voor de overleving van de soort: als een diergroep geen twintig procent hoogsensitieve dieren heeft, sterft de soort uit. Hoogsensitiviteit is een natuurlijk variatie van de menselijke werking van het brein.”

‘ADHD, hoogbegaafd, autistisch, of toch hoogsensitief?’

Annet (43) is moeder van Joep, die morgen zijn 6e verjaardag viert. Op school krijgt Joep extra begeleiding van een orthopedagoog. Annet: “We weten nog niet of Joep ADHD heeft, hoogsensitief is of hoogbegaafd. Of dat hij misschien toch een beetje autistisch is.”

Veel ouders hebben een lange zoektocht achter de rug voor ze ontdekken waar het gedrag van hun kind vandaan komt. Hoe belangrijk is het dat je het uiteindelijk bij het rechte eind hebt? Esther: “Bij een hoogsensitief kind werkt het brein dusdanig anders, dat het kind ook andere ondersteuning nodig heeft. Zoals ik eerder zei, is er voor hoogsensitiviteit geen diagnose. Maar voor diagnosestellers is het wél essentieel dat ze goed van hoogsensitiviteit op de hoogte zijn – juist omdat ADHD en hoogsensitiviteit aan de buitenkant soms zo op elkaar lijken. Daarom zet ik me er graag voor in dat die kennis over hoogsensitiviteit wijdverspreid is.”

Ze zucht: “Het is toch absurd dat in de gemiddelde schoolklas vijf hoogsensitieve kinderen zitten, terwijl de meeste leerkrachten geen idee hebben wat die eigenschap inhoudt? Ik sprak vorige week op een groot congres voor zorgverleners, en daar liet ik een overzicht zien van het wetenschappelijk onderzoek naar hoogsensitiviteit. Veel bezoekers reageerden verbouwereerd: ‘Waarom weten we dit als zorgprofessionals niet?’ Hoogsensitiviteit wordt vaak weggezet als hype of als zweverig, maar dat is echt niet meer aan de orde. Er is uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar gedaan.”

‘Dat kindje was verdrietig’

Annet: “Joep kan weleens uit school komen en zeggen: ‘De juffrouw was moe.’ Of: ‘Dat kindje was verdrietig en dat meisje had een zere buik.’ Dan denk ik weleens: kind, maak je niet druk. Wat kan jou het schelen dat de juf zo moe is? Maar hij voelt het aan. Het zit er gewoon in.”

Esther: “Op basis van één voorbeeldje kan ik natuurlijk niet zeggen of Joep een hoogsensitief kind is. Maar de gevoeligheid voor emoties van anderen is inderdaad een typische HSP-eigenschap – emoceptie noemen we dit. In onderzoek is aangetoond dat de neurale verbindingen die betrokken zijn bij interactie met anderen, veel sterker geactiveerd zijn bij hoogsensitieve mensen. Daardoor kun je zelfs de emotie van een ander overnemen. Voor veel kinderen is dit overweldigend. Je kunt je kind helpen door uit te leggen wat er gebeurt: ‘Je voelt makkelijker wat anderen voelen. Dat is een mooie eigenschap. Maar het kan soms ook lastig zijn. Dan mag je ook tegen iemand zeggen: ‘Ik voel dat je verdrietig bent, maar ik wil nu even zelf spelen.’’ Het brein van een hoogsensitief kind is er simpelweg op ingericht dat het die informatie ontvangt. Dat stop je niet door het te sussen. Je kunt je kind beter leren ermee om te gaan.”

‘Hij háát harde geluiden’

Morgen viert Joep zijn verjaardag op school. Annet vertelt: “In de klas zingen ze altijd voor de jarige – en bij de derde keer hoera mogen de kinderen dat op hun allerhardst roepen. Vorig jaar heeft Joep enorm gehuild hierom. Hij háát harde geluiden. Dus dat gaan ze morgen niet doen.”

Esther lacht: “Heel herkenbaar. Mijn eigen kinderen – ook hoogsensitief – studeren inmiddels, maar die vonden dit vroeger ook niet leuk.” Na een korte stilte vervolgt ze: “Gevoeligheid voor geluiden komt ook vaak voor bij kinderen met ADHD of autisme. Of bij kinderen die het gewoon allemaal even te veel is. Dus bij deze eigenschap is het veel minder duidelijk te zeggen of het om een hoogsensitief kind gaat. Maar als je me vraagt: voor welke prikkels zijn hoogsensitieve mensen het gevoeligst? Dan staat emoceptie – gevoeligheid voor emoties van anderen – helemaal bovenaan. En geluid komt op een goede tweede plek."

Kinderfeestje met aanpassingen

Voor Joeps kinderfeestje doet Annet ook een aantal aanpassingen: “Hij wil graag een disco, maar dat doen we hooguit vijf minuten met die kleuters. En vorig jaar dacht ik leuk een cake te versieren met strooisel, maar de helft belandde natuurlijk ook op de grond. Joep vond dat vreselijk – hij is zelf heel voorzichtig. Hij overzag het niet meer. Toen hebben we de cake maar snel opgegeten.”

Esther: “Ach, Joep wil het allemaal goed doen. En hij weet: knoeien is niet te bedoeling. Maar dan ziet hij dat de andere kinderen wél morsen… Daarnet noemde ik die diepgaande verwerking al als belangrijke eigenschap van hoogsensitiviteit. Daarbij hoort ook de ‘sociale check’: is iedereen nog blij? Als een hoogsensitief kind weet dat een ouder of leerkracht het vervelend vindt dat er geknoeid wordt, voelen ze zich verantwoordelijk. Daarom kunnen ze andere kinderen soms streng toespreken. Daarnaast levert het ze stress op als ze zien dat de groep niet aan verwachtingen voldoet. Daarom is het goed om zo’n feestje met je kind voor te bespreken: ‘Het kan best zijn dat er geknoeid wordt, maar dat is niet erg. Het is een feestje.’ Zo kun je je kind helpen zich daar niet zo druk om te maken.”

Het beste van Opgroeien & Gezin tweewekelijks in je mail?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief.

Lees onze privacyverklaring.

Esther Bergsma is expert hoogsensitiviteit, auteur van meerdere boeken over HSP en oprichter van Hoogsensitief.NL, waar veel informatie is terug te vinden, zoals honderden blogs over HSP.

Beeld: Unsplash